Monthly Archives: September 2010

Een man van formaat

 

Op dinsdag ontving ik een mailtje van ds. Jan Knopper, een emerituspredikant van Nederlandse afkomst die al lange tijd in Australië woont. Met enige regelmaat corresponderen we met elkaar. Dit keer was het een korte mededeling, namelijk dat Walter Scragg de middag daarvoor was overleden. Inmiddels hebben de diverse adventistische media er uitgebreid over bericht.

 

Walter R. L. Scragg is op de leeftijd van 84 jaar overleden na een opmerkelijke carrière in de Adventkerk op drie continenten. Ik leerde hem tamelijk goed kennen in de tijd dat hij voorzitter was van de regio Noordwest Europa, de ‘divisie’ waar ook de kerk in Nederland onder valt. Hij bekleedde die functie van 1975 tot 1983. In die tijd kwam hij vaak naar Nederland en meestal had ik dan het genoegen hem te mogen vertalen. Ook bij internationale vergaderingen zag ik hoe hij opereerde en dat maakte behoorlijk veel indruk op me. Na zijn periode bij ‘onze divisie’ werd hij gekozen tot voorzitter van de regio van Australië, de Papua Republiek en de eilanden van de Stille Zuidzee. Daar gaf hij leiding tot 1990.

 

Scragg was een man van formaat—zowel fysiek als in overdrachtelijke zin. Hij was een sterke leidersfiguur, maar was altijd heel benaderbaar, ook voor jongere ‘werkers’, die nog niet in de kerkelijke hiërarchie tot enige hoogte waren opgeklommen. Hij was iemand met grote communicatieve gaven, zowel via het gedrukte woord als via de radio. Hij was waarschijnlijk een van de eerste leiders in de kerk die oog had voor de digitale toekomst en de mogelijkheden van e-mail, etc., ging benutten. Hij was een vernieuwer en trok vooral ook jonge medewerkers aan die hem in zijn drang om te veranderen konden volgen.

 

Walter Scragg had er moeite mee om met pensioen te gaan. In 1991 ging hij, op 65-jarige leeftijd, weer aan het werk. Hij werd het hoofd van Adventist World Radio—waarvan de organisatie toen volop in opbouw was. Ik herinner me dat hij in die functie eens Abidjan, in het Afrikaanse Ivoorkust, bezocht, waar ik toen woonde. Ik had een buitengewoon interessante dag toen ik hem naar Yamasokro reed, zo’n 200 kilometer ten noorden van Abidjan, waar we de nieuwe kathedraal bezochten (in veel opzichten een kopie van de St. Pieter in Rome—maar dan iets groter!).  In 1996 ging hij opnieuw met pensioen, maar niet voor lange tijd. Twee jaar lang leidde hij de grootste Adventgemeente in Sydney, Australië, als seniorpastor.  Tenslotte onderbrak hij voor de derde keer zijn pensioen door meer dan een jaar de tijdelijke leiding op zich te nemen van de ruim vierduizend leden tellende Sligokerk in Washington, DC (USA). Hij was toen inmiddels ruim 75 jaar oud.

 

Ik koester grote bewondering van mensen als Walter Scragg. Er is, naast zijn grote werklust en zijn vooruitstrevende geest, trouwens nog een ander aspect dat ik waardeer. Scragg was een levensgenieter en iemand die volop in het leven stond. Hij was een veellezer, hield van goede restaurants en van veel reizen. Al met al zijn er dus wel wat dingen waar ik mezelf enigszins in herken. Dergelijke mensen van formaat inspireren me om, zo mogelijk, ook nog een tijdje actief en nuttig te blijven!

 

Hoe welkom is de paus?

 

Met aandacht volgde ik gisteravond de rechtstreekse BBC-uitzending van de inspirerende oecumenische gebedsdienst in the Westminster Abbey, waarbij aartsbisschop Dr. Rowan Williams, de leider van de Anglicaanse Kerk, samen met Paus Benedictus XVI, voorging. De dienst was onderdeel van het vierdaags bezoek dat de paus op dit moment aan Groot Brittannië brengt. Voor de dienst waren ook de leiders van andere kerken in het land uitgenodigd. Toen zij binnen werden geleid lette ik goed op of ik ook de leider van de Britse Adventkerk, ds. Don McFarlane, zag. Hij was niet van de partij. Ik neem aan dat hij wel was uitgenodigd, maar dat weet ik niet zeker. Maar als hij was genodigd, dan zou hij vrijwel zeker niet gekomen zijn. Of hij zelf had willen komen weet ik niet, want daar ken ik hem niet goed genoeg voor. Maar een groot deel van zijn kerkleden zou het zeker niet op prijs hebben gesteld. Dat vind ik heel jammer. Want ik geloof dat wij als adventistische christenen elke gelegenheid dienen aan te grijpen om te laten zien dat wij ook christenen zijn. En waar christenen paraat zijn horen wij ook van de partij te zijn. Dat is, althans, mijn vaste overtuiging.

