Bij welke categorie hoor ik?

Bijna alle kerkgenootschappen hebben verschillende stromingen of (met een deftiger woord) ‘modaliteiten’. In de meeste gevallen is er een middensegment, met een meer ‘orthodoxe’ en meer ‘vrijzinnige’ stroming respectievelijk ‘rechts’ en ‘links’ van het midden. In sommige kerken levert dit nauwelijks problemen op, maar vaak is dit de oorzaak van veel discussie en zelfs heftige onderlinge strijd.

De Adventkerk is wat dit betreft geen uitzondering. En misschien is de diversiteit in het adventisme wel meer in het oog springend dan elders, omdat de wereldwijde Adventkerk nu eenmaal bestaat uit mensen uit talloos veel verschillende culturen, terwijl men voortdurend de nadruk legt op het belang van eenheid en een flinke dosis uniformiteit. Hoe dan ook, het valt niet te ontkennen dat er diverse stromingen zijn binnen het adventisme. Verschillende schrijvers hebben geprobeerd die te definiëren en te beschrijven. Ik verwees daar ook naar in mijn recent boek GAAN of BLIJVEN: een boek voor adventisten aan de zijlijn (blz. 88, 89).  Onlangs gaf iemand mij een kopie van een kort redactioneel artikel dat was geschreven door ds. Don Livesay, de voorzitter van de Lake Union in de VS (Lake Union Herald, January 2017, p. 3).

Don Livesay constateert dat hij ruwweg vijf verschillende typen van adventisme ziet, die hij de volgende etiketten geeft:

  1. Radicaal conservatief
  2. Betrokken en traditioneel
  3. Loyaal, actief, positief
  4. Ruimdenkend
  5. Radicaal liberaal

Livesay beseft dat er geen scherpe scheidslijnen zijn tussen deze categorieën en dat iemand het gevoel kan hebben dat hij/zij in bepaalde opzichten bij één specifieke categorie hoort, maar in andere opzichten zich toch ook wel thuis voelt bij (een) andere categorie(ën).

Bij het zien van een dergelijk lijstje vraag je je af: Waar pas ik in dit geheel? Ik zie mijzelf voornamelijk in groep 3 en 4. Ik citeer kort uit Livesay’s beschrijving van die twee groepen.

3. Loyaal, actief, positief: ‘. . . belangrijk als ruggengraad van de kerk . . . minder traditioneel in het type eredienst . . . wil dat alles zijn focus heeft in Christus. Deze mensen hebben iets waardevols met anderen te delen en zijn vaak in staat een aantal verschillende segmenten van de maatschappij te bereiken.

4. Ruimdenkend: ‘mensen in deze groep houden van hun kerk . . . zij beschouwen zichzelf als progressief en maken zich dikwijls geen zorgen over of ze precies de kerkelijke normen en praktijken volgen. Sommigen in deze groep zijn wat ‘gemakkelijk’ in de leer en discussiëren graag, waarbij zij hun standpunten met anderen delen . . .

Tot op zekere hoogte herken ik mijzelf in deze beschrijvingen, maar ik voel me ook comfortabel bij een aantal aspecten van groep 2 en groep 5. Groep nummer 1–de mensen ‘die fundamentalistisch zijn en de Bijbel woordelijk willen uitleggen in plaats van naar de onderliggende principes te kijken’–trekt me helemaal niet aan. 

Het is goed om de dingen die discussie (en zelfs onderlinge strijd) veroorzaken eerlijk onder ogen te zien. We schieten er niets mee op om die verschillen te verdoezelen. Maar ik blijf er tegelijkertijd ook van overtuigd dat we naar de andere kant van de zaak moeten kijken. Er zijn maar heel weinig mensen die voor de volle honderd procent in één categorie passen. En als het er echt op aankomt hebben de mensen vanuit alle vijf categorieën en aantal heel belangrijke waarden en gedachten van het adventisme gemeen. Dat maakt ons allemaal, tot welke groep we ook behoren, tot echte adventisten.

Ik hoop dat we, nu de kerstdagen voor de deur staan en we zullen stilstaan bij de komst van de Vredevorst naar onze wereld,  vooral ook samen het feit zullen vieren dat we heel veel dingen gemeen hebben en dat we vereend (ondanks al onze verschillen) Hem te eren die ons allemaal kwam redden.