Atlanta-donderdagmorgen

 

Het is 5.10 uur in de ochtend plaatselijke tijd. Mijn bodyklok liet me al geruime tijd geleden weten dat het tijd is om op te staan, ook al zijn de straten nog verlaten. Als ik vanaf de tiende etage van mijn hotel naar buiten kijk zie ik een imposante skyline, met veel licht, maar nog nergens beweging. Maar ik kan het in bed niet langer uithouden. Het koffiezetapparaat blijkt goed te functioneren en het internet eveneens. De dag kan dus beginnen.

 

Eigenlijk begon de Atlanta-ervaring gistermorgen al op Schiphol. Bij het inchecken voor onze United Airlines vlucht, via Washington DC naar Atlanta, bleek al dat er meer Nederlanders naar de Generale Conferentie gaan dan ooit tevoren. Een drietal gemeenteleden uit respectievelijk Almere en Huis ter Heide namen dezelfde vlucht. De Almeerders zeiden dat tenminste enkele tientallen leden van hun gemeente in Atlanta kunnen worden verwacht. Andere geruchten wijzen er ook op dat veel Nederlandse adventisten dit geestelijke avontuur willen meemaken.  Onze voorzitter, ds. Wim Altink, liet me via een mailtje weten dat de Nederlandse afgevaardigden inmiddels ook in Atlanta zijn gearriveerd. Ik zien hun hotel enkele blokken verder boven de omgeving uittorenen.

 

Of er nog andere Atlanta-gangers in onze Boeing 777 zaten voor de oversteek naar de VS kan ik niet met zekerheid zeggen, maar ik had wel dat vermoeden—mensen die vanuit Afrika of Azië kwamen, met Schiphol als overstap plaats. In elk geval was er een groepje Angolese afgevaardigden op de verbindende vlucht naar Atlanta. Overigens: hulde aan degenen die op het idee zijn gekomen een Economy-Plus klasse te creëren met aanzienlijk meer beenruimte. Zelden had ik het gevoel dat 72 euro zo goed waren besteed.

 

Vanmiddag om 2 uur gaat het wereldcongres officieel van start. Een van de spannende vragen is natuurlijk: Zullen we het vanmiddag al weten? Zal Jan Paulsen, de voorzitter van de wereldkerk van de zevende-dags adventisten, vandaag bekend maken dat hij geen nieuwe ambtstermijn ambieert. Ik hoop het. Niet dat ik hem geen prima leider vind, maar hij is tenslotte 75 jaar. En ik gun hem nu een nieuwe fase in zijn leven zonder continue reizen en vergaderen en al de zorgen die bij het hoogste ambt in de kerk horen. Maar Paulsen houdt de spanning erin. Zelfs zijn vrienden en naaste collega’s weten het niet zeker. En hier en daar wordt het vermoeden geuit dat hij het misschien gewoon aan het benoemingsproces over zal laten of men hem wil vervangen of niet.

 

Ik zal niet in de zaal zitten als afgevaardigde, maar ergens in de catacomben, waar de kleedkamers voor de sportlui die gewoonlijk de ‘Dome’ als hun thuis hebben, zijn omgebouwd tot provisorische kantoorruimte voor het secretariaat van het congres. Maar ik neem aan dat er overal monitoren zullen zijn om de belangrijke momenten niet te missen.

 

Tussen de bedrijven door zal ik proberen mijn Kameroenese broeders even op te zoeken in het vak van de Afrikaanse afgevaardigden. Mijn vrouw en ik zijn nog niet vergeten dat we van 1984 tot 1986 in Kameroen woonden en dat het nationale voetbalelftal, ‘les Lions Indomptables’, zo ongeveer het belangrijkste instituut van de natie is. Ik gun het ze vanavond om ten minste een gelijkspel tegen Nederland te behalen.