Twee ontdekkingen

 

In de afgelopen zeven weken—sinds mijn recente boek GAAN of BLIJVEN? (en de Engelse editie) verscheen—heb ik heel veel commentaar gekregen van lezers in Nederland, maar vooral ook uit de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, en daarnaast uit heel wat andere landen.

Het doet me buitengewoon goed te horen dat zoveel mensen het boek niet alleen met instemming hebben gelezene maar ook aangeven dat het hen helpt om te gaan met hun twijfel en onzekerheden. Het stemt mij dankbaar en versterkt het gevoel dat ik met een goed project bezig ben.

Het aantal positieve reacties heeft mij verbaast. Ik moet bekennen dat ik regelmatig enthousiast ben over boeken die ik lees, maar dat ik zelden commentaar lever (zelfs als ik de schrijver persoonlijk ken). Dat zoveel mensen de moeite nemen mijn e-mail adres te achterhalen, mij een Facebook boodschap sturen of op een post op mijn Facebook pagina reageren, of in sommige gevallen zelfs een commentaar schrijven voor de Amazon websites, heeft mij verrast.  Maar er zijn twee aspecten die mij vooral hebben getroffen.

Ontdekking nummer 1

Ik dacht dat mijn boek vooral lezers zou aanspreken die zich ‘aan de zijlijn’ van de kerk bevinden—mensen die nog nauwelijks in de kerk komen of zich steeds ongemakkelijker voelen in de kerk.  Die veronderstelling blijkt fout te zijn en misschien moet ik in de toekomst daarom de ondertitel van het boek wel veranderen. Ik hoor namelijk van allerlei kanten van mensen die actief zijn in de kerk en er niet aan denken om de kerk de rug toe te keren, dat zij het boek waardevol vinden. Zij zeggen dat ik vragen aansnij die niet alleen bij ‘broeders en zusters aan de zijlijn’ leven, maar die ook heel veel anderen, die middenin het kerkelijk leven staan, bezighouden.  Zij zijn blij dat er eindelijk eens een boek is waarin die dingen openlijk worden aangesneden. Niet iedereen denkt dat ik op alle vragen een afdoend antwoord heb gegeven (die pretentie had ik trouwens ook niet), maar het boek, zo zegt men, helpt wel om beter met die vragen en zorgen om te kunnen gaan.

Ontdekking nummer 2

Mijn tweede ontdekking is dat de angstcultuur in de Adventkerk nog veel groter lijkt te zijn dan ik tot dusverre aannam. Direct nadat het boek verscheen heb ik zo’n honderd presentexemplaren gestuurd naar kerkleiders in de VS en Europa. Van enkelen heb ik een berichtje gekregen dat het in dank is ontvangen en dat men het zal geen lezen. Verder dodelijke stilte—behalve wat berichten via-via. Die komen erop neer dat men misschien niet akkoord gaat met alles wat ik schrijf, maar dat dit toch allemaal wel eens mag worden gezegd. Ik hoor dat een van de topleiders van de kerk aan een collega heeft laten weten dat eigenlijk alle leidinggevenden in de kerk dit boek zouden moeten lezen.

Maar openlijk iets positiefs zeggen over dit boek is voor de meesten in het kerkelijk apparaat kennelijk te riskant. Wie dat doet, wordt verdacht en brengt zijn/haar kerkelijke positie wellicht in gevaar. Dat dit zo’n grote rol zou spelen had ik niet verwacht. Zeker, ik weet dat je als leiders terughoudend moet zijn, en dat je voorzichtig moet zijn met je te mengen in controverses.  Maar in de afgelopen paar weken is mijn vrees dat leiders de ‘party-line’ moeten aanhouden en geen theologische en kerkelijke problemen ter discussie mogen stellen, heel wat sterker geworden. En dat is droevig. Ik blijf hopen dat er in de komende maanden ook leiders zullen zijn die zullen zeggen: ‘In dit boek komen dingen aan de orde die we openlijk met elkaar moeten bespreken. Laten we niet bang zijn voor echte dialoog en laten we mensen die twijfelen en die zich zorgen maken over de kerk niet negeren, maar de pastorale zorg geven die alle kinderen van God nodig hebben.’

Ik ben benieuwd of ik in de komende maanden nog nieuwe ontdekkingen zal doen!