Monthly Archives: Juli 2010

Vier dagen zult ge arbeiden . . .

 

Gisteren vielen mij drie dingen op die allen te maken hebben met het weekend en de sabbat/zondag problematiek. Bij Uitgeverij Eerdmans (in de VS) komt binnenkort een boek uit met de titel Sunday, Sabbath, and the Weekend, met als ondertitel Managing Time in a Global Culture. Gelukkig heb ik een contact bij die uitgeverij en als ik het niet overdrijf kan ik hun boeken gratis ontvangen na een simpele e-mail. Dit boek trekt natuurlijk mijn aandacht en de e-mail is dan ook onderweg.

 

Het is opmerkelijk hoeveel boeken er de laatste jaren verschijnen over het thema van de rustdag. Steeds vaker horen we van diverse kanten een dringende oproep om ervoor te zorgen dat we kunnen ‘onthaasten’ en dat er een stuk ‘heilige’ tijd is in ons leven waarin we in alle opzichten tot rust kunnen komen. Voor adventisten is dat bekende taal en het is een thema waarop we goed kunnen inhaken. (Recent is er ook een baanbrekend boek over de sabbat in adventistische kring gepubliceerd: The Lost Meaning of the Seventh Day, door Sigve K. Tonstad; uitgave: Andrews University Press, 2009).

 

Maar er was ook een tweede zaak die me opviel. Volgens een kerkelijk bericht zal de Adventkerk  heel nauwkeurig allerlei ontwikkelingen bij de Europese Unie gaan monitoren die te maken hebben met de viering van de zondag. In verschillende landen wordt er immers op aangedrongen dat het recht van de werknemers op een vrije zondag beter moet worden beschermd. Zodra er sprake is van mogelijke overheidsmaatregelen ten faveure van de zondag, zijn adventisten alert. Het is inderdaad belangrijk dat zij er steeds als de kippen bij zijn om erop te wijzen dat ook de rechten van de sabbatvierende minderheden veilig moeten zijn.

 

Ja, en dan was er een derde punt. Voortaan geldt in het hoofdkantoor van de Adventkerk in Silver Spring (nabij Washington. DC) een vierdaagse werkweek. Deze week kregen de werknemers te horen dat zij vanaf heden vier dagen van elk tien uur zullen werken. De meerderheid van hen is zeer content met die verandering. Ik heb er niet het minste bezwaar tegen dat de werktijden bij de Generale Conferentie worden gewijzigd. Ik moet er alleen even aan denken dat ik niet op vrijdag opbel naar iemand die daar werkt. Maar zo vaak gebeurt dat ook weer niet. Maar toch een kleine kanttekening. We horen nogal eens dat adventisten de Bijbel letterlijk nemen (‘as it reads’). Tja, maar in mijn Bijbel staat wel dat we zes dagen zullen arbeiden en al ons werk zullen doen’.  En dus niet vier dagen!

 

 Als we alles in de Bijbel letterlijk willen nemen, kan een vierdaagse werkweek beslist niet door de beugel. Het is weer eens een kleine herinnering aan het feit dat kennelijk niemand de Bijbel helemaal letterlijk neemt. En laten we eerlijk zijn, wie alles wat in de Bijbel wordt gezegd letterlijk neemt moet ook brandende kolen op het hoofd van een ander stapelen of iemand die, als het gaat regenen, om een paraplu vraagt er meteen spontaan twee geven! We beseffen gewoonlijk wel dat je de Bijbel zeker serieus moet nemen, omdat we geloven dat de Bijbel  het Woord van God is, maar dat het afhangt van het specifieke gedeelte van de Bijbel (het genre) en de context, of je iets geheel letterlijk dient te interpreteren. Dat is een principe dat je consequent moet toepassen. Waarvan acte.

 

Sorry?

 

De Lutherse Wereldfederatie is een belangrijke organisatie. Het is de koepel waarin wereldwijd zo’n 140 verschillende  Lutherse kerkgenootschappen met in totaal ruim 70 miljoen aanhangers verenigd zijn. Eens in de zes jaren is er een assemblee waar afgevaardigden van over de gehele wereld bijeenkomen. Die is zojuist gehouden. Een van de opmerkelijke besluiten van deze bijeenkomst was dat men het tijd vond om publiekelijk spijt te betuigen voor de manier waarop de lutheranen in de zestiende eeuw zijn omgegaan met de zogenaamde wederdopers.

