Afscheid van het fundamentalisme – 2.0

Tijdens het academisch jaar 1965/1966 studeerde ik aan Andrews University in Berrien Springs in de Amerikaanse staat Michigan, met het doel een masters graad in theologie te behalen. Dat lukte en na een goed jaar kreeg ik mij MA-diploma met de vermelding cum laude. Ik kijk altijd nog met een heel positieve blik terug op die periode. Het was hard werken, vooral ook om alles financieel rond te krijgen. Dat laatste hing voor een groot deel af van mijn vrouw die een baantje had gevonden in de boekbinderij van de universiteit.

De studie tijdens dat jaar was heel belangrijk voor mijn theologische vorming. Je zou kunnen zeggen dat ik naar Amerika vertrok als een fundamentalist en terugkwam als een liberaal-denkende theoloog-in-wording. Degene die ik in dit kader altijd dankbaar zal blijven is dr. Sakae Kubo, die nu een heel stuk in de negentig is en met wie ik zo af en toe nog mail-contact heb. Door zijn colleges Inleiding tot het Nieuwe Testament kwam ik voor het eerst heel direct in aanraking met allerlei kritische vragen rond het ontstaan van de Bijbel. Toen ik eens op zijn kantoor een gesprek met hem had raadde hij mij aan het boek van James Barr, getiteld Fundamentalism, te lezen. Nog steeds is dit een aanrader voor iedereen die vragen heeft over de inspiratie van de Bijbel. Hoe is de Bijbel ontstaan? Klopt alles wel wat erin staat? Moet je alles letterlijk nemen? Of is er ook een andere manier om met de Schrift om te gaan? Enzovoort. Het lezen van dit boek was voor mij een keerpunt in mijn denken. Het staat nog steeds in mijn bibliotheek en zo af en toe blader ik er nog eens in en denk dan ook terug aan mijn gesprekken met dr. Kubo.

Deze afgelopen week las ik een boek dat ik misschien voortaan zal zien als een vervolg op het boek van James Barr en dat in mijn boekenkast een plaatsje krijgt naast het boek van Barr. Tijdens een Zoom-bijeenkomst van een Amerikaanse sabbatschool werd het boek door iemand geciteerd. Wat ik hoorde wekte mijn aandacht en ik besloot het via Amazon te bestellen. Het boek heet The Human Faces of God, en is geschreven door een zekere Thom Stark (van wie ik overigens nog nooit had gehoord).

Ik moet zeggen dat de inhoud van dit boek stevige kost is, niet zozeer omdat de auteur moeilijke taal gebruikt of ingewikkelde argumenten hanteert, maar omdat hij problemen aansnijdt die de meeste bijbellezers liever vermijden. En dan gaat het niet alleen over tegenstrijdigheden in de bijbelse verslagen, zoals (om maar een voorbeeld te noemen) of het nu David of een zekere Elhanan was die Goliath een kopje kleiner maakte. Nee, dan gaat het vooral over veel indringender zaken, bijv. over de teksten die lijken aan te geven dat ook in Israël, met Gods goedvinden, kinderoffers werden gebracht en dat het monotheïsme maar langzaam de plaats van het polytheïsme innam. Voor mij was het meest confronterende deel het hoofdstuk over de inname van het beloofde land, die de auteur beschrijft als regelrechte genocide.

Heel wat andere onderwerpen komen ook aan de orde, maar uiteindelijk gaat het dan om de cruciale vraag: Kan een boek als de Bijbel, waarop zoveel valt aan te merken, als je er kritisch naar kijkt, nog wel waarde hebben voor ons als christenen in deze tijd? Kan het nog steeds gezaghebbend zijn? Ja, zegt Thom Stark. De Bijbel hoeft niet volmaakt te zijn om grote waarde voor ons te hebben. Hij vergelijkt het met het gezag dat we als ouders hebben over onze kinderen. Dat gezag veronderstelt ook niet dat we nooit fouten maken. De Bijbel blijft voor de schrijver van dit boek een uiterst belangrijke bron voor ons geloofsleven. Hij is ervan overtuigd dat we nog steeds Gods stem kunnen horen in de Bijbel, ook al staan er veel dingen in waarmee we niet goed uit de voeten kunnen.

Op een van de laatste bladzijden van het boek werd ik getroffen door een paar regels die ik extra heb onderstreept. Het zal me geruime tijd stof tot nadenken geven.
God is niet beperkt tot de pagina’s van een boek. God heeft de macht om tot ons te spreken, en kiest er voortdurend voor om tot ons te spreken, maar alleen in de mate waarin we bereid zijn om te luisteren. Luisteren naar God betekent bereid zijn om te luisteren naar de totale Ander – naar de vreemdeling, naar de vijand, naar de ketter, naar de fundamentalist. Als God kan spreken tot Bileam door een ezel, kan God ook spreken tot een Baptist [en een Adventist; RB] door een atheïst. De sleutel is te weten hoe te luisteren naar Gods stem, en dat vergt oefening, en dat vergt gemeenschap (blz. 237)

2 thoughts on “Afscheid van het fundamentalisme – 2.0

  1. Siebe Vink

    Dus Reinder, ik kan die atheïst zijn door wie God tot jou spreekt! Zoveel atheïsten spreek je niet en bovendien ben ik een soort zevendedags-atheïst (ook de andere dagen van de week trouwens), dus bekend met het métier.
    Dus uh…. wel een beetje respect vanaf heden graag, haha!

    Zoals het een (goed) atheïst betaamt geloof ik niet dat er ook maar ergens een goddelijke stem te horen is; de klanken die de ezel laat horen zijn slechts ‘des ezels’, prachtige geluiden en ongetwijfeld van groot belang voor de ezel-gemeenschap zelf, en het is ook vast verstandiger taal dan de onzin die wij mensen plachten uit te kramen, maar een goddelijke boodschap zul je er niet in aantreffen! Conclusie: Span noch de atheïst, noch de ezel voor je geloofswagen! Laat ons (atheïst = ezel) met rust!

    Ondertussen verheugt het mij zeer dat je afscheid genomen hebt van fundamentalisme 2.0! Ongetwijfeld volgen er nog meer versies waar afscheid van genomen gaat worden. Ga zo door!

    1. Angela

      Ooit gelezen: “De ongelovige ziet God nergens, de gelovige ziet Hem overal in.” Bijv. paard, ezel en hond waarschuwen voor gevaar zoals een slang: ze verzetten dan geen stap. Honden worden ingezet bij o.a. PTTS en epilepsie. “Onderzoekt alles en behoudt het goede.” Ds. Bruisnma informeert zich al talloze jaren heel breed op tal van terreinen. Dat blijkt wel uit zijn blogs. Als hij op grond van talloze bronnen die hij raadpleegt zijn conclusies trekt en daarbij door hemzelf en anderen eerder ingenomen posities wijzigt of verwerpt, dan houdt hij in ieder geval voor ogen wat Jezus ons nog steeds leert: geen méns te verwerpen, of deze nu moeilijk is, onvriendelijk, aanvallend of atheïst.

Comments are closed.