Gloeilamp commissie

 

Vanmorgen werd bekend dat minister Kamp zijn pensioenplan, met hulp van de PvdA, door de Tweede Kamer heeft geloodst.  Het zou mooi voor hem zijn als volgende week de FNV er ook nog op de valreep mee akkoord gaat. Ik heb het proces tamelijk nauwgezet gevolgd. Het is een fraai voorbeeld van hoe ons poldermodel kan werden. Er is ontzettend veel in allerlei gremia over het plan gepraat en er zijn heel wat compromissen gesloten om tot een eindresultaat te komen. Ik denk dat het akkoord door dal het gepraat er beter op geworden is. Natuurlijk is dat een subjectief oordeel, maar miljoenen Nederlanders zullen het er mee eens zijn.

 

Ja, er wordt in onze samenleving veel gepraat. En in kerkelijke kringen is dat nadrukkelijk ook het geval. Zeker ook in de Adventkerk. Adventistische bestuurders zijn immers dol op commissies en subcommissies! Het doet me denken aan een grap die over het verschil tussen verschillende kerken wordt gemaakt. Op de vraag: Hoeveel mensen heb je nodig om een gloeilamp te verwisselen, worden heel verschillende antwoorden gegeven. Bij de Calvinisten heeft men niemand nodig, want zij geloven in predestinatie en als de lamp uitgaat is dat van te voren zo geordineerd.  Bij de pinkstergemeenten heeft men tien mensen nodig om een gloeilamp te verwisselen: één om het werk te doen en negen om te bidden tegen de geesten der duisternis. Bij de episcopalen zijn er ook tien personen nodig, één om het werk te doen, terwijl negen een liturgie ontwerpen over de schoonheid van de oude lamp. Bij de mormonen heeft men slechts vijf personen nodig: één man die het werk doet en zijn vier vrouw die hem vertellen hoe het moet. Bij de adventisten wordt er geen gloeilamp verwisseld voordat een commissie zich langdurig over de kwestie heeft gebogen!

 

De meeste grappen hebben een kern van waarheid. En deze grap over adventisten en de gloeilamp heeft dat ook. Er is soms sprake van gebrek aan daadkracht, omdat er teveel in commissies wordt overlegd. Maar toch ben ik er eigenlijk wel van overtuigd dat discussie en overleg heel nuttig zijn en veel fouten en domme beslissingen voorkomt.

 

Een jaar of dertig geleden werd ik met enkele collega’s door de Nederlandse Unie uitverkoren om in Schotland een internationaal seminar over leiding geven bij te wonen. Van alle seminars van dat type die ik in de loop der jaren heb meegemaakt, is vooral een experiment waar we tijdens deze Schotse vergadering  aan deelnamen, mij altijd bijgebleven. Wij kregen allemaal individueel hetzelfde praktische probleem voorgelegd, op een terrein waar we geen van allen iets van af wisten. Daarna werden we in groepen ingedeeld en konden we er gezamenlijk over discussiëren. Zonder uitzondering bleek de score (mate van overeenkomst met de opvatting van experts) van de groepen aanzienlijk hoger te zijn dan die van de mensen individueel. Daarmee werd aangetoond dat je, ook als het een moeilijke zaak betreft waar je allemaal geen ervaring mee hebt, gezamenlijk veel meer kans hebt om tot een goede aanpak te komen dan wanneer één persoon een beslissing neemt.

 

Spreuken 24:6 zei het al: Je zegeviert door een kring van raadgevers.  Ik besef dat ik dat principe misschien niet altijd heb toegepast, maar dat maakt het niet minder waar!