De wet van 1815

 

In het Noord-Hollandse dorp waar ik een belangrijk deel van mijn kinderjaren doorbracht was het eens in het jaar drie dagen kermis. De draaimolens, ballententen, schiettenten, snoepkramen, kop van jut, enzovoort, waren open voor het publiek van zondagnamiddag tot en met dinsdagnacht. De aanvangstijd van het jaarlijkse festijn was zo gekozen dat de gereformeerde kerkgangers nog net de wandeling na de middagdienst naar huis konden voltooien zonder in hun zondagsrust te worden gestoord door het wereldse kermislawaai. Destijds wist ik niet dat deze regeling gebaseerd was op de zondagswet van 1815.

 

Voor sommige politici is het feit dat deze oude wet nog steeds bestaat een doorn in het oog. Toch heeft de Tweede Kamer enkele dagen geleden het voorstel van D66 om deze wet af te schaffen ruimschoots verworpen. In de praktijk betekent dit allemaal niet zo veel, want een burgemeester in een ‘zware’ gemeente zou nog steeds door middel van een plaatselijke verordening voor de nodige zondagsrust kunnen zorgen, ook als de wet van 1815 er niet meer zou zijn.

 

Mijn standpunt in deze kwestie is wat ambivalent. Ik ben sabbatvierder. Ik zou willen dat er meer sabbatvierders in ons land waren. Maar ik zou er niet voor zijn dat mijn standpunt door middel van een besluit van de overheid aan anderen zou worden opgedrongen en dat anderen daardoor in hun vrijheid zouden worden gehinderd. Ik behoor tot een traditie waarin behoorlijke angst bestaat dat op een gegeven moment de zondagsrust door allerlei intolerante maatregelen verplicht zal worden gesteld en dat de sabbatvierders daardoor in een heel moeilijk parket zullen komen. Er zijn adventisten die dan ook het nieuws met grote aandacht volgen om alle signalen op te vangen die in de richting van zondagswetgeving wijzen. Het lijkt mij, op basis van wat ik waarneem, dat op dit moment de signalen eerder in tegenovergestelde richting gaan, doordat er in onze westerse wereld steeds minder wettelijke bescherming voor de rustdag lijkt te komen. De niet aflatende strijd in ons land om tot verruiming van de winkeltijden op zondag te komen heeft daar alles mee te maken. Het is een kwestie van tijd. In de toekomst kunnen we ook op zondag overal de gehele dag naar hartelust shoppen. Het is nu even niet opportuun voor de regering om op dat punt knopen door te hakken, want de steun van de twee zetels van de SGP zou nog wel eens goed van pas kunnen komen! Als sabbatvierder lijkt het logisch dat ik elke poging om de zondag te ‘ontheiligen’ toe zou juichen.

 

Toch zou ik (ook al heeft de zondag voor mij geen religieuze betekenis) niet zonder meer de pogingen steunen om de wet van 1815 af te schaffen en vrij winkelen op elke zondag in het gehele land toe te staan. Want is dit echt wat we willen: een maatschappij zonder rustpunt, zonder momenten van bezinning en zonder tijd om even afstand te nemen van het gejaag en de spanning van het leven van alledag? Ik zou graag willen dat velen de unieke waarde van de sabbat zouden ontdekken, maar ik zie toch nog liever dat er mensen zijn die op zondag een rustpunt beleven dan dat de zondagsrust helemaal verdwijnt.

 

Er verschijnen tegenwoordig in de christelijke wereld nogal wat boeken over de waarde van rust en bezinning. Vorige week leverde Amazon.com een nieuw boek over dat onderwerp bij mij af. De titel is: Sunday, Sabbath, and the Weekend: Managing Time in a Global Culture. Het is een reeks van essays, geredigeerd door ene Edward O’Flahery. De titel is veelbetekenend. Er wordt een lans gebroken voor een verantwoord ‘managen’ van onze tijd. Tijd nemen voor de dingen die met ons innerlijk en met de echt belangrijke dingen van het leven te maken hebben, is essentieel voor een volwaardig mens zijn. De auteurs van dit boek beklemtonen dat je in het weekend daarvoor de tijd moet nemen en voor hen maakt het niet veel uit of dat nu op de eerste of op de zevende dag van de week gebeurt.

 

Een dag apart zetten is met recht heel belangrijk. Maar als adventist zeg ik dan: Ga nog een stapje verder. Het is van belang dat je wekelijkse rust zoek, maar ook welke dag je daarvoor neemt. De sabbat heeft een meerwaarde die je alleen kunt ontdekken door je eraan over te geven. Als adventist weet ik op welke dag je de rust die God aanbiedt moet vieren. Maar dat betekent niet automatisch dat ik er ook altijd in slaag de betekenis van het vieren van die dag ten volle te ervaren. Wie weet brengt het zojuist ontvangen boek mij wat dat betreft een stukje inspiratie.