Atlanta – dinsdagavond

 

Wij zijn over de helft.  Nog vier dagen en de Generale Conferentie van 2010 is ten einde.  Vandaag waren de ‘business sessions’ weer voor het grootste deel gewijd aan wijzigingen van het Kerkelijk Handboek en aan een aantal wijzigingsvoorstellen ten aanzien van de statuten van de kerk. Voor een groot deel van de afgevaardigden is dat tamelijk taaie kost. Maar er zijn natuurlijk ook altijd mensen voor wie dit soort dingen een voorsmaak vormen van de hemel.

 

Zoals steeds werd er vandaag ook weer met veel spanning uitgezien naar de rapporten van het benoemingscomité—aan het einde van de morgen en aan het einde van de middag. Vandaag betrof dat vooral de leiders van de departementen. In de meeste gevallen werden de ‘directors’ van de kerkelijke afdelingen in hun functies gecontinueerd. Maar een verrassing (althans voor mij) was het feit dat de man van het departement van communicatie (Ray Dabrowski) niet werd herkozen. Ik ben daar wat beduusd van—niet alleen omdat ik hem altijd heb gezien als een echte professional op zijn terrein, maar ook als een vriend met wie ik bij veel gelegenheden samen ben opgetrokken. Het systeem kan echter meedogenloos hard zijn. Je wordt voor vijf jaar gekozen en dan kan je zomaar aan de kant staan.

 

De Nederlandse delegatie—en met name ds. Jurrien den Hollander—is zeer actief, vooral bij de bespreking van de rapporten van het benoemingscomité. Nadrukkelijk wordt steeds aandacht gevraagd voor de feit dat er nauwelijks vrouwen in leidende posities worden benoemd. Bij sommigen bestaat zo langzamerhand ergernis over deze herhaalde interventies. Bij vele anderen is er juist waardering en bewondering. Op de website van Spectrum is prominent een foto van Den Hollander afgedrukt, terwijl ds. Jeroen Tuinstra prijkt op een bulletin van ANN (Adventist News Network). Beiden zijn meteen herkenbaar aan hun oranje stropdas! De symboliek daarvan zal de meeste congresgangers wel ontgaan.

 

Mijn dag werd ook vandaag weer onderbroken door een televisieopname van Hope Channel. Voor de derde maal nam ik deel aan een paneldiscussie over onderwerpen die tijdens dit wereldcongres in de belangstelling staan. Vandaag ging het over de rol van het Kerkelijk Handboek in het leven van de kerk. Helaas kan ik de uitzending niet zien in het hotel waar mijn vrouw en ik logeren, maar in de loop van de dag word ik herhaaldelijk aangesproken met de woorden: ‘Ik zag je gisteravond op tv.’ Kennelijk is het programma in een aantal andere hotels wel op de kabel. Ik doe a.s. donderdag nog een laatste keer aan een panel mee. Dan gaat het over de problematiek van schepping versus evolutie.

 

Mijn vrouw en ik voelen ons vereerd dat we morgenavond uitgenodigd zijn voor een speciaal afscheidsdiner in een nabijgelegen hotel ter ere van de voormalige voorzitter van de kerk, dr. Jan Paulsen, en de dag daarna voor een diner ter ere van de voormalige secretaris, ds. Matthew Bediako. Het is een voorrecht om tot de genodigden te horen, maar bovendien is het een prettig alternatief voor het nogal eenzijdige menu dat we bij de massale spijziging voor de congresgangers krijgen voorgeschoteld.

 

Voordat ik aanstonds aanstalten maak om naar bed te gaan, zal ik nog even kijken naar de websites van een paar Nederlandse kranten om op de hoogte te blijven van de voortgang van de kabinetsformatie en de rest van het vaderlandse nieuws. Ik prijs de techniek die dat mogelijk maakt.