Onder theologen

Het is woensdagmorgen. Ik zit op Schiphol vlakbij Gate B 36, vanwaar over ruim een uur mijn vlucht vertrekt naar Genève. Ik ben op weg naar het adventistisch instituut voor hoger onderwijs, vlak over de Frans-Zwitserse grens, aan de voet van de karakteristieke Salève—een langgerekte plateauberg die ook wel het ‘balkon van Genève wordt genoemd. Vanavond begint daar het tweejaarlijkse congres van de theologiedocenten van alle Europese adventistische colleges en universiteiten. Eigenlijk hoor ik niet helemaal bij die doelgroep. Ik ben immers al geruime tijd met emeritaat en ik heb nooit ergens fulltime theologie gedoceerd. Maar kennelijk word ik toch nog steeds gerekend tot de groep Adventistische theologen die men voor een dergelijk evenement wil uitnodigen en ik ben zeer erkentelijk jegens de Trans-Europese Divisie dat zij voor die uitnodiging zorgen (en dat ik bij hen mijn kosten mag declareren).

Dit soort congressen zijn buitengewoon nuttig, niet alleen vanwege de vele presentaties die over een bepaald thema worden gehouden, maar vooral ook voor de onderlinge contacten en de mogelijkheid om vrij te kunnen praten over allerlei theologische en kerkelijke kwesties die de adventistische gemoederen bezighouden Het thema voor ons congres van de komende dagen is: Pastoral Ministry and Ecclesial Leadership en het gaat dus over de relatie tussen het werk van de predikant en de leiding van de kerk.  Mijn lezing op vrijdagmorgen heeft als titel: The Freedom and Influence of the Pastor.

Een paar dagen geleden kwamen de theologiedocenten van de universiteiten aan de Westkust van de VS bijeen onder het passende motto ‘Conversations among Colleagues’. Dit zou je ook het sub-motto van ons congres kunnen noemen, want dit bepaalt de sfeer en het belang van onze bijeenkomst. Onze bijeenkomst moet een veilige omgeving zijn, waar open gesprekken mogelijk zijn zonder dat men bang hoeft te zijn dat wat men zegt, al dan niet selectief en zonder context, morgen op de een of andere kritische website staat.

Het werk van een adventistisch theoloog ligt gewoonlijk onder diverse vergrootglazen. Collega’s geven krtitisch commentaar en geven aan in hoeverre ze het eens of oneens zijn met wat een theoloog zegt of schrijft. Dat is prima. De dialoog tussen theologen scherpt de inzichten, inspireert tot verdere verdieping of corrigeert. Deze interactie tussen theologen maakt ook duidelijk dat sommige dingen (nog) niet geheel duidelijk zijn of dat verschillende invalshoeken mogelijk zijn.

Maar het werk van de theologen ligt ook onder het vergrootglas van de kerkelijke leiding. Natuurlijk willen kerkelijke leiders op de hoogte blijven van de theologische ontwikkelingen binnen de kerk. Het is belangrijk dat de leiders zelf ook een theologische vorming hebben, want een kerk leiden is heel wat anders dan een verzekeringsmaatschappij managen. De leiders hebben de verantwoordelijkheid om zo nodig bepaaalde ontwikkelingen te stimuleren, af te remmen of te corrigeren. Maar de leiders moeten daarbij wel steeds beseffen dat de vaktheologen een belangrijke rol spelen in het steeds weer doordenken van wat wij geloven, van wat wij aan anderen willen doorgeven en van hoe wat wij geloven onze kerkelijke praktijk en het leven van de individuele gelovige bepaalt. Om hun werk goed te doen hebben de theologen het vertrouwen van de kerkleiders nodig en ook de ruimte om nieuwe vragen te stellen en oude antwoorden tegen het licht te houden. Op dit punt zou nog wel wat verbetering wenselijk zijn.

Het werk van theologen ligt in zekere zin ook onder het vergrootglas van de leden van de kerk in het algemeen. Maar vaak geven zij dat vergrootglas in handen van mensen die zich vooral aan de marge van de kerk bevinden en de ‘officiële’ theologen met grote achterdocht volgen. Helaas zijn er nogal wat speurhonden die constant op zoek zijn naar wat zij beschouwen als ‘ketterijen’ en naar alles wat maar enigszins afwijkt van wat zij zien als de ware Adventleer. Een aanzienlijk aantal websites, een vloed aan dvd’s  en een oneindige reeks publicaties waarschuwen de leden van de kerk om op hun hoede te zijn. Erg veel geestelijke inspiratie kan ik meestal niet in deze websites, dvd’s en publicaties ontdekken.

De theologen in onze onderwijsinstellingen moeten maar gewoon hun werk blijven doen en niet te veel van hun tijd en energie besteden aan het reageren op de critici aan de rand van de kerk. Er wordt immers toch maar zelden met een welwillend oor geluisterd. Hooguit kunnen de kritische activiteiten aan de extreme rechterzijde van het theologisch spectrum de vaktheologen ertoe inspireren om, nog meer dan zij al doen, hun werk toegankelijk te maken voor de kerkleden idie niet theologisch geschoold zijn

Hoe dan ook: in elk geval moet het theologisch gezelschap dat de komende dagen in Collonges bijeen is kunnen genieten van ‘conversations among colleagues’ in een veilige omgeving.