Cognitieve dissonantie

 

Toen de wereld in 1914 niet ten einde kwam haakten heel wat Jehovah’s Getuigen af. Zij hadden jarenlang gepredikt dat Jezus in dat jaar zou terugkomen, maar het gebeurde niet. Het was even een domper op de snelle groei van deze wereldwijde beweging, maar het betekende niet dat het nu met deze niet al te populaire stroming gedaan was. Integendeel. De getuigen wisten een ‘oplossing’ te bedenken voor hun grote teleurstelling en ontwikkelden rap een theorie om te verklaren wat er aan de hand was. Christus was wel degelijk gekomen, maar hij kwam op een ‘geestelijke’ manier. Hij is er wel, maar je kunt hem met het gewone oog nog niet zien!

 

Dit verschijnsel heeft zich talloze malen voorgedaan: Een groep gelovigen doet een voorspelling. Het komt niet uit, maar de groep gaat daar niet aan ten onder. Hij komt, merkwaardig genoeg, juist sterker uit die ervaring en verkondigt vervolgens zijn boodschap met nieuw elan en nog meer energie. In  1956 verscheen een studie van een zekere Leon Festinger en enkele andere godsdienstsociologen. Zij beschreven een sekte die in 1954 veel aanhangers wist te verwerven met de voorspelling dat de aarde nog in dat jaar door een enorme watervloed zou worden vernietigd, maar dat zij door buitenaardse wezen zouden worden opgehaald en zo aan de dood zouden ontsnappen. Toen de ramp uitbleef gingen de leden van de groep nog geruime tijd verder. Zij pasten hun theorie aan de feiten aan en met hernieuwde energie predikten zij nog jarenlang hun boodschap. Festinger c.s. noemen dit verschijnsel: cognitieve dissonantie en onder die naam is het in vakkringen bekend gebleven. Je verstand zegt: Houd ermee op, want het klopt niet. Maar je hebt al zoveel energie in je boodschap geïnvesteerd dat je die niet wilt opgeven, maar de kracht vindt om, zelfs tegen beter weten in, verder te gaan.

 

De laatste paar maanden bekruipt mij wel eens het gevoel dat zevende-dags adventisten op dit momenteel bezig zijn iets soortgelijks te beleven, of in elk geval iets dat er wel een beetje op lijkt. Al meer dan een eeuw is een van de aspecten van de adventistische eindtijdsbeleving de verwachting dat er een soort herhaling van het Pinkstergebeuren zal komen. De Geest zal met ongekende kracht vaardig worden over de kerk en dat zal een impuls geven aan de evangelieverkondiging zodat de taak die Christus zijn kerk heeft gegeven kan worden afgerond en de Heer kan komen. Nu, anno 2010, is het echter nog steeds niet gebeurd. En wat zien we nu? Wordt de profetie van Joēl nu verder in de kast gezet? Nee, zoals op gezette tijden in de geschiedenis van de kerk is gebeurd, vinden velen de kracht om die gedachte weer nieuw leven in te blazen. Maar het accent verschuift wel. Het komt steeds meer te liggen op de idee dat de profetie nog niet in vervulling is gegaan omdat de kerk van haar principes is afgeweken, te laks is en te wereldgelijkvormig is geworden. Daarom is een ‘revival, een opwekking, nodig en een verregaande reformatie. Daarvan moet de kerk doordongen worden.

 

Ja, zou je zeggen, wat mankeert aan die visie? Natuurlijk heeft de kerk een opwekking nodig. Dat is constant het geval. En, het is zoals de hervormers zeiden: De kerk is semper reformanda, d.w.z. moet zich altijd blijven hervormen. En dat betekent zeker dat de kerk ook moet blijven vragen naar een intensere manifestatie van de Geest. Maar daar moeten we, volgens mij, echter wel een paar kanttekeningen bij plaatsen.

 

1)      De heilige Geest is Gods Geest. De Geest waait zoals en wanneer hij wil. God heeft zijn tijdschema. Hij bepaalt wanneer Christus terugkeert en wanneer en hoe die grootste gebeurtenis aller tijden wordt ingeleid. Dat kun je niet afdwingen. Dat moet je in geloofsvertrouwen aan God overlaten.

2)     Je mag natuurlijk om een grotere manifestatie van de Geest in je eigen leven en in het leven van de gemeente waarvan je deel uitmaakt en van de kerk in het algemeen bidden. Je moet je openstellen voor wat God in jou en in je kerk wil doen. En je mag en moet als gemeenschap zoveel mogelijk voorwaarden scheppen waardoor een klimaat van geestelijke groei wordt bevorderd en het geloof van een ieder kan worden verdiept. Maar je kunt opwekking en hervorming niet organiseren. De Geest laat zich niet sturen. De profetie van Joël gaat niet in vervulling doordat commissies en werkgroepen en besturen allerlei dingen gaan organiseren en doordat wellicht enkele honderdduizenden mensen elke week, of elke dag, op eenzelfde moment bidstonden gaan houden. Of doordat besloten wordt dat eens per maand wereldwijd over dit onderwerp zal worden gepreekt. Als je niet oppast wordt het werk van God op die manier afhankelijk van menselijke inspanning. En dat mag nooit zo zijn.

3)     Ik kan heel veel in de kerk aanwijzen dat ‘hervormd’ zou moeten worden. Het probleem is dat er bij lange na geen consensus bestaat over wat het dringendst aan hervorming toe is. Voordat je het weet is dat weer onderwerp van nieuw, vruchteloze discussie. Daarom kan ik mij veel beter richten op de vraag: Wat moet er in mijn leven veranderd worden?

4)     Ten slotte: Misschien moeten we vooral ook aandacht schenken aan een andere tekst in het Oude Testament, die richting kan geven aan ons leven. Via de profeet Micha liet God destijds weten wat hij graag wil (zie vooral 6:1-8).. Hij zit niet te wachten, zegt die profeet, op een uitbarsting van rituelen en vrome gebruiken. Via  de profeet Micha geeft hij kort en bondig aan wat hij van ons vraagt: ‘Niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.’

 

Het lijkt mij dat we er goed aan zouden doen in ieder geval niet onze aandacht zo eenzijdig op de profetie van Joël te vestigen dat we de belangrijke woorden van Micha vergeten. Zou het niet zo kunnen zijn dat opwekking en hervorming op de een of andere niet te traceren manier over ons komt als we ons concentreren op wat God via de profeet Micha van ons vraagt?