 

In de Britse versie van AdventThe Messenger, het officiële tijdschrift van de adventisten in het Verenigd Koninkrijk—schreef Ds. McFarlane een artikel over het pausbezoek. Daarin riep hij de Britse adventisten op het pausbezoek niet aan te grijpen voor felle antikatholieke reacties (‘pope-bashing’), omdat die in strijd zijn met de geest van het evangelie en bovendien contraproductief zijn bij het volvoeren van onze missie. Wij hebben een belangrijke boodschap, schrijft hij, en die krijgen we niet over het voetlicht door ons tegen andere gelovigen af te zetten. Hij ondersteunde zijn betoog met een helder citaat van Ellen G. White. Zijn verhaal kwam in feite hierop neer: katholieken zijn medechristenen; deze medechristenen hebben hun leider op bezoek; en als zodanig heten ook wij hem ook hartelijk welkom.

 

Wie het bezoek enigszins volgt, ontdekt al snel dat het erg veel publiciteit krijgt, zowel van katholieke als van niet-katholieke zijde. Maar het is niet onomstreden. De Britse koningin, die formeel hoofd is van de Anglicaanse staatskerk, gaf er de voorkeur aan Benedictus in Schotland te verwelkomen, waar zij die rol niet heeft. Het bezoek is omgeven met veel ceremonie en wordt duidelijk van veel belang geacht. Toch is het niet de grote of groeiende rol van de kerk die triomfantelijk doorklinkt. De paus moet herhaaldelijk erkennen dat zijn kerk moreel gefaald heeft. Hij is pessimistisch gestemd over de tanende invloed van het geloof in de westerse samenleving en roept de kerk op er alles aan te doen een duidelijker geluid te laten horen. Hij waarschuwt tegen allerlei tendensen in de maatschappij die geloof en kerk marginaliseren en verhult niet dat de kerk niet voldoende nieuwe priesters kan vinden.

 

Als protestant—specifiek als protestant van adventistische huize—kijk ik kritisch naar de ontwikkelingen binnen de christelijke kerken, vooral binnen de kerk van Rome. Een aantal cruciale theologische bezwaren blijven levensgroot bestaan en het Vaticaan is nog steeds een machtfactor van, vaak bedenkelijke, betekenis. Maar terwijl ik dat zie probeer ik niet blind te zijn voor allerlei andere ontwikkelingen. Ik neem de moeite om boeken te lezen die deze paus geschreven heeft en ook onbevooroordeeld en zorgvuldig te luisteren naar wat hij zegt—ook tijdens dit belangrijke bezoek. Daarin klinken vaak verrassende inzichten door. Benedictus is een man met diverse kanten. Ik probeer een mening over hem te vormen, maar geen oordeel. Dat komt mij niet toe.

 

Appie Baantjer

 

Af en toe word je even door het verleden ingehaald.  Onlangs overleed de bekende schrijver van politieromans Appie Baantjer. De auteur van wie onlangs het zeventigste boek verscheen stierf op 86-jarige leeftijd. Ik heb, eerlijk gezegd, nog nooit iets van hem gelezen en evenmin ooit een van de televisiefilms gezien die op zijn verhalen geïnspireerd zijn. Ik heb wel eens een paar boeken van hem doorgebladerd maar het leek me allemaal tamelijk simpeltjes. Toch deed het bericht van de dood van deze voormalige rechercheur van het befaamde bureau Warmoesstraat even een belletje rinkelen.

 

De familie Baantje kwam oorspronkelijk uit Urk. Ik weet niet waarom ze in Amsterdam zijn terechtgekomen, evenmin als ik dat precies weet waarom mijn vader in Amsterdam ging wonen (van mijn moeder weet ik dat wel: zij werd dienstmeisje bij een joodse familie). Maar het toeval wil dat de familie Baantje en de familie Bruinsma buren werden in de van Heemskerkstraat in Amsterdam-C. Daar woonden wij op nummer 5, 2-hoog en de Baantjer familie op 3-hoog. Ik woonde daar vanaf mijn geboorte in 1942 tot de winter van 1947-48 en heb alleen een paar vage herinneringen aan die prille periode van mijn jeugd overgehouden. Mijn oudste zus daarentegen heeft heel veel herinneringen aan buurjongen Appie. Ik kan me er echter met recht op beroemen dat ik een buurjongen had die een BN’er is geworden.

