In Memoriam: Robin Vandermolen

Iets meer dan vijf jaar geleden ontving ik een berichtje op Messenger van een zekere Robin Vandermolen. Ik had geen idee wie deze persoon kon zijn, maar gezien zijn naam nam ik aan dat hij een Nederlander moest zijn. Het bericht was echter in het Engels en het was duidelijk geen landgenoot die het schreef. De schrijver verklaarde dat hij voor zijn huis in Hawai zat en voor de tweede keer een boek aan het lezen was dat ik had geschreven en dat een paar maanden eerder was gepubliceerd. Het was getiteld: FACING DOUBT-A BOOK FOR ADVENTIST BELIEVERS ‘ON THE MARGINS.’ (Ned. Editie: GAAN OF BLIJVEN?) Hij was tot de conclusie gekomen dat hij graag met de schrijver zou willen praten en had op de een of andere manier ontdekt hoe hij met mij in contact kon komen. Hij gaf aan dat hij over enkele weken in een van zijn andere huizen zou zijn, namelijk in Eze aan de Franse Rivièra, niet ver van Lyon. Hij nodigde mij en mijn vrouw uit om een week of langer bij hem te logeren. Boek een goedkoop ticket naar Lyon, schreef hij, en hij zou alle andere kosten op zich nemen.

Het was verleidelijk. Je krijgt niet vaak een uitnodiging voor een vakantie aan de Rivièra, in een mooie villa, met uitzicht op de Middellandse Zee. Maar we vroegen ons af: wie was die Robin VanderMolen? Zou het wel verstandig zijn om op zijn uitnodiging in te gaan? Zou er mogelijk ergens een addertje onder het gras zitten? Ik heb toen wat gegoogeld en wat extra onderzoek gedaan. Toen ik zijn naam zag staan als vaste donateur van Spectrum, besloot ik navraag te doen bij enkele Spectrum-mensen die ik kende. Zij verzekerden mij: Robin is OK. Hij heeft graag gezelschap. Een aantal van hen vertelden ons dat ze wel eens bij hem te gast waren geweest en ze moedigden ons aan om zijn gastvrijheid te aanvaarden en een vlucht naar Lyon te boeken. En dat deden we.

Het werd een unieke week. Het was vermoeiend, want onze gastheer had een lange lijst van dingen die hij ons wilde laten doen – bezoeken aan een aantal uitgelezen musea en verschillende culturele evenementen. Hij zei ons dat we beter twee weken hadden kunnen komen in plaats van slechts één week; dat zou ons programma veel lichter hebben gemaakt! Maar, naast het toeristische programma, werd er ook veel gepraat. Over mijn boek, in het bijzonder over het onderwerp “twijfel” en over wat je moet doen als je het gevoel hebt dat je “in de marge” van de Adventkerk bent beland.

Voordat we de definitieve afspraak hadden gemaakt voor onze reis naar Lyon, had Robin ons geschreven dat hij homo was en samenwoonde met zijn partner Stephen. Zo’n vijftien of twintig jaar geleden hadden we daar misschien moeite mee gehad, maar geleidelijk aan waren onze opvattingen over seksuele geaardheid sterk veranderd. Wij gaven dus aan dat dit voor ons geen punt van discussie was. Ook niet het feit dat Stephen op dat moment in een tamelijk vergevorderde staat van Alzheimer verkeerde.

Tijdens onze week samen vertelde Robin ons zijn levensverhaal. We spraken uitvoerig over homoseksualiteit, in het bijzonder over het gebrek aan acceptatie van homoseksuelen in de Adventkerl, en hoe pijnlijk hij dit persoonlijk had ervaren. Hij vertelde dat hij op zondag vaak naar een kerk ging waar homo’s wel welkom waren.

Natuurlijk ben ik mij bewust van de bijbelse argumenten van veel van mijn geloofsgenoten (en veel andere christenen) die homoseksualiteit lijken te veroordelen – of op zijn minst het praktiseren ervan. Ik gebruik het woord “lijken” met opzet, omdat een zorgvuldige blik op de zogenaamde “clobber-teksten” ons vertelt dat die teksten over homoseksualiteit niet precies zeggen wat velen vaak hebben gedacht. In ieder geval was het horen van Robins verhaal en het zien van zijn liefdevolle zorg voor zijn Alzheimer-partner zeer indrukwekkend. Het versterkte mijn conclusie dat, welke theologische vragen er ook wellicht blijven bestaan, ik alleen maar bewondering kan hebben voor het soort toewijding dat ik in Eze in actie zag.

Sinds ons bezoek in Eze hebben we Robin nog één keer persoonlijk ontmoet. Dat was toen hij en Stephen en Aafje en ik gelijktijdig in Zuid-Californië waren en we elkaar konden ontmoeten voor een uitgebreid ontbijt in Pasadena. Hij bleef er voortdurend op aandringen dat wij hem in Hawaii zouden komen bezoeken. Hij was graag bereid ons de nodige tickets te sturen. Maar dat is er dus niet meer van gekomen.

Nog geen twee weken geleden stuurde Robin me een verjaardagskaart en ook een bericht via Messenger dat Stephen’s situatie zodanig verslechterd was dat opname in een speciaal verzorgingstehuis nu onvermijdelijk was. En minder dan een week geleden ontvingen we een kort maar ontroerend e-mailbericht. Robin’s eigen gezondheidstoestand was plotseling dramatisch verslechterd, en hij had zichzelf in een hospice laten opnemen. Hij vroeg ons voor hem te bidden, en de Heer te vragen dat zijn einde snel en pijnloos zou zijn. Een paar dagen later bereikte ons het nieuws dat God die laatste wens had vervuld.

Wij zullen ons Robin herinneren als de unieke persoon die hij was – met zijn geloof en met zijn twijfels, en met de persoonlijke worstelingen die hij doormaakte. We hebben hem leren kennen als een warm mens, die liefde en gastvrijheid beoefende op een manier die je zelden tegenkomt. Ik betreur het dat de deur van zijn kerk niet altijd wijd genoeg was om zich echt welkom te kunnen voelen. Maar ik ben er zeker van dat de deur van het koninkrijk wijd open zal zwaaien voor Robin!