Sea the truth

 

Vanmorgen was ik al vrij vroeg op pad. Ik moest om kwart voor tien in het Tuschinski theater zijn in de Reguliersbreestraat in Amsterdam. Omdat dit betekende dat ik in de morgenspits via de A6 uit de Flevopolder naar de A1 bij Muiden moest zien te komen, leek het wijzer om per openbaar vervoer te gaan. Zo kon ik immers ook de parkeerproblemen in de hoofdstad vermijden.  Tot mijn vreugde kan ik melden dat ik nu de geheimen van de OV-chipkaart volledig heb doorgrond en dus reisde ik vlekkeloos met dit stukje plastic met bus, trein en tram naar mijn bestemming. Ik was er zelfs vroeg genoeg om nog even op het nabijgelegen Rembrandtplein een kop koffie te halen.

 

Wat had ik op een woensdagmorgen te zoeken in de prachtige vermaakstempel in de Reguliersbreestraat? Ik had een uitnodiging gekregen voor de première van een nieuwe documentaire die in opdracht van het wetenschappelijk bureau van de Partij voor de Dieren was gemaakt. Ik was nieuwsgierig genoeg (en ook voldoende gemotiveerd door het onderwerp) om gehoor te geven aan de invitatie—temeer daar ik al lange tijd niet meer in Tuschinski was geweest.

 

De film die ruim een uur (schat ik) duurde boeide van begin tot einde. Het is een bijzonder effectief en overtuigend verhaal over de invloed van de mens op de vaak erbarmelijke toestand van de zeeën en oceanen van onze planeet. Naast prachtige onderwater-opnamen van al het moois dat er nog is, waren er afschuwelijke beelden van de bergen rotzooi die zonder ophouden in de zee worden gekieperd en schokkende informatie over het gif dat via de vissen die wij consumeren uiteindelijk in ons lichaam belandt. Daarnaast een dramatische confrontatie met de wereldwijde overbevissing.  Enzovoort.

 

De film was in zekere zin een echo van wat ik het afgelopen weekend tijdens een kerkelijk evenement in Huis ter Heide hoorde. Veel Nederlandse adventisten waren vier dagen samengekomen om gemotiveerd en getraind te worden in het doorgeven van hun geloof. Het thema van de bijeenkomst was ‘zout’.  Dat had alles te maken met het feit dat Jezus ooit zijn volgelingen de opdracht gaf om,  als ‘zout’,  smaak te geven aan de wereld waarin zij leven.

 

Ds. Rudy Dingjan, de coördinator van het evenement, hield op vrijdagmorgen een verhaal waarin hij benadrukte dat christenen de opdracht hebben om de wereld met hun ‘zout’ te conserveren. Dat betekent, zei hij, dat we ook een specifieke verantwoordelijkheid hebben voor de wereld en alle natuurlijke hulpbronnen.  Hij had het niet speciaal over de zorg voor de zee, maar eigenlijk sloot wat hij zei naadloos aan op de inhoud van de film die ik vanmorgen zag.

 

Nergens in de film viel het woordje ‘God’ of werd er gezinspeeld op een bijzondere taak voor christenen. Dat lag natuurlijk ook niet voor de hand. Maar christenen die altijd het thema van rentmeesterschap hoog in hun vaandel hadden (of dat althans beweerden te hebben) zouden de film moeten zien. Zorg voor de aarde en de zee is namelijk geen exclusieve hobby voor milieuactivisten van allerlei snit. Het hoort in de eerste plaats bij de opdracht die we ooit van God aan het begin van alles hebben gekregen. Adventisten moeten in feite, nu het er in zoveel opzichten met onze wereld zo troosteloos voorstaat, hun leer van het rentmeesterschap uit de mottenballen halen en vanuit hun geloof in de God die de hemel en aarde (en de zee!) schiep een goed voorbeeld geven van goed beheer van onze planeet.  In Tuschinski was vanmorgen de gemiddelde leeftijd van de genodigden hooguit 35. De thematiek spreekt kennelijk vooral jongeren aan. Ook in de Adventkerk zijn er ongetwijfeld veel jongeren die in actie willen komen als hen de uitdaging wat duidelijker dan nu veelal gebeurt wordt voorgehouden.