 

De wederdopers (of anabaptisten) waren een kleinere, maar radicale stroming in de tijd van de kerkhervormers. Zij waren tegenstanders van elke vermenging van kerk en politiek, en fervent verdedigers van de volwassenendoop door onderdompeling. Ook op een aantal andere theologische punten weken ze af van de calvinisten en lutheranen. Zoals in die tijd gebruikelijk was, bleef het bij theologische strijd niet bij woorden, maar kon het levensgevaarlijk zijn om van de gangbare theologische mening af te wijken. Naar schatting zijn zo’n 2500 wederdopers destijds dan ook door de lutheranen terechtgesteld vanwege hun ketterij.

 

De lutheranen hebben nu dus spijt betuigd—en om vergeving gevraagd—aan de huidige geestelijke nazaten van de wederdopers. Dat betreft een brede schakering van groeperingen, met de Nederlandse doopsgezinden aan het ene einde van het spectrum, de Amischen aan de andere kant en de verschillende mennonitische kerkgenootschappen in het midden. De mennonieten hebben de spijtbetuiging in dank aanvaard.

 

Ik weet nooit goed wat ik van dergelijke collectieve spijtbetuigingen moet denken. Moet Spanje spijt betuigen vanwege de wreedheden van Philips II en moeten de inwoners van Haarlem aan de andere kant spijt betuigen voor het feit dat ze onder aanvoering van onze spreekwoordelijke Kenau het kokende pek over de Spanjaarden hebben uitgegoten?  Moet Nederland spijt betuigen aan Suriname voor ons aandeel in het Surinaamse slavenverleden? En aan Indonesië voor wat er niet alleen in de dagen van Multatuli verkeerd is gegaan, maar vooral ook vanwege de wandaden tijdens de politionele acties? Ik vind eigenlijk dat dit soort spijtbetuigingen niet veel voorstellen. Ik voel me er in elk geval persoonlijk niet bij een dergelijke problematiek betrokken.  Ik gruwel als ik lees over de slavenhandel, maar ik heb er nooit enig aandeel in gehad. Niemand in Suriname moet daarom van mij verwachten dat ik spijt betuig over iets waaraan ik part nog deel had.

 

Soms heeft ook de Adventkerk collectieve spijt betuigd. De kerk in Duitsland heeft dat een aantal jaren geleden gedaan vanwege het bepaald niet dappere optreden van de adventistische kerkleiding in de Tweede Wereldoorlog. De kerk in Zuid-Afrika heeft het, terugkijkend op haar vaak dubieuze houding tijdens de tijd van de apartheid gedaan. Misschien zijn het moedige gebaren, maar ik kan er niet warm voor lopen, want de meeste mensen die nu hun schuld betuigen hebben schone handen en kunnen niet plaatsvervangend spreken voor hun soms schuldige ouders en grootouders.

 

Misschien zullen er in de toekomst kerkleden zijn die het initiatief willen nemen om spijt te betuigen voor de wijze waarop te vaak in de kerk sprake is geweest van een slechte behandeling van bepaalde etnische groepen of van vrouwen. Beter is het om niet te wachten op het toekomstige moment dat we stil willen staan bij wat op dat punt in het verleden vaak verkeerd is gegaan, maar nu al het mogelijke te doen—in het heden—om toestanden te vermijden of te veranderen—die straks spijt zullen oproepen. En dan doel ik inderdaad op situaties van discriminatie die nog immer voorkomen en die we eerlijk onder ogen moeten zien—nu, en niet later, ooit, als we spijt willen betuigen.

 

Tv interview

 

In mei j.l. zond HopeTV, de adventische televisiezender, een interview van ongeveer een half uur uit dat in februari werd opgenomen. A.s. maandag is het opnieuw op de buis. In de serie ‘In Conversation’ was Victor Hulbert, de communications director van de Britse Adventkerk, met mij in gesprek. Ik denk dat het een redelijk programma is geworden. Ik zou zeggen: oordeel zelf:

http://www.hopetv.org.uk/content/media-library/program-in-detail/medialibrary/1030/

Conservatief of liberaal?

 

Iemand schreef me deze week dat hij niet wist of hij conservatief of liberaal was. De conservatieven, schreef hij, vinden me liberaal, maar de liberalen vinden me conservatief.

Ik zou zeggen: Gefeliciteerd. Dat betekent waarschijnlijk dat je gewoon jezelf bent!

 

Nu zijn de labels ‘conservatief’ en ‘liberaal’ niet erg precies. Want hoe definieer je die begrippen.  Sommige zgn. ‘liberale’ adventisten zijn in de ogen van een ‘vrijzinnige’ protestant nog steeds hopeloos conservatief.  Bovendien zijn er maar weinig mensen over de gehele linie ‘conservatief’ of ‘liberaal’. Ik ken trouwens ook geloofsgenoten die heel behoudend zijn in hun theologie, maar heel liberaal in hun gedrag, en andersom.

