Eenheid . . . een weg uit de impasse?

 

Vorige week nam ik deel aan de Unity 2017 conferentie in Londen. Het onderwerp was eenheid – tegen de achtergrond van de verdeeldheid over de inzegening van vrouwelijke predikanten in de Adventkerk. Het is beslist een van de beste conferenties die ik in jaren heb bijgewoond. Een echt geestelijk en intellectueel hoogtepunt.

Tijdens de afgelopen week ben ik met allerlei andere dingen druk geweest, maar op de achtergrond blijft de vraag mij bezighouden: Hoe moet het nu verder in de kerk? Hoe kunnen we een stap vooruit zetten op weg naar een oplossing?

Direct na het wereldcongres van de kerk in 2015 in San Antonio schreef ik een blog waarin ik die vraag probeerde te beantwoorden. Ik heb het zojuist nog eens herlezen en besloot het nog een keer af te drukken. Zou het misschien een beetje kunnen helpen bij het zoeken naar een weg uit de impasse?

DIT IS WAT IN IN JULI 2015 SCHREEF

 

Na San Antonio . . . hoe nu verder?

Hoe moet het nu verder met de rol van de vrouw in de Adventkerk? De stemming in San Antonio heeft geen oplossing gebracht. Een stemverdeling van ruwweg 40 procent vóór en 60 procent tégen heeft weliswaar een meerderheid opgeleverd, maar is mijlenver weg van een werkbare consensus. Je hoeft geen groot profeet te zijn om te zien dat een zeer aanzienlijk segment van de kerk van mening is en blijft dat mannen in de kerk een andere (belangrijkere!) positie hebben dan vrouwen. Die mening is gebaseerd op een bepaalde manier van bijbellezen: ‘lezen zoals het er staat—in het Engels: a plain reading of the Bible. Het is een stuk ‘waarheid’ dat je niet kunt opgeven, ook niet als veertig procent van de kerk daarom vraagt (in feite: smeekt). Aan de andere kant zullen er veel individuele leden, maar ook administratieve eenheden, zijn en blijven in de kerk die zich niet aan de uitspraak van het wereldcongres willen houden. Of liever gezegd: niet kunnen houden, omdat hun geweten hen dat niet toestaat.

Hoe gaan we nu verder? Want ondanks alle diepgaande meningsverschillen willen ook de voorstanders van vrouweninzegening één kerk blijven. Ik pretendeer niet dat ik het antwoord heb. Maar ik zou graag een kleine bijdrage leveren aan de discussie door—in alle voorlopigheid—een pragmatische aanpak voor te stellen die misschien een uitweg biedt en die in de ogen van grote groepen aan beide kanten van de kloof aanvaardbaar en werkbaar is.

Het is een aanpak die wellicht aantrekkelijk kan zijn voor conferenties/unies die mannelijke en vrouwelijke predikanten een gelijke status willen geven, maar zoveel mogelijk de controverse met de wereldkerk willen vermijden.

Mijn mening ten aanzien van het onderwerp van vrouwen-inzegening is in de afgelopen weken sterk beïnvloed door het boek van dr. Bertil Wiklander, de recentelijk gepensioneerde voorzitter van de Trans-Europese Divisie.[1] Hij wijst daarin op een aantal heel belangrijke aspecten die vaak over het hoofd worden gezien. Om een indruk te krijgen van de inhoud van dit boek, zie mijn bespreking op de website van Adventist Today (http://atoday.org/at-last-a-fresh-re-assessment-of-the-entire-issue-of-ordination-men-and-women.html) en op de website van Spectrum(https://shar.es/1s1coO).

De belangrijkste uitgangspunten in Wiklander’s boek, waarvoor hij soliede argumenten aandraagt, zijn:

  1. Het onderwerp van ‘inzegening van mannen en vrouwen’ moet worden gezien tegen de achtergrond van de zending die God aan ons mensen heeft gegeven.
  2. Mannen en vrouwen zijn als gelijken geschapen en die gelijkheid is ook door de zondeval niet teniet gedaan.
  3. In het Oude Testament zien we hoe God dikwijls zijn idealen voor de mens tijdelijk aanpaste aan de heersende sociale omstandigheden (slavernij; echtscheiding; polygamie; patriarchale structuren, etc.)
  4. In het Nieuwe Testament wordt de nadruk gelegd op de nieuwe gemeenschap die in Christus werkelijkheid is geworden, waarin de traditionele scheidsmuren niet meer bestaan (slaaf en vrije, jood en niet-jood, man en vrouw).
  5. Het leidend beginsel is nu het priesterschap van alle gelovigen (m/v).
  6. Maar, tegelijkertijd, moet ook erkend worden dat culturele omstandigheden in veel gebieden volledige implementatie van het nieuwtestamentisch ideaal (nog) in de weg staat.
  7. De traditionele vorm van inzegenen binnen de Adventkerk is niet gebaseerd op bijbelse voorschriften en heeft zelfs aspecten die niet-bijbels zijn (bijv. het idee dat een menselijke handeling iemand een bijzondere, exclusieve zegen geeft; dat lijkt verdacht veel op de katholieke sacramentsopvatting).

