Zeewolde en het koninkrijk van God

 

Ik woon sinds ongeveer acht jaar in Zeewolde, de jongste plaats in de Flevopolder. Er wonen nu zo’n 22.000 mensen in onze gemeente.

Ik probeer regelmatig’s morgens een uurtje te wandelen. Meestal loop ik ongeveer zes à zeven kilometer. Een interessant bijproduct van deze activiteit is dat ik de ontwikkelingen van de plaats op de voet kan volgen. Tussen de plek waar ik met mijn vrouw woon en de kern van het dorp wordt een geheel nieuwe wijk gebouwd. Het is fascinerend  te zien hoe het ene groepje nieuwe huizen na het andere wordt gerealiseerd, hoe bouwstraten evolueren tot keurig bestrate of geasfalteerde wegen en hoe ten slotte het groen in ruime mate wordt aangebracht.  Binnenkort zal de eerste paal de grond in gaan om een nieuwe supermarkt, vlak bij waar we wonen, te realiseren en dan zal ik bij mijn wandelingen ongetwijfeld steeds op de hoogte kunnen blijven van de nieuwste JUMBO aanbiedingen. Ook zal in de nabije toekomst worden begonnen met de bouw van een nieuwe sluis om recreatievaart vanuit de polder via ons dorp naar het randmeer mogelijk te maken.

Zeewolde is een prima plek om te wonen, maar het is er bepaald nog niet volmaakt. Op niveau van de gemeentelijke politiek is het lang niet altijd gemakkelijk om tot besluiten te komen. Kerkelijk zijn de Zeewoldenaren ook flink verdeeld. Ik heb de indruk dat er nog wel heel wat kerkgang is, maar (helaas) vooral in de richting van de nogal behoudende Calvinistische geloofsgemeenschappen.

Ook zijn er verschillende visies ten aanzien van de manier waarop ons dorp verder zou moeten groeien. En, hoewel er heel veel dingen worden georganiseerd, blijft toch een flink deel van de bevolking tamelijk passief. We zouden ook nog wel wat meer variatie in de horeca kunnen gebruiken en een goede boekhandel zou zeker op mijn klandizie kunnen rekenen.

Toen ik gisteren mijn gebruikelijke afstand aflegde schoot mij de gedachte te binnen dat de ontwikkeling van mijn woonplaats in veel opzichten lijkt op die van het koninkrijk van God in deze wereld. Ook daaraan wordt gelukkig nog volop gebouwd, maar het is nog lang niet af. Je ziet hoe er allerlei nieuwe straten worden aangelegd en hoe gevarieerd in Gods rijk in deze wereld wordt gebouwd. Je ontdekt de verschillende stromingen bij de inwoners van het Rijk, die op veel punten niet op één lijn zitten. En heel wat bewoners  vinden het leven in dit stadium van het Godsrijk  vvaak nog wel wat saai  en zouden nog wel wat verdere voorzieningen wensen. Ook is men het lang niet altijd eens over de manier waarop het Rijk van God zou moeten worden uitgebreid.

Net zoals ik Zeewolde steeds beter leer kennen, doe ik ook mijn best te zien waar en hoe het koninkrijk van God in onze wereld groeit en in welke ‘wijken’ die groei achterblijft of soms grillige vormen aanneemt. Onwillekeurig denk ik dan aan de kerkgemeenschap waartoe ik behoor–een ‘wijk’ van het koninkrijk die nu in Nederland al meer dan 100 jaar oud is en wel eens een fikse opfrisser zou kunnen gebruiken.

En ik constateer ook dat niet iedereen zich echt actief voor de verdere ontwikkeling  van Gods koninkrijk inzet. Voor de verdere ontwikkeling van mijn woonplaats is  visie en durf nodig. En dat geldt zeker ook voor degenen die zich willen inzetten voor de groei van Gods koninkrijk in deze wereld en vooral in de eigen omgeving! Alleen met visie, geloof in de toekomst, en persoonlijke inzet blijft het koninkrijk van God in onze wereld een plaats waar het goed toeven is, waar dingen ‘gebeuren’ en waar velen ook in de toekomst een geestelijk dak boven hun hoofd kunnen vinden.