De beste

 

Usain Bolt is onbetwist de beste op de 100 meter hardlopen. Een paar dagen geleden verbeterde hij tijdens de Wereldkampioenschappen Atletiek zijn eigen wereldrecord en werd een onwaarschijnlijk snelle tijd van 9.58 seconden voor hem genoteerd. En misschien komen er de komende dagen nog een paar records voor hem bij. . . .

 

Als je aan topsport doet wil je graag de beste zijn. Maar ook op andere gebieden worden mensen vaak gedreven door een ongetemd verlangen om de beste te zijn. Een aankomend student van de Nijenrode Universiteit zei deze week tijdens een kort tv-interview dat hij ‘in alles de beste’ wil worden. Ik kan hem voorspellen dat dit niet gaat lukken. Je kunt misschien in een paar dingen de beste worden—zoals dat de Jamaicaanse sprinter lukte—maar er zullen tegelijkertijd heel veel terreinen zijn waar je ver achterblijft bij anderen.

 

Voor de meesten van ons geldt zelfs dat we in niets ‘de beste’ zullen worden, hoe ambitieus we ook zijn. Naarmate de jaartjes verstrijken wordt mij dat steeds duidelijker. Dat geldt in alle opzichten. Ik doe mijn uiterste best een goede echtgenoot en een goede vader te zijn. Maar de beste echtgenoot en vader zal ik wel nooit worden! Ik doe echt mijn best een goed mens te zijn, maar ik besef dat ik mijlenver achterblijf bij allerlei nobele mensen van nu en vroeger. Ik ben geen Ghandi of Mandela. Ik ben zeker niet de beste klusjesman, ook al ben ik misschien niet helemaal zo onhandig als ik soms voorgeef te zijn. Ik ben een redelijk goede chauffeur, denk ik, maar zo af en toe valt er nog wel wat aan mijn rijstijl te verbeteren. Ik weet aardig wat, maar als we naar ‘twee voor twaalf’ zitten te kijken, of naar ‘University Challenge’, blijkt mijn vrouw van ons tweeen verreweg de beste te zijn als het op algemene ontwikkeling aankomt.

 

Ik heb altijd geprobeerd een goed predikant en een goed kerkbestuurder te zijn. Maar de beste? Ik weet wel beter. Ik kan heel wat collega’s aanwijzen bij wie ik in de leer zou kunnen gaan. En dat zeg ik niet uit valse bescheidenheid, want ik ben ook zo vrij te denken dat ik sommige anderen nog wel wat zou kunnen leren. Ik ben niet de slechtste  ‘preker’ in adventistisch Nederland (schat ik), maar de beste? Nee, dan denk ik eerder aan enkele andere collega’s naar wie ik graag luister. Ik ben van de Nederlandse Adventpredikers waarschijnlijk wel degene van wie het meeste schrijfwerk in druk verschenen is, maar dat maakt je nog niet tot de beste auteur binnen ons Nederlandse kerkelijke wereldje. Helaas hebben een aantal potentiële schrijvers nog te veel hun talent onder de korenmaat verscholen.

 

Zelfs al zou je een tijdje de beste ergens in zijn, dan wil dat overigens nog niet zeggen dat dit altijd zo blijft. Misschien is er binnenkort iemand die de 100 meter in 9.57 seconden kan afleggen. ‘Het Beste’ uit Readers’ Digest had ooit, ook in ons land, kolossale oplagecijfers. Maar ik vrees dat het moment niet meer ver weg is dat we de vaste kolommen ‘Lachen is Gezond’ en ‘Humor in Uniform’ tevergeefs zullen zoeken in het boekje met het vertrouwde formaat in de wachtkamer van onze tandarts. Want de moedermaatschappij van Readers’ Digest in de VS staat op het punt failliet te gaan.

 

Het blijft voldoening geven als je het gevoel hebt dat je ergens redelijk goed in bent. Maar je hoeft niet de beste te zijn om als een tevreden en gelukkig mens door het leven te gaan. Als je daar rond je zestigste niet achter bent gekomen wordt het tijd om in therapie te gaan. De beste zijn is niet zo belangrijk, zolang je maar je best blijft doen. Of niet soms? En is daarmee in wezen ook niet de kern van het christen-zijn samengevat?