EGW: Feit en fictie

In de afgelopen maanden heb ik op diverse plaatsen in Nederland en daarbuiten presentaties gegeven over een iets dat momenteel een ‘hot’ onderwerp is in veel adventistische kringen, namelijk de zgn. Last Generation Theology. Daarbij staat de gedachte centraal dat Christus pas naar onze aarde kan terugkomen als er een groep mensen is die zijn karakter volmaakt weerspiegelt. Ik heb daar onlangs een boekje over geschreven[1] en als gevolg daarvan krijg ik nogal wat uitnodigingen om over dat thema te komen spreken.

De argumenten voor de Last Generation Theology zijn voor een heel groot deel gebaseerd op uitspraken van Ellen G. White.  Deze adventistische pionier heeft enorm veel geschreven, over heel veel verschillende onderwerpen en over een lange periode. In die periode ontwikkelden zich veel van haar denkbeelden. Doordat er zoveel materiaal beschikbaar is ligt het gevaar op de loer dat men daaruit zeer selectief kan kiezen als men steun zoekt voor een bepaalde theorie. Ik heb geconstateerd dat de verdedigers van deze theologische denkbeelden zich daar inderdaad aan schuldig maken. Het gevolg is dat ik mij bij mijn presentaties breed moet oriënteren ten aanzien van wat Ellen White schreef, en daarbij duidelijk laat zien dat een meer gebalanceerde benadering van haar uitspraken misschien niet alle vragen beantwoordt maar zeker geen steun geeft aan deze theologische visie.

Ik krijg na de presentaties dikwijls de kritiek dat ik de geschriften van Ellen White niet voldoende op waarde schat. Sabbat j.l.—toen ik mijn presentaties gaf in kerk was van de Adventgemeente in de Zweedse stad Götenborg, merkte een van de aanwezigen op dat wat Ellen White schreef precies dezelfde status heeft als de Bijbel. Deze persoon claimde iets voor het werk van Ellen White dat zij zelf herhaaldelijk heeft tegengesproken.

Maar de polarisatie rond Ellen White neemt eerder toe dan af, met enerzijds een groep die haar op een enorm hoog voetstuk plaatst en anderzijds een grote groep die steeds meer vragen plaatst bij haar rol en bij aspecten van haar inspiratie. Het is belangrijker dan ooit tevoren dat we onze mening kunnen baseren op feiten.

Pas rond de dertiger jaren van de vorige eeuw groeide de gedachte dat alles wat Ellen White ooit schreef woord voor woord geïnspireerd was. Die ontwikkeling dient gezien te worden tegen de achtergrond van het in die tijd steeds toenemende fundamentalisme in protestants Amerika, met een steeds sterkere nadruk op de verbale (woordelijke) inspiratie van de Bijbel. Dat had ook grote invloed op de adventistische visie op de inspiratie van de Bijbel en op de manier waarop men de inspiratie van Ellen White beoordeelde. Doordat velen in de kerk haar nu ook een woordelijke inspiratie toedichtten, was het logisch om alles wat zij over specifieke onderwerpen had geschreven te verzamelen en uit te geven. Zo ontstond een reeks van zgn. ‘compilations’ (Counsels for Young People, Counsels on Diet and Food, Counsels for Sabbath School Workers, etc. etc.).

Maar sindsdien deden zowel vijanden van de kerk (bijv. D.M. Canright) als mensen die (aanvankelijk) heel loyaal waren jegens de kerk (bijv. Walter Rhea, Ronald Numbers, e.a.) allerlei ontdekkingen over de ontstaansgeschiedenis van veel van Ellen White’s boeken. Daarbij kwam steeds weer de beschuldiging van uitgebreid plagiaat naar boven.

Zo langzamerhand is veel van de kruitdamp rond deze controverses opgetrokken en werd het tijd dat zorgvuldig historisch onderzoek de belangrijkste dingen op een rij zou zetten. In recente maanden zijn twee belangrijke boeken verschenen die heel veel kunnen verhelderen. In de eerste plaats is dat een boekje dat al in 2006 in een kleine oplage verscheen (en toen nauwelijks bekendheid kreeg), maar dat nu opnieuw is uitgegeven. Het is van de hand van dr.  Gilbert Valentine, die heel helder in kaart brengt wat er zoals gebeurde nadat Ellen White gestorven.[2] Er ontbrandde toen een hevige strijd tussen de erfgenamen van Ellen White en de leiding van de kerk over de vraag wie nu de rechten bezat en wie over verdere publicaties van haar hand zou mogen beslissen. Het feit dat Ellen White een flinke schuld had toen zij stierf maakte zaak oneindig veel gecompliceerder.

Een ander boek dat enkele weken geleden verscheen is van George Knight, een expert ten aanzien van de geschiedenis van onze kerk en ook van de problematiek rond Ellen White. Zijn nieuwste boek heet: Ellen White: Afterlife.[3] Hij analyseert de geschiedenis van de receptie en het gebruik van het werk van Ellen White in de eeuw die sinds haar dood is verstreken. Het geeft een fascinerend overzicht van de dilemma’s die naar voren kwamen, en van de aarzeling van de kerk om te erkennen dat er niet altijd een volledig waarheidsgetrouw beeld was gegeven van de persoon en het werk van Ellen White.

De bedoeling van beide schrijvers is geenszins om Ellen White onderuit te halen, maar om feiten van fictie te scheiden en de kerkleden te helpen een evenwichtiger beeld te vormen van deze markante vrouw.

(PS.  De simpelste manier om deze boeken te bestellen is via Amazon.com. )



[1] Reinder Bruinsma, In All Humility: Saying “No” to Last Generation Theology (Oak & Acorn, 2018).

[2] Gilbert M. Valentine, The Struggle for the Prophetic Heritage (Oak and Acorn, 2019)

[3] George R. Knight, Ellen White: Afterlife (Pacific Press Publishing Association, 2019)