Monthly Archives: Juni 2016

Kinship en de Ellen White Stichting

 

Het is nu elf of twaalf jaar geleden dat de eerste ‘Open Dag’ door de Adventkerk werd georganiseerd op het landgoed Oud Zandbergen, waar ook het landelijk kerkelijk kantoor gevestigd is.  Bijna alle jaren heb ik het evenement—waarvoor ik zelf ooit het initiatief nam—bezocht en ik hoop dat wat inmiddels een traditie is geworden nog lang zal blijven bestaan.

Maar het is misschien wel tijd voor een grondige evaluatie. Dat laat ik natuurlijk graag aan de huidige kerkbestuurders over. Maar toch borrelen een aantal gedachten op. Bij een evaluatie denk ik niet aan het abominabele weer afgelopen zondag tijdens Open Dag 2016. Dat is gewoon pech en dat moet je dan maar incasseren. Maar ik heb de indruk dat het evenement geleidelijk aan een beetje gekaapt is door personen en groepen die (naar mijn smaak) geen doorsnee beeld geven van het adventisme. Ik denk daarbij vooral aan de kramen met publicaties die aan de rechterflank van de kerk worden uitgegeven. Ik zou niet willen dat hen de toegang werd ontzegd, maar hoop dat er in de toekomst weer wat meer evenwicht komt door meer nadruk op het tonen van wat de kerk-van-het-midden en de unieorganisatie doet.

Het is fijn dat de Stanborough Press elk jaar present is, maar het is mij een raadsel waarom de mensen van Stanborough niet wat duidelijker aangeven waar zij zich hebben verstopt en niet wat meer moeite doen om ook de nieuwste Engelstalige adventistische boeken mee te nemen. Eerlijk gezegd kon ik er opnieuw niets van mijn gading vinden en ik hoorde die klacht ook van anderen.

Bij het binnenrijden van het terrein moest ik twee euro betalen voor het parkeren. Het argument daarvoor is dat het landgoed nu eenmaal moet worden onderhouden en dat dit geld kost. Ik moet erkennen dat het mij irriteerde. Niet omdat het betalen van twee euro een groot probleem voor mij is, maar het strookte eenvoudigweg niet met de grote ‘welkom’ banier die bij de ingang was opgehangen. Is het werkelijk een goed idee om op zo’n dag de mensen, die jaarlijks gemiddeld misschien 1000 euro of meer aan hun kerk geven, te laten betalen voor het parkeren?

Ook dit jaar was de Kinship organisatie (een wereldwijde vereniging van en voor homo’s en lesbiennes in de Adventkerk) weer van de partij. Ik hoop dat hun aanwezigheid ook een traditie zal blijven. Het is belangrijk dat de leden van de kerk bij de problematiek van het anders-geaard zijn worden bepaald. Het lijkt me echter dat de Kinship stand wel wat interessanter opgetuigd zou kunnen worden. Maar dat terzijde.

Het is niet alleen grappig maar ook veelzeggend dat de kraam van de Kinship-mensen opnieuw broederlijk naast die van de Ellen White Stichting stond. Zoiets zou in veel landen ongetwijfeld problemen opleveren. Het is fantastisch dat dit ‘bij ons’ kan! En tegelijkertijd is dit ook wel het beste argument voor een ruim toelatingsbeleid wat standhouders betreft tijdens de Open Dag.  Ik ben er een warm voorstander van dat een organisatie als Kinship welkom is. Ongetwijfeld hebben sommige bezoekers zich er echter aan gestoten. Zij hadden meer belangstelling voor ‘rechtse’ kramen die ik tamelijk snel ben gepasseerd. Maar als ik begrip vraag voor het feit dat Kinship de ruimte krijgt, dan zal ik ook zo fair moeten zijn om de andere vleugel van de kerk datzelfde te gunnen. Daar moest ik mijzelf afgelopen zondag wel weer even aan herinneren.  Al met al: De Open Dag is een nuttig lesje in de betekenis van tolerantie!

 

Brexit en oecumene

 

Het was ongelooflijk spannend. Zouden de 46 miljoen stemgerechtigde Britten besluiten dat het Verenigd Koninkrijk lid van de EU blijft of dat het Brussel de rug  toekeert? De kans was groot dat de Brexit een feit zou worden, en helaas heeft een krappe meerderheid van de stemmers uiteindelijk inderdaad besloten dat vertrekken beter is dan blijven.

Een veel gehoord argument in de campagne die aan het referendum voorafging was dat het tijd wordt dat de Britten hun nationale identiteit terugkrijgen. Voor veel Britten staat vast dat hun nationale identiteit groot gevaar loopt als hun land zich te zeer verbindt met een internationale organisatie, die samen met andere landen allerlei regels maakt en massa’s dingen beslist. Men kan geen ‘eigen’ beleid meer maken, maar men wordt gegijzeld door Brussel, zo zegt men. Het Britse eigene zal langzaam maar zeker nog verder verdwijnen!

Natuurlijk vergt samenwerken met anderen het aanvaarden van compromissen en het inleveren van een stuk zelfstandigheid. Dat geldt voor alle lidstaten van de Europese Unie. Of dat de nationale identiteit ernstig bedreigt? Ik betwijfel het. Britten zijn heel bijzondere mensen die in een heel bijzonder land wonen.  Gelukkig maar. Ik heb een flink aantal jaren met veel plezier tussen hen gewoond. Ik heb me redelijk vaak geërgerd aan bepaalde Britse gewoonten en de manier waarop veel dingen zijn georganiseerd. Maar ik heb nooit het gevoel gekregen dat de kans bestaat dat Britten hun Britse aard en hun Britse tradities ooit zullen opgeven. Dat zou ook niet gebeuren als zij binnen de EU zouden zijn gebleven.