Minaretten etc

 

De Zwitsers hebben zich uitgesproken: Er mogen geen nieuwe minaretten worden gebouwd. Een meerderheid van de inwoners van het land vindt dat een dergelijke maatregel nodig is omdat de minaret een symbool is van de islamisering van hun samenleving en de eigen cultuur daardoor in de klem dreigt te komen. Geert Wilders is duidelijk jaloers op zoveel goed inzicht (naar zijn smaak), maar verkondigt meteen dat wat in Zwitserland kan ook in ons landje moet kunnen! Ik had niet anders verwacht, maar het gedrag van de SGP viel me toch we erg tegen. Die kwam vorige week in de Tweede Kamer met een motie waarin (gelukkig tevergeefs) gepleit werd voor ‘terughoudendheid ten aanzien van opvallende schotelantennes, het laten horen van islamitische gebedsoproepen en het bouwen van grote moskeeën en minaretten.’  Het is vreemd iets dergelijks te horen vanuit een hoek die steeds zoveel begrip vraagt voor door hun eigen religie ingegeven standpunten.

 

Het zijn geen kleine incidenten waarover je je schouders kunt ophalen. Het lijkt onderdeel van een trend: religieuze symbolen mogen geen plek hebben in de openbare ruimte.  Een mens moet zijn  geloofsopvatting privé houden en mag niet openlijk laten zien wat zijn religieuze overtuiging is. En dat leidt niet alleen tot een belachelijk voorstel als het invoeren van een kopvoddentaks in ons landje en een poging in Italië om crucifixen uit scholen te verwijderen.  Het leidt ook tot een maatregel in een Haagse hogeschool om niet langer een kerstboom toe te staan, omdat het een christelijk symbool zou zijn (veel orthodoxe adventisten weten trouwens wel beter!) en een verordening van het Amsterdamse  Gemeente Vervoersbedrijf  dat een Koptische werknemer niet langer een bescheiden kruisteken zichtbaar rond zijn  hals mag dragen.  Je kunt je afvragen wanneer het habijt voor nonnen wordt verboden en christenen niet langer een auto met een het christelijke symbool van een visje in een openbare parkeerplaats mogen zetten!

 

Religieuze intolerantie moet met kracht worden bestreden. De volle vrijheid om je geloof openlijk te belijden, een religie te gaan aanhangen of juist af te zweren, of om van geloofsrichting te veranderen, is een van de meest fundamentele mensenrechten.  De overheid van een beschaafd land dient ervoor te zorgen dat dit recht gewaarborgd is en dat er omstandigheden worden geschapen waarbinnen het recht om je geloof te belijden, zoals je dat zelf wilt, mogelijk is. Zeker, het is geen absoluut recht, zonder grenzen van redelijkheid en fatsoen, maar het behoort wel heel hoog te staan op de ranglijst van de rechten van de mens.

 

Nu is het niet moeilijk verdraagzaam te zijn jegens mensen en standpunten die je sympathiek vindt en om daarvoor ruimte te scheppen. Godsdienstvrijheid wordt gewoonlijk pas een issue als het gaat om mensen en meningen die je “vreemd” of “onwenselijk” vindt, vooral als het niet om een uitzondering gaat maar om flinke groepen mensen die ruimte voor hun opvattingen vragen.  Moslims moeten er voortdurend aan herinnerd worden dat er op dat punt gewoonlijk heel veel mis is als zij ergens een meerderheid vormen. Maar dat geldt ook voor christenen. En zelfs voor adventisten. Er zijn, vooral lokaal, in de wereld plaatsen waar adventisten de dienst uitmaken en dat wordt door de minderheden in hun midden vaak als behoorlijk beklemmend ervaren.

 

Adventisten zouden bij het vechten voor godsdienstvrijheid en tolerantie het voortouw moeten nemen. We waren vroeger op dat terrein actief toen we zelf, veel meer dan nu het geval is, moeizaam voor onze rechten moesten opkomen; toen een vrije sabbat en de mogelijkheid van het weigeren van het dragen van wapens en het recht om op een door-de-weekse dag examen te mogen doen vaak veel strijd kostte. Maar nu heeft de Adventkerk in veel landen haar afdeling voor godsdienstvrijheid opgedoekt en blijven de leiders meestal angstvallig stil als in hun land en daarbuiten de vrijheid van geloof en van het uiten daarvan op de tocht staat. 

 

Gelukkig heeft de aan de kerk gelieerde internationale organisatie ter verdediging van de godsdienstvrijheid (IRLA-International Religious Liberty Association) zich duidelijk uitgesproken tegen de uitkomst van het Zwitserse referendum. Maar, voor zover ik weet, bleef het van de kant van de leiders van de Zwitserse Adventkerk stil. (Het zal toch niet zo zijn, denk je dan, dat veel Zwitserse adventisten ook voor het minarettenverbod hebben gestemd!?)

Ik zou extra trots zijn op mijn kerk in ons land als er zo af en toe vanuit het kerkelijk kantoor een signaal uitging dat Nederlandse adventisten pal willen staan voor vrijheid van godsdienst en alles wat dat impliceert—voor onszelf en voor ieder ander.  Misschien wordt het zo langzaamaan tijd om het departement dat zich daarmee ooit bezighield weer in ere te herstellen. En dan niet alleen om te weeklagen over de Adventkerken die in Servië worden beklad en over de gemeenten in Kazakstan die het leven moeilijk wordt gemaakt, maar om op de bres te staan voor iedereen die zijn geloof niet zo kan beleven als hijzelf/zijzelf verkiest.