Leiderschap

Tijdens mijn loopbaan in de kerk heb ik aan een flink aantal leiderschapstrainingen deelgenomen. Ik heb heel veel boeken gelezen over aspecten van leiding geven. Van tijd tot tijd heb ik zelf ook lesgegeven in bepaalde onderdelen van leiderschapscursussen in diverse landen. Op dit moment ben ik betrokken bij een Master-opleiding in leiderschap, die wordt aan geboden door het Newbold College of Higher Education en Andrews University. Een groep van ca. 50 mannen en vrouwen, die bijna allemaal op de een of andere manier leiding geven in conferenties of unies in Europa, komen twee keer per jaar een paar weken samen voor instructies, voornamelijk in de vorm van colleges. Daarnaast is er een fikse stapel leesopdrachten en moeten de deelnemers een aantal essays en een thesis of project-rapport schrijven. De participanten zijn verdeeld in een aantal groepen van elk 6-8 personen die regelmatig samenkomen en elkaar support bieden. Elk van die groepen heeft een coach. Ik fungeer als een van die coaches. Mijn groep bestaat uit zeven personen: een uit Nederland, twee uit Duitsland en vier uit het Verenigd Koninkrijk. In 2018 zijn er twee algemene sessies met colleges en werkgroepen. Een daarvan vindt nu plaats op Newbold College en de tweede is gepland voor de herfst in Riga (Letland). Mijn groep komt daarnaast maandelijks bijeen, afwisselend in Rotterdam, Düsseldorf en ergens in Engeland, Het is een interessante ervaring om deel uit te malen van dit programma. Ik steek er zelf heel wat van op, maar het is ook leuk om weer veel nieuwe mensen vanuit allerlei Europese windstreken te ontmoeten. Bovendien is het een gelegenheid om ook zelf een bijdrage te leveren.

Maar terwijl ik lange dagen bezig ben met allerlei dingen die verband houden met onze cursus, rijzen als vanzelf een aantal vragen bij mij op. Een van de vragen die ik niet van mij kan afzetten is: Levert een cursus als deze echt het soort leiders op dat de Adventkerk het meeste nodig heeft? En, als het antwoord daarop ‘ja’ is, dan is de volgende vraag hoe groot de kans is dat deze leiders ook terechtkomen op leiderschapsposities in de hogere regionen van de kerk.

Het lijdt geen twijfel dat het trainen van leiders heel belangrijk is en ook in de afgelopen tien dagen heb ik weer kunnen zien hoe de deelnemers ervan profiteren. Maar er zijn ook dingen die een adventistische leider niet kan leren door het lezen van boeken over diverse leiderschapsmodellen en over andere thema’s die gewoonlijk onderdeel zijn van een leiderschapscursus. De kerk heeft leiders nodig die niet alleen de vaardigheden bezitten die door studie kunnen worden verkregen maar vooral leiders die de boodschap en de idealen van de Adventkerk kunnen vertalen in woorden en initiatieven die aanslaan bij mensen van de eenentwintigste eeuw. Ik blijf daarom worstelen met de vraag hoe dat zou kunnen gebeuren.

En dan is er die andere vraag: Wat moet er gebeuren om zover te komen dat echte leiders, die de kerk op een vernieuwende manier kunnen leiden en de hiërarchische en vaak autoritaire patronen van leiderschap kunnen doorbreken, ook metterdaad door benoemingscomité’s worden gekozen. Ik heb op die vraag geen antwoord. Onze kerkelijke structuren maken dit verre van gemakkelijk. Als nooit tevoren zullen we moeten bidden dat de Geest van God in onze beweging blijft werken en ons getalenteerde, goed-opgeleide leiders geeft die de kerk naar de toekomst kunnen leiden, met een ‘tegenwoordige waarheid’ die opnieuw verpakt is voor een nieuwe generatie en die ook degenen kan inspireren die zich nu niet langer door hun kerk geïnspireerd voelen (zie mijn vorige blog).