Alleen

 

Mijn vrouw en ik waren de afgelopen dagen in een klein plaatsje in de buurt van Parijs. We zijn daar in de loop der jaren heel wat keertjes geweest om een bevriend echtpaar te bezoeken dat we ooit, kort na onze aankomst in Kameroen, leerden kennen. Ze waren Nederlandse expatriates. Hun huis stond voor ons open en ze hadden heel veel Afrikaanse ervaring die ze graag met ons nieuwelingen deelden. We bleven in contact, ook nadat zij in Frankrijk waren gaan wonen en wij naar diverse landen gingen en uiteindelijk weer in het vaderland terechtkwamen.

 

Zo’n twee jaar geleden overleed de man na een lange en moeilijke ziekteperiode. Nu is ze alleen. Toen we vanmorgen wegreden zwaaide ze ons in haar eentje uit.

 

Het waren een paar gezellige dagen, maar de gedachte dat zij nu alleen was hing op de een of andere manier, vaak ook onuitgesproken, in de lucht. In de grote tuin staan de bomen en planten die hij heeft gekozen en geplant. In huis staan overal dingen die aan hem herinneren. In al onze gezamenlijke herinneringen speelt hij een belangrijke rol.

 

Toen hij nog leefde zat hij ’s morgens, ook als wij op bezoek kwamen, meestal als eerste beneden in de kamer. En voordat onze vrouwen verschenen kwam ik gewoonlijk en dan zaten we over van alles en nog wat te praten—soms over politiek, soms over godsdienst, soms over ons werk en over onszelf. Nu kwam ik, vroege vogel als ik ben, als eerste uit bed, opende de luiken en liet de Senseo zijn werk doen. Ik zit daar een uurtje alleen, maar had het gevoel dat hij elk moment kon binnenkomen.

 

Ik moest er steeds aan denken de afgelopen dagen. Dit onbarmhartige drama—dat iemand zijn partner kwijtraakt—voltrekt zich overal om je heen. Ik heb het de afgelopen jaren herhaaldelijk in mijn vrienden- en kennissenkring gezien. Ik heb het ook in mijn eigen familie meegemaakt. Mijn moeder was pas midden-veertig toen mijn vader stierf. Als kind wist ik dat dit erg verdrietig was voor haar, maar ik snap nu veel beter wat dat voor haar moet hebben betekend. Mijn oudste zus was ongeveer even oud toen haar man verongelukte.

 

De realiteit van het leven is dat je niet altijd bij elkaar blijft. Vroeger op later blijf je zelf alleen achter of valt dat lot aan je partner ten deel. Aangezien vrouwen gemiddeld langer leven dan mannen is de kans dus groter dat er meer vrouwen alleen achterblijven dan mannen. Maar het leven is vaak grilliger dan de statistieken aangeven.

 

Al met al biedt deze blog een weinig opwekkende boodschap. Het is nu de bedoeling alle lezers in mineurstemming te brengen. Want het is niet nodig om, als je als 65-plussers nog samen bent en nog redelijk gezond bent, voortdurende met dit pessimistische toekomstbeeld bezig te zijn. Maar er af en toe bij stil te staan is wel een goed idee. Een beetje extra aandacht voor mensen die alleen zijn mag best een behoorlijke prioriteit hebben. En af en toe is het goed om jezelf, als je je partner nog hebt, eraan te herinneren dat je het nooit als vanzelfsprekend mag gaan beschouwen dat je niet bij het grote aantal mensen om je heen hoort die na lang samen te zijn geweest nu alleen verder moeten.