Heeft Ellen White het laatste woord?

Het is een traditie geworden om tijdens een Generale Conferentie van de Adventkerk de afgevaardigden te vragen in te stemmen met een verklaring over het vertrouwen van de kerk in Ellen G. White. Het is de bedoeling dat dit ook in mei a.s. gebeurt, wanneer de wereldkerk haar (uitgestelde) wereldcongres in Indianapolis houdt (mogelijk, in ieder geval gedeeltelijk, virtueel). Men kan zich afvragen waarom dit vijfjaarlijkse ritueel, van het formeel benadrukken van het blijvende vertrouwen van de kerk in de persoon en het werk van Ellen White, nodig is. Is dit een teken dat kerkleiders zich zorgen maken dat het vertrouwen in de rol van Ellen White geleidelijk erodeert, en dat er zorgen zijn over de wereldwijde verspreiding van, en de interesse in, haar uitgebreide oeuvre?

Er zijn een paar regels in dit nieuwe Statement of Confidence in the Writings of Ellen G. White die mij erg storen en die in feite een paar ernstige interne tegenstrijdigheden lijken te bevatten: Wij geloven dat de geschriften van Ellen G. White geïnspireerd zijn door de Heilige Geest en gefocust zijn op Christus en de Bijbel. In plaats van de Bijbel te vervangen, benadrukken zij het normatieve karakter van de Schrift en corrigeren zij onjuiste interpretaties die aan de Schrift worden opgelegd en die berusten op traditie, cultuur, louter menselijke wijsheid en persoonlijke ervaring. Ze helpen ons ook om de menselijke neiging te overwinnen om uit de Bijbel te aanvaarden waarmee me instemmen en te verdraaien of te negeren wat we niet prettig vinden.

De gedachte dat de artikelen en boeken van Ellen G. White geïnspireerd zijn heeft door de jaren heen tot veel discussie geleid, omdat er nog veel vragen zijn over hoe haar “inspiratie” zou moeten worden gedefinieerd. Recent onderzoek heeft aangetoond dat de ontstaansgeschiedenis van veel van wat mevrouw White schreef niet zo recht-toe-recht-aan is als de meeste lezers lang hebben aangenomen. Laten we deze kwestie echter voorlopig maar overslaan. Het is goed om in deze verklaring te lezen dat de geschriften van mevrouw White de Bijbel niet vervangen en het normatieve karakter van de Heilige Schrift benadrukken. Wat volgt lijkt echter in tegenspraak met deze “normatieve” status van de Bijbel. Want, zo wordt ons verteld, de geschriften van Ellen White “corrigeren onjuiste interpretaties.” Ik kan dit maar op één manier lezen: de “norm” voor het interpreteren van de Bijbel is te vinden in wat Ellen White heeft geschreven. Dit verheft in feite het gezag van Ellen White tot een niveau dat zelfs dat van de bijbelse profeten overtreft. Is dit echt wat ik als zevendedags adventist moet geloven?

Niet alleen is deze opvatting op zijn minst zeer twijfelachtig, maar wat gezegd wordt roept ook enkele andere belangrijke vragen op. Een daarvan is hoe we bepalen wat Ellen eigenlijk dacht en zei over tal van zaken. Zelf heeft ze herhaaldelijk gezegd dat men niet mag verwachten dat ze een kant-en-klaar antwoord heeft op de dogmatische onderwerpen waar de andere leiders mee worstelen. Over verschillende kwesties veranderde ze van gedachten met het verstrijken van de tijd. Haar denken ontwikkelde zich en rijpte naarmate ze ouder werd. Bovendien leefde zij niet in een tijdloos vacuüm, maar maakte ze deel uit van de 19e eeuwse Amerikaanse cultuur en droeg ze veel, o.a. methodistische, bagage met zich mee. Wie zal dus bepalen wat de “juiste interpretaties” van Ellen White zijn en hoe deze in de huidige context moeten worden toegepast? Is dit de taak van de theologen van de kerk of van de bestuurders van de kerk? Ik vrees dat de bestuurders van de kerk (vaak geen theologische experts) zich in toenemende mate zien als de beschermers van de gezonde leer, en dat zij soms tegen de meerderheidsopvattingen van de prominente theologen van de kerk ingaan.

Wij kunnen slechts hopen dat deze verklaring niet wordt aangenomen tijdens het komende wereldcongres van de kerk. Het zou waarschijnlijk te veel gevraagd zijn om te hopen dat het document zonder meer wordt afgewezen. Maar misschien kan het op zijn minst worden doorverwezen naar een commissie voor verdere studie! (Ook dat is een eerbiedwaardige adventistische traditie!)