Een reis langs de Nijl

Het leesclubje waarvan ik sinds een aantal maanden lid ben heeft een buitengewoon boeiend boek uitgekozen. Het is de bedoeling dat we dit lezen en het dan binnenkort, als we weer samenkomen, bespreken. Dat verklaart dat ik momenteel middenin het boek van een Noorse historicus en geograaf ben gearriveerd. Het heet: De Nijl—Biografie van een rivier. Het is pittig leeswerk, want het zijn meer dan 500 tamelijk dicht bedrukte bladzijden. Maar het is ronduit fascinerend om wat meer te weten te komen over de enorme betekenis die deze rivier in de loop van de geschiedenis heeft gehad—en nog steeds heeft—voor de veertien landen die voor een aanzienlijk deel voor hun watervoorziening (en dus voor hun ontwikkeling en economie) van de Witte Nijl en de Blauwe Nijl, en hun zijrivieren, afhankelijk zijn.

Boeken krijgen altijd een bijzondere betekenis als je als lezer op de plaatsen bent geweest die ter sprake komen. Gedurende de laatste vier jaar dat ik in Afrika voor de Adventkerk werkzaam had ik een taak die mij in bijna twee-derde van alle Afrikaanse landen bracht. Een aantal jaren later, ging ik een enkele keren naar Egypte en Soedan omdat die landen destijds onder de supervisie van het regionale kerkelijke kantoor (TED) vielen, waar ik toen werkte. Korte tijd daarna was ik korte tijd directeur van ADRA-Nederland en dat voerde mij opnieuw naar Oost-Afrika.

Het boek dat ik nu onderhanden heb volgt de loop van de Nijl van het Noorden naar het Zuiden. Vanuit Egypte neemt de schrijver zijn lezers mee naar Soedan en de nieuwe republiek Zuid-Soedan en vervolgens naar Oeganda. Daarbij komt dan uitgebreid het merengebied van Oost-Afrika in beeld, met een focus op het immense Victoriameer. Met zijn oppervlakte van 70.000 vierkante kilometers is dit meer het op een na grootste zoetwaterreservoir op aarde. We staan er tegenwoordig nog maar nauwelijks bij stil dat pas ongeveer 150 jaar geleden dit gebied behoorlijk in kaart werd gebracht en westerse ontdekkingsreizigers vaststelden dat dit meer de oorsprong is van de (Witte) Nijl, die in de Soedanese hoofdstad Khartoem samenstroomt met de Blauwe Nijl.

De eerste keer dat ik het Victoriameer zag was na een ruim 350 km lange autorit vanuit Nairobi naar de Kendu-baai, in het noordwesten van het Victoriameer. Mijn reisdoel was de adventistische uitgeverij/drukkerij (het Africa Herald Publishing House) dat daar gevestigd is, in de onmiddellijke omgeving van het Kendu Adventist Hospital. Ik had een auto gehuurd in Nairobi en herinner mij vooral drie aspecten van de tocht: de uitgestrekte theevelden in allerlei tinten groen in de omgeving van Kericho, de kudde van duizenden zebra’s die ergens halverwege de tocht de weg overstaken, en de fikse bekeuring voor een snelheidsovertreding ergens in the middle of nowhere.

In mijn ADRA-tijd zette ik mij in voor de bouw van een basisschool (van zo’n 8 klassen) op Buvuma, een van de eilanden in het Victoriameer. Het was een prachtig project—-hoognodig op dit eiland waar de arme bevolking hoofdzakelijk van visvangst leeft, en waar destijds een angstaanjagend hoog percentage van zowel de mannen als de vrouwen door HIV waren besmet. Vertegenwoordigers van ADRA-Oeganda brachten mij met een motorsloep naar het eiland, waar we zo lang bleven dat ik mijn vlucht van Entebbe naar huis miste.

Toen ik al enkele jaren met emeritaat was gaf ik een maandje les aan de Bugema Universiteit in Oeganda. Deze adventistische universiteit, die nu zo’n 5.000 studenten heeft, ligt aan een grotendeels onverharde weg zo’n 65 km ten Noorden van de Oegandese hoofdstad Kampala. Tijdens een vrije dag trakteerde men mij op een toeristisch uitje. We reden naar de plek aan de Noordoever van het Victoriameer waar de Nijl begint. Met een klein bootje voeren we een stukje uit de kust, waar duidelijk te zien is hoe stromingen in het water de aanzet vormen tot de rivier die daar aan haar loop naar het Noorden begint.

De volgende hoofdstukken van ons boek bespreken de rol van de Nijl voor Kenia en Tanzania en een aantal andere landen in die regio. Dat zal ongetwijfeld ook herinneringen terugbrengen aan bezoeken die ik daar bracht. Het was een voorrecht waar ik nog steeds dankbaar voor ben. [En het is plezierig om even aan iets anders te denken dan aan de verschrikkingen van Oekraïne die nu het nieuws beheersen.]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>