Studie van het bijbelboek Daniel

Tijdens het eerste kwartaal van dit jaar bestudeert de Adventkerk wereldwijd opnieuw het bijbelboek Daniel. In de afgelopen jaren hebben we een aantal malen themaboekjes voor de Sabbatschool gehad die over de profetieën gingen, en dan met name over de zgn. apocalyptische Bijbelgedeelten. Daarbij kregen we de traditionele adventistische interpretaties voorgeschoteld en de uitleg volgde steevast de historicistische benadering, d.w.z. dat de vervulling van deze profetieën werd gevonden in de loop van de geschiedenis. Een belangrijk onderdeel daarvan is de verschijning van afvallige religieuze systemen die in de eindtijd voor steeds meer problemen zullen gaan zorgen voor de relatief kleine groep die trouw blijft aan God en zijn Woord. Die aanpak vinden we ook in het themaboekje van het kwartaal dat net begonnen is.

Je zou de vraag kunnen stellen waarom het nodig is om steeds weer een vol kwartaal bij dit soort thema’s stil te staan. Komt dat omdat de bedenkers van het studiemateriaal voor de wekelijkse Bijbelstudie bang zijn dat deze onderwerpen geleidelijk aan bij veel kerkleden wat op de achtergrond zijn geraakt? Dat zou inderdaad wel eens het geval kunnen zijn. Ik vermoed dat er een aantal redenen voor zijn.

Helaas is de aandacht voor Bijbellezen en Bijbelstudie onder zevendedags adventisten niet meer wat het ooit was. En er is waarschijnlijk ook wel een zekere vermoeidheid opgetreden als gevolg van het feit dat de behandeling van de inhoud van Daniel en van de Openbaring nauwelijks nieuwe gezichtspunten oplevert. Maar het belangrijkste is, volgens mij, het feit dat allerlei traditionele standpunten velen niet meer zo overtuigend in de oren klinken. Dat geldt zeker ook voor het boek Daniel. Veel kerkleden hebben inmiddels wel begrepen dat er ook andere benaderingen van dit Bijbelboek mogelijk zijn. Volgens de overgrote meerderheid van de bijbelexegeten in onze tijd werd het boek Daniel in de tweede eeuw voor Christus geschreven of samengesteld en niet in de zesde eeuw voor Christus. Het boek ademt de tijd dat Israël belaagd werd door de Seleuciden (een van de machten die voortkwam uit het Griekse wereldrijk). De geleerden zijn vrij algemeen van mening dat koning Antiochus Epiphanes de grote boosdoener was (de ‘kleine hoorn’). Hij liet de tempel op een gruwelijke manier ontwijden!

Ook in het nieuwe themaboekje wordt op dit probleem niet ingegaan. Trouwens ook over andere dingen waarover veel vragen bestaan wordt gezwegen. Ik noem het jaar-dag-principe als voorbeeld. Het themaboekje stelt het voor alsof het een vaststaand feit is dat in apocalyptische tijdrekeningen een dag een jaar voorstelt. Het is belangrijk om hieraan niet te tornen als we via Daniel 8 en 9 bij het jaar 1844 willen uitkomen. Maar de basis voor deze theorie is uitermate zwak. Dat denken ook steeds meer adventistische theologen die aan onze colleges en universiteiten lesgeven. Maar zij krijgen niet de ruimte om openlijk toe te geven dat we hier een flink probleem hebben.

Toen het zevendelige Adventistische bijbelcommentaar, nu al zo’n zestig jaar geleden, werd geproduceerd, worstelden de schrijvers en redacteuren met een aantal lastige vraagstukken, waaronder de kwestie van het dag-jaar principe. Raymond Cottrell, een van de belangrijkste personen achter dit omvangrijke project, gaf later toe dat er een aantal zaken waren die niet langer verdedigd konden worden (waaronder het dag-jaar-principe), maar die zozeer deel geworden waren van de adventistische traditie dat het pastoraal niet verwantwoord werd geacht daaraan te sleutelen! Tja.

Ik heb geen antwoord op alle problemen die naar aanleiding van een studie van het boek Daniel opdoemen. Maar ik ben ervan overtuigd dat het goeddeels verzwijgen van deze problemen de kerk geen dienst bewijst. Het wordt tijd om op een verantwoorde, open manier uit te leggen waar de knelpunten liggen. En ook als bepaalde heilige huisjes sneuvelen kunnen we nog steeds veel inspiratie putten uit het boek Daniel.