 

Toch zijn ‘labels’ natuurlijk wel nuttig, zolang we het relatieve karakter er maar van in de gaten houden.

 

Niet zo lang geleden verscheen bij de Pacific Press (een van de twee officiële adventistische uitgeverijen in de VS) een nieuw boek van Alden Thompson, die theologie doceert aan de Walla Walla Universiteit (dat nog Walla Walla College heette in de tijd dat mijn zoon er studeerde).   Het boek heet: Beyond Common Ground. Maar vooral de ondertitel intrigeert: Why liberals and conservatives need each other.

 

Thompson verdedigt de stelling dat de spanning tussen conservatieven en liberalen niet noodzakelijk tot polarisatie behoeft te leiden, maar dat er op termijn ook een heilzame werking van uitgaat. De liberalen behoeden de kerk ervoor, zegt hij, dat er een situatie ontstaat waarin geen nieuwe vragen meer worden gesteld en gemakkelijk de aansluiting kan worden gemist tussen wat we geloven en hoe de huidige wereld in elkaar steekt. De conservatieven, daarentegen herinneren ons eraan dat er grenzen zijn aan de diversiteit en dat we zorgvuldig met ons erfgoed moeten omgaan.

 

De oproep die Thompson verder doet is me uit het hart gegrepen. We hebben zo vaak de neiging alleen maar te kijken naar de verschillen tussen diverse benaderingswijzen en om die ad infinitum uit te vergroten.  Maar er is zoveel dat we allemaal gemeen hebben en dat ons bindt en ons één gemeenschap doet zijn. Laat ons dat niet uit het oog verliezen terwijl wij naar elkaar luisteren, elkaar proberen te begrijpen en te respecteren als ‘broeders en zusters in de Heer.’

 

Oranje pastoor

 

Er stond deze week een kort bericht in de krant dat ik heb uitgeknipt omdat ik dat zeker nog wel eens bij een lezing of een seminar zal kunnen gebruiken. ‘Case studie’s uit het dagelijks leven kunnen vaak helpen een moeilijke problematiek open te leggen en een discussie op gang te brengen.

 

Het ging over pastoor Paul Vlaar in het Noord-Hollandse dorp Obdam. Creativiteit kan deze jonge katholieke priester niet ontzegd worden. Op de dag van de WK-finale tegen Spanje celebreerde hij de mis in een Oranjegewaad. De kerk en de kerkgangers waren Oranje-gekleurd, tot en met het altaar aan toe, en ook de teksten die werden gebruikt waren aan de Oranjegekte van die gedenkwaardige dag aan gepast.

 

De overgrote meerderheid van de katholieke Obdammers vond het prachtig. Hun pastoor wist tenminste wat de mensen aansprak en wist de kerk vol te krijgen. Maar de baas van pastoor Vlaar dacht er heel anders over en schorste hem voor twee maanden. Want, zei hij, dit kan echt niet. Dit tast de heiligheid van de mis aan!

 

Mijn sympathie gaat in eerste instantie uit naar de pastoor. Noord-Holland is niet direct het meest godvruchtige deel van het land en het is een enorme uitdaging daar de mensen naar de kerk te krijgen. Petje af, als dat ondanks alles toch lukt!  Maar ik snap toch ook wel dat monseigneur Punt hier een probleem mee had, want werden hier geen grenzen overschreden?

 

En zo levert deze geschiedenis een prachtige case study op. Ik noteer zomaar uit de losse hand een aantal vragen:

-        Ging de pastoor over de schreef? Werd de inhoud van het geloof gecompromitteerd?

-        Hoe ver kun je gaan in het creëren van nieuwe vormen om daarmee de nieuwsgierigheid van de mensen naar het evangelie te prikkelen?

-        Wat kun je doen om vooral jonge mensen naar de kerk te krijgen?

-        Maar hoe zorg je er ook voor dat je aan de andere kant weer geen mensen afstoot? [Ik ben geen voetbalfan en zou direct rechtsomkeert hebben gemaakt als mijn kerk oranje was versierd en de ouderling een voetbal in mijn richting had geschopt om een aftrap voor de dienst te geven.]

-        Welke taak heeft het kerkelijk gezag? Wanneer moet van hogerhand worden opgetreden?

-        Hebben de gemeenteleden ook een stem in het kapittel? Zo ja, hoe?

 

Het is duidelijk dat dit scenario ook actueel is voor andere kerken, inclusief de Adventkerk.  Levert het misschien gespreksstof op voor een gemeenteavond? In elk geval zal ik het nog wel eens gebruiken in het kader van een bespreking van wat zo mooi contextualisatie heet. Bedankt, pastoor Vlaar.