Paasmorgen: de vrouwen voorop

Bij de kruisiging waren Jezus’ manlijke discipelen pijnlijk afwezig. Alleen Johannes bleef in de buurt. Opmerkelijk genoeg waren er wel een aantal vrouwen, onder wie Maria, de moeder van Jezus, die aan de voet van het kruis stonden. Ook toen Jezus van het kruis werd gehaald en hij zo snel mogelijk moest worden ‘begraven’, lieten de mannen die steeds bij Jezus in de leer waren geweest verstek gaan en lieten zij die taak over aan Jozef van Arimathea en Nicodemus.

Maar dan is het Paasmorgen. In alle vroegte gaan enkele vrouwen naar de grot waar het lichaam van Jezus op vrijdagmiddag heen was gebracht. Zij willen het lichaam van Jezus gaan verzorgen, omdat daarvoor op vrijdag—vlak voor de sabbat—geen tijd was geweest. Zij maken zich zorgen over de grote steen die voor de opening van de graf-grot was geplaatst. Wie zou die voor hen kunnen wegrollen? Hun zorgen waren onnodig. De steen is al weg. Het graf is leeg. Twee engelen vertellen de vrouwen dat de Heer is opgestaan!

In de evangeliën lezen wij dat dan een reeks van ‘verschijningen’ volgt, waarbij Jezus zich laat zien aan individuen en groepen mensen. Had het niet voor de hand gelegen dat Hij zich allereerst zou vertonen aan de elf mannen die het apostelambt zouden gaan vervullen? In een samenleving waarin mannen altijd op de eerste plaats kwamen was dat toch wel logisch geweest. Maar vrouwen zijn de eerste getuigen van de opgestane Heer. Een indrukwekkender getuigenis van de rol die Jezus aan vrouwen toekent is nauwelijks denkbaar.

Het is tragisch dat wij bijna tweeduizend jaar later moeten vaststellen dat er velen zijn die weliswaar zeggen dat Jezus hun Heer is, maar die dit aspect van de opstandingsmorgen niet tot zich hebben laten doordringen en in tegenstelling tot Jezus vrouwen nog steeds niet de plek in de kerk gunnen die hen toekomt. Dat geldt ook voor de Adventkerk. Jezus maakte een ‘statement’ door eerst aan vrouwen te verschijnen. Maar helaas hebben velen hun oren voor deze krachtige ‘statement’ hermetisch gesloten.

Zou het de volgende keer als we opnieuw het Paasfeest vieren anders kunnen zijn? Als ik kijk naar de bureaucratische voorbereidingen voor een nieuwe vergaderronde (tijdens de najaarsvergaderingen van dit jaar) over de vraag wat er moet gebeuren met de kerkleiding in gebieden waar men tot inzegening van vrouwelijke predikanten is overgegaan, of in elk geval een volledige gelijkheid tussen manlijke en vrouwelijke predikanten heeft ingevoerd, ben ik niet al te optimistisch. Zijn strafmaatregelen nodig?  Het is alsof we de apostelen tegen hun Heer horen zeggen: ‘Heer, alles goed en wel, maar had u niet eerst aan ons moeten verschijnen?’

Wat kan er worden gedaan om de kerkleiders die vrouwen discrimineren op andere gedachten te brengen? Begrijpen zij niet dat de kerk grotendeels functioneert vanwege de activiteiten van vrouwen?  Misschien is de enige manier om dit duidelijk te maken dat we alle vrouwen in de Adventkerk vragen gedurende enkele weken al hun activiteiten in en voor hun gemeente te staken. Hoe zou de kerk functioneren als alle vrouwelijke predikanten en ouderlingen geen dienst zouden doen, en alle vrouwen die in de sabbatschool een taak vervullen, op de piano of het orgel spelen, als gastvrouw dienst doen of een andere taak hebben—als zij allemaal een paar weken lang alleen maar passief naar de mannen zouden luisteren zonder zelf een vinger uit te steken? Zou het dan misschien tot de tegenstanders van de vrouw in alle ambten doordringen dat het achterstellen van vrouwen tegen de Geest van het evangelie is? In elk geval geldt meer dan ooit: de kerk kan niet zonder vrouwen.

Op Paasmorgen werd het overduidelijk: Voor Jezus gaan vrouwen voorop!