Bij de discussie over de rol en status van de vrouw in de kerk moeten we niet vergeten dat vrouwen in heel veel landen een grote meerderheid vormen in de Adventkerk. In toenemende mate is het eenvoudigweg niet meer mogelijk om de kerk te ‘runnen’ zonder vrouwen, ook in leidende posities.

Het is daarnaast ook essentieel om in de gaten te houden dat de rol van mensen, c.q. van de kerk, beperkt is als het gaat om de roeping die mensen (mannen en vrouwen) voelen om predikant te worden.  God roept mensen door zijn Geest, en diezelfde Geest rust mannen en vrouwen (zonder onderscheid) toe voor werk in de kerk en namens de kerk. Vervolgens heeft de kerk (d.w.z. een daartoe in onderling overleg aangewezen instantie binnen de kerk) de taak om zo goed als mogelijk is vast te stellen dat het om een echte roeping gaat en of hij/zij voldoende is toegerust voor de pastorale taak waartoe hij/zij zich geroepen weet.  Als die bevindingen positief zijn zal ‘de kerk’ die roeping bevestigen en inpassen in de structuur die zij heeft geschapen om haar missie uit te voeren.

De vorm waarin een roeping wordt erkend en de taal die daarbij wordt gebruikt zou dan gender-neutraal moeten zijn. De traditionele termen, zoals ‘inzegening’, ‘ordination’, ‘commissioning’ zijn te beladen om nog te gebruiken. Het zijn geen bijbelse woorden, dus er kleeft niets heiligs aan en ze kunnen, als dat nuttig is, zonder meer worden afgeschaft. In plaats daarvan zouden we voortaan wellicht drie gender-neutrale categorieën kunnen onderscheiden, bijv.: stagiaires (pastoral interns), pastorale werkers (pastoral workers) en predikanten (pastors). Een ieders wiens goddelijke roeping door de kerk erkend is, zal na enige verdere praktijktraining te hebben ondergaan, en na eventueel een (korte) periode als pastoraal werker te hebben gefunctioneerd, tot predikant (pastor) kunnen worden benoemd.

De verschillen tussen de status van pastoraal werken en predikant dienen zorgvuldig te worden gedefinieerd.

De benoeming tot predikant (pastor) zal officieel namens de unie/conferentie worden bekendgemaakt in de eerste gemeente(n) waar de betreffende predikant wordt aangesteld. Dit kan eventueel gepaard gaan met een low-key ceremonie die qua vorm en woordgebruik de traditionele inzegenings-rituelen en –terminologie vermijdt.

Bij een transfer van de plaats waar de predikant zijn werk is begonnen naar een andere divisie/unie/conferentie zal de ontvangende organisatie de betrokken (man of vrouw) aanvaarden als predikant (pastor) met alle bevoegdheden van dien. Als dat een probleem oplevert (bijv. omdat het om een vrouwelijke predikant gaat), kan de betreffende organisatie besluiten deze predikant (pastor) dan maar niet te ‘roepen’, of in onderling overleg met de persoon, die men graag in dienst wil nemen, besluiten hem/haar te ‘roepen’ als pastoraal werker.

Unies/conferenties die mannelijke en vrouwelijke predikanten een gelijke status willen geven, kunnen in hun plaatsingsbeleid eventueel rekening houden met gevoeligheden in sommige plaatselijke gemeenten.

Het is van belang dat (hopelijk) de Generale Conferentie en de divisies waarin volledige gelijkheid van mannelijke en vrouwelijke predikanten van groot belang wordt geacht, deze gang van zaken goedkeuren (of tenminste gedogen) en na verloop van tijd (als deze aanpak in de praktijk is beproefd) de ‘policies’ (liefst op divisie-niveau) zullen aanpassen.

[Het is verder noodzakelijk, lijkt me, ook de ‘inzegening’ van ouderlingen en diakenen een andere vorm te geven, omdat eventuele principiële bezwaren die tegen het inzegenen van vrouwelijke predikanten worden ingebracht ook voor die categorieën gelden.]

Zou een oplossing in bovenstaande richting ons kunnen helpen om met zo weinig mogelijk strijd en spanning verder te gaan?

[Wie denkt dat we in deze sfeer verder kunnen denken, kan zich vrij voelen deze blog met anderen te delen en/of te vermenigvuldigen.]

 


[1] Bertil Wiklander A Review of Ordination Reconsidered: The Biblical Vision of Men and Women as Servants of God (Newbold Academic Press, June 2015) Beschikbaar bij Amazon in paperback en als e-Book.