De “Happiness Index”

Voor de tiende keer heeft een internationale groep van specialisten een massa gegevens geanalyseerd en op basis daarvan een “world happiness index” samengesteld. Het onlangs verschenen rapport wijst de Finnen aan als de gelukkigste mensen op onze aardbol. Op de tweede, derde en vierde plaats van gelukkigste landen staan Denemarken, Zwitserland en IJsland. Nederland komt daarna op de vijfde plaats.

Ik schrijf deze blog aan de keukentafel van mijn zoon in Zweden–het land dat op de zevende plaats van deze geluks-index staat. Canada komt tot mijn verrassing niet hoger dan de veertiende plek. Het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, België en Frankrijk staan respectievelijk op de nummers 17, 19, 20, en 21. Helemaal onder aan de lijst staat Afghanistan als het minst gelukkige land in de wereld. Rusland komt op de lijst niet hoger dan plaats nr. 74. (Wel moet worden vermeld dat de gegevens werden verzameld voordat Rusland Oekraïne binnenviel.)

De samenstellers keken o.a. naar de gemiddelde leeftijdsverwachting, het peil van de gezondheidzorg, het gemiddelde inkomen van de burgers, hun gevoel van veiligheid, en verder naar een reeks van gegevens die uit het gebruik van de sociale media wordt gedistilleerd. In elk land werd een representatieve groep van enkele duizenden personen ondervraagd. De uitkomst geeft dus in belangrijke mate weer wat de burgers van elk land van hun eigen geluk (of het ontbreken daarvan) vinden.

Dit project laat bij mij heel wat vragen achter. Zijn de Zweden echt een stukje minder gelukkig dan de Hollanders? En zijn onze Belgische buren echt zoveel slechter af dan de Nederlanders? Zijn misschien de mensen in bepaalde landen minder optimistisch gestemd dan in andere, naburige landen? Ik heb in de Coronatijd regelmatig enquêtes ingevuld van het RIVM—de organisatie die alle gegevens van de pandemie bijhield. Een rits vragen gingen ook steeds weer over hoe ik mij voelde. Was ik minder gelukkig dan vóór de pandemie? Voelde ik mij vaak eenzaam, bezorgd, of zelf angstig? Welk rapportcijfer geef ik mijzelf als het op mijn levensgeluk aankomt? Hoe antwoord je op dat soort vragen?

Maar, goed, er zijn dus maar betrekkelijk weinig mensen op aarde die, gemiddeld genomen, gelukkiger zijn dan de Nederlanders. Als je echter naar de praatprogramma’s op de tv kijkt en naar de commentaren van mensen op straat luistert, krijg je niet de indruk dat we zo’n uitermate gelukkig en tevreden volkje zijn. Bij de recente gemeenteraadsverkiezingen nam bijna de helft van de Nederlandse bevolking niet de moeite om naar het stemlokaal te komen. Gevraagd waarom mensen niet gingen stemmen, hoorde je vooral commentaren als: Het maakt helemaal niks uit of je stemt of niet, de politici doen toch wat ze willen. Het zijn zakkenvullers die alleen hun eigen belang in de gaten houden. De politiek is door en door corrupt.

Men beschuldigt de overheid ervan dat een aantal grote problemen in de samenleving niet worden aangepakt. Als je al die meningen hoort, zou je soms denken dat de overgrote meerderheid van de bevolking zo ongeveer op de armoedegrens leeft. Hoe rijm je dat met plaats vijf op de lijst van gelukkigste landen?

Natuurlijk is er een groot verschil tussen collectief geluk en het geluk van de individuele burger. Collectief geluk is een kwestie van statistieken. Ondanks alle geklaag en uitingen van ontevredenheid beseffen de meeste Nederlanders wel dat de samenleving er in hun vaderland veel rooskleuriger voorstaat dan in een heel groot deel van de rest van de wereld. Daarbij mogen we echter niet vergeten dat er voor een flinke groep mensen echt wel wat te klagen valt. Wie van een kleine uitkering of alleen van zijn/haar AOW moet leven heeft het, zeker in deze tijd van torenhoge energierekeningen, vaak heel moeilijk.

De vraag blijft echter: Hoe definieer je geluk? Gezondheid en een redelijke mate van welvaart dragen zeker bij tot ons geluk. Maar er zijn ook heel wat mensen die vinden dat ze best wel gelukkig zijn, ook al zijn ze niet gezond en ook al moeten zij elke euro een paar keer omdraaien voordat ze die uitgeven. Geluk heeft zeker ook te maken met bevredigende relaties met familie, vrienden en andere mensen die deel uitmaken van ons sociale netwerk. Toch zijn niet alle mensen die weinig familie of vrienden hebben ongelukkig. Gelovige mensen zullen als regel zeggen dat hun geloof belangrijk voor ze is en veel bijdraagt tot hun geluk. Er zijn echter ook massa’s ongelovige mensen die zichzelf gelukkig vinden.

Wat is geluk dan? Of je gelukkig bent of niet is een vraag de je uiteindelijke alleen zelf kunt beantwoorden. Bij de meesten van ons zullen aspecten als het ervaren van liefde en van innerlijke vrede, het hebben van waardevolle relaties, het ervaren van tevredenheid en dankbaarheid, een belangrijke rol spelen. Bij velen is diepere zingeving ook van grote –misschien wel van doorslaggevende—betekenis. Met vele anderen vind ik die zingeving met name in het christelijk geloof.

Misschien is het maken van een “happiness index” niet helemaal zonder betekenis. We leven zeker niet in een land waarin alles volmaakt is en de overheid geen steken laat vallen. Maar als we onze samenleving vergelijken met die in de meeste andere landen mogen we onszelf toch wel “gelukkig” prijzen met onze vijfde plaats.