 

Je zou dus kunnen zeggen dat deze straat in deze Mokumse volksbuurt (die inmiddels als gevolg van stadsvernieuwing er onherkenbaar anders uitziet) tenminste twee schrijvers heeft opgeleverd, waarvan (dat geef ik grif toe) de één wat meer bekendheid heeft gekregen dan de ander. Maar in zeker opzicht staan we quitte. Ik heb nooit iets van Baantjer gelezen en ik vermoed stellig dat Baantje nooit iets van mij onder ogen heeft gehad.

 

Maar ook op een andere manier haalde het verleden mij even in. Ik kreeg een reactie op een recente blog van ene Bert uit de kop van Noord-Holland. Hij vroeg zich af of ik bij hem in de klas had gezeten op het Christelijk Lyceum in Alkmaar.  En zo ja, zou ik dan eens willen reageren. Nou, dat vermoeden van hem klopt dus. Wij hebben inmiddels een paar mails gewisseld. Bert is, net als ik, inmiddels emeritus predikant. Wij hebben een afspraak gemaakt om over een paar weken bij een bakje koffie wat bij te praten.

 

Maar ik ben zojuist weer met mijn neus op het heden gedrukt. Ik ontdekte een uurtje geleden dat ik voor vanavond op het rooster sta voor de wijding in woonzorgcentrum Vredenoord. Op de een of andere manier had ik kennelijk verzuimd dat in mijn agenda te noteren. Ik zal dus nu eerst maar eens gaan bedenken waarover ik het vanavond zal hebben!

 

Diversiteit

 

 

Een Zweedse homoseksuele adventist vertelde mij dit weekend dat hij al veertig jaar samen is met zijn partner. Maar hij vertelde mij ook dat hij, toen hij uit de kast kwam, door zijn plaatselijke Adventgemeente meteen van zijn lidmaatschap werd beroofd. Een lesbienne uit de Verenigde Staten die actief was in het kerkelijke campmeeting circuit met lezingen over gezinstherapie vertelde aan de groep dat zij, nadat zij duidelijkheid had gegeven over haar seksuele geaardheid, nooit meer een uitnodiging had ontvangen om een lezing te komen houden bij adventistische kerkelijke evenementen. Ik vroeg een homoseksuele man uit Schotland die na vele jaren van ontkenning uiteindelijk aan zichzelf en anderen had toegegeven dat hij ‘zo’ was, of hij in zijn plaatselijke gemeente kon blijven functioneren. Gelukkig had men hem niet als lidmaat geschrapt, maar hij kon zijn eerdere functies niet behouden. Een Keniaanse (tamelijk) jonge man was naar Glascow verhuisd om in eigen land aan de schier ondragelijke druk te ontsnappen dat het toch wel hoog tijd werd dat hij een vrouw zocht. Het waren slechts vier van een reeks van aangrijpende verhalen.

 

Het afgelopen weekend was er een weekend van de internationale Kinship beweging—de adventistische organisatie van en voor ‘gays and lesbians’ in het Limburgse Neer. Ik was op vrijdagavond en op zaterdag de gastspreker en hield een viertal lezingen over ‘the celebration of diversity.’ Hoe gaat onze cultuur om met diversiteit? Wat zijn de bijbelse perspectieven? Hoe ging en gaat de Adventkerk om met ‘diversiteit’? Welke toekomstige ontwikkelingen kunnen we verwachten? Het was voor mij en mijn vrouw een buitengewoon boeiende en verrijkende ervaring om samen te zijn met enkele tientallen geloofsgenoten uit een aantal landen die ‘anders’ zijn en met dat ‘anders-zijn’ zo goed en zinvol mogelijk willen leven en ook graag ‘gewoon’ en zonder gediscrimineerd te worden lid van onze geloofsgemeenschap willen zijn.

 

Ik bevond mij korte tijd in een wereld die mij grotendeels vreemd is. Ik kan niet invoelen wat het is om homo te zijn. Ik moet ook erkennen dat ik (nog) geen antwoord heb op alle theologische vragen en ook niet goed weet hoe we een mentaliteitsverandering in de kerk kunnen bevorderen en mensen kunnen helpen een geweldige sprong te maken in de manier waarop de kerk hen door de jaren heen heeft leren denken. Maar het weekend heeft zeker mijn overtuiging gesterkt dat de kerk niet het recht heeft broeders en zusters die ‘anders’ zijn en in een monogame relatie geluk hebben gevonden, de deur te wijzen of als tweederangs leden te behandelen.

