Psalmen

Op 30 december was er nog even de gelegenheid om een bezoekje te brengen aan Riemer en Walinga, een prima boekhandel in Ermelo waar ik graag kom. Het is een goed ritueel om aan het einde van het jaar nog even een boek te gaan kopen. Ik had nog een boekenbon die me in de zak brandde. Ik heb me beheerst en kwam thuis met slechts twee nieuwe boeken. Inmiddels heb ik het boek van Gerrit van der Zwaan gelezen. Het heet: De eenvoudigen: Geloofsgetuigen op de Noordwest Veluwe en geeft een heel interessant inkijkje in het soort protestantse orthodoxie dat het leven en dit stukje Nederland tot op de dag van heden een heel eigen cachet geeft. Het was vooral boeiend te lezen over de ‘Nijkerkse Beroerten’, een enorme kerkelijke opwekking die in Nijkerk (minder dan twintig kilometer van Zeewolde) in de jaren 1749-1752 plaatsvond.

Het tweede boek is van een geheel ander kaliber. Het is de nieuwe versie van de Psalmen door Huub Oosterhuis: 150 Psalmen Vrij. Het is een boek dat mij geweldig inspireert. Nu moet ik meteen toegeven: Ik houd van de psalmen. Zelfs het zingen van de psalmen in de oude berijming van Dathenus op de traditionele manier, met hele en halve noten, kan mij op zijn tijd bekoren. Het zingen van psalmen is een stuk Nederlandse kerkzangtraditie dat we niet kwijt moeten raken! Geef mij maar de psalmen in plaats van veel van die nieuwe liedjes met suikerzoete teksten over Jezus en het steeds maar op mantra-achtige wijze herhalen van een paar korte regeltjes, à la: God is zo goed! God is zo goed! God is zo goed! God is zo goed! Etc.

Helaas zijn er binnen het Nederlands protestantisme herhaaldelijk diepgaande conflicten uitgebroken over het zingen van de Psalmen. Welke berijming moest men gebruiken? Hoe moest er gezonden worden? Mochten er naast de Psalmen ook andere ‘Gezangen’ worden gezongen? Een schitterend, weliswaar geromantiseerd, verhaal, dat echter wel op feiten berust, is het boek van Maarten ’t Hart, Het Psalmenoproer. Het is gebaseerd op het grootschalige verzet tegen de invoering van een nieuwe psalmberijming rond 1775, in Vlaardingen en Maassluis.

In de Nederlandse Adventkerk is het zingen van psalmen nooit populair geworden. Er is nog wel een poging gedaan aan het begin van de jaren 1980 om de psalmen een prominentere plaats te geven, toen het Liedboek voor de Adventkerk de sterk verouderde bundel Gezangen Zions verving. Ik was daar nauw bij betrokken en was een van de voorstanders van het integraal opnemen van de 150 psalmen in ons nieuwe liedboek. Wij kozen voor de berijming van een zekere dominee Hendrik Haspers, die stamde uit de jaren dertig. Het was een goede berijming, die bovendien vrij van rechten kon worden gebruikt. Helaas wordt er echter nog zelden in een adventistische kerkdienst een psalm opgegeven voor de gemeentezang!

De vertaling van Huub Oosterhuis is van een geheel ander karakter dan die van Haspers. Zijn bewerking is niet om te zingen, maar om te lezen en in je op te nemen, erover te mediteren. Laat ik twee voorbeelden geven, uit de eerste en uit de laatste psalm:

Vertaling Haspers, Psalm 1, eerste couplet:

Heil hem, die nimmer treedt in ‘s boozen raad,
niet staan blijft, waar het pad der zondaars gaat,
noch nederzit, waar spotters samenscholen;
maar blijde gaat den weg, door God bevolen,
zijn heil’ge wet bepeinst bij dag en nacht,
haar mint, doorzoekt, in al zijn doen betracht

En dit is de versie van Oosterhuis van diezelfde psalm:

Goed is
dat je niet doet wat slecht is
niet achter oplichters aanloopt
niet met Ploert en Schender heult
niet je schouders ophaalt:
‘ploert en schender, ach
zo is de wereld.’

En dan berijming van ds. Hendrik Haspers van Psalm 150, eerste couplet:

Looft God, looft zijn naam alom!
Looft Hem in zijn heiligdom!
Looft Hem om zijn majesteit!
Looft Hem om zijn mogendheid!
Looft Hem om zijn grote daden!
Looft hem, die het al volbracht!
Looft Hem om zijn sterke macht!
Looft hem, heem’len, halleluja!

En de bewoording van Oosterhuis:

Eeuwige hier nu
die ons adem geeft
gezegend Gij.

Om het leven dat doorgaat
om dagen van morgen
God ondenkbaar
boven alle machten van de wereld
Gij god alleen.

Dank je wel, Huub Oosterhuis. Je hebt mij persoonlijk een grote dienst bewezen.