 

Vanuit Neer spoedden wij ons op zondagmorgen naar de Open Dag van de kerk in Huis ter Heide, waar Kinship aanwezig was met een kleine stand, met het doel om op een niet confronterende manier informatie te geven en in gesprek te komen met Nederlandse adventistische homo’s.  Het is in elk geval positief dat deze bescheiden aanwezigheid niet tot vervelende protesten leidde.

 

De Open Dag op zich was een ervaring van een heel andere orde dan het Kinship-weekend in Limburg, maar niet minder fijn om bij te wonen. Mede dank zij het fantastische weer, maar ook door de puike organisatie, was het een waar feest van diversiteit. Heel wat van de aangeprezen waren in diverse kraampjes vallen niet direct binnen mijn belangstellingssfeer, maar het is geweldig dat hier allerlei activiteiten van verschillende snit, van ‘links’ tot ‘rechts’, naast elkaar de ruimte kunnen krijgen en in al hun bonte verscheidenheid kunnen laten zien dat we één kunnen zijn in diversiteit.

 

Elk nadeel heeft zijn voordeel

Toen we dinsdagmorgen in de Zweedse plaats Borlänge welgemoed aan de volgende etappe van onze thuisreis zouden beginnen wachtte ons in de garage (onder het hotel), waar we onze auto hadden geparkeerd, een nare verrassing. Een van de zijruiten was in gruzels geslagen en een deel van de inhoud van de auto was verdwenen. Twee flinke koffers met inhoud en een aantal andere spullen waren gegapt. Na drie weken hadden we uiteraard een flinke hoeveelheid vuil wasgoed verzameld, maar na terugkeer op woensdagavond in Zeewolde viel er voorlopig niet viel te wassen (ziedaar het voordeel!).

 

Zo’n diefstal is natuurlijk een heel gedoe, want voordat de politie er is en een rapportje heeft opgemaakt en voordat je met stevig plastic het gapende gat hebt dichtgemaakt, ben je al gauw anderhalf uur verder. Maar uiteindelijk bleek dat we ons niet hadden hoeven haasten om laat in de middag toch op tijd bij de ferry in Gõtenborg te zien. De Stena-line, die ons naar Kiel moest brengen, had die dag een nieuw schip in gebruik genomen, en dat was kennelijk voor de bemanning behoorlijk wennen. Met vier uur vertraging en de nodige problemen vertrok de Stena Germanica III uiteindelijk.

 

Dit soort ongemakken horen nu eenmaal bij het reizen. En wat zou je eigenlijk klagen als je zelf fysiek weer heelhuids op de plek van bestemming bent gearriveerd? Inmiddels is een nieuwe ruit gemonteerd en de firma van de reisverzekering stuurt ons de schadeformulieren toe.  

 

Ik zal me nu eerst concentreren op een artikel voor ons Duitse kerkblad (zo af en toe krijg ik een verzoek om een bijdrage) en op mijn maandelijkse bijdrage voor Advent en zal ik ook de laatste hand leggen aan de voorbereiding van wat ik op vanavond en zaterdag ga zeggen tijdens de jaarlijkse Kinship-bijeenkomst.  Kinship is de organisatie van adventistische homoseksuelen, met afdelingen in tientallen landen. Ook in Nederland is er een kleine afdeling en deze heeft het komend weekend een bijeenkomst georganiseerd, waarbij ook mensen uit andere landen worden verwacht. Plaats van samenkomst is een recreatiepark in Noord-Limburg. Men kiest voor zo’n bijeenkomst gewoonlijk een spreker die een rol heeft binnen de Adventkerk en dit keer werd ik gevraagd om de gastspreker te zijn. Ik ga het hebben over ‘diversiteit’; over hoe onze westerse cultuur daarmee omgaat, hoe de Bijbel daar tegenaan kijkt, en hoe divers de Adventkerk was, is en wil zijn. Het klinkt, als je het zo zegt, misschien redelijk droog, maar ik hoop dat mijn verhaal zinvol zal blijken en goed overkomt.

 

Vervolgens is het mijn plan mij vanuit Limburg op zondagmorgen te spoeden naar Huis ter Heide om de jaarlijkse Open Dag van de kerk niet te missen. En daarna hoop ik dan een aantal maanden met niet al te veel onderbrekingen aan enkele boekprojecten te kunnen werken, voordat er vanaf januari weer aardig wat wordt gereisd.

 

Ja, en dan tussen de bedrijven door zullen we een lijstje moeten maken van alle spullen die we missen, zodat onze schadeclaim naar de verzekeringsmaatschappij de deur uit kan. Maar nu allereerst even onderzoeken of de elektronicawinkel in het dorp ook een los snoertje voor mijn scheerapparaat heeft, want ook dat bevond zich in een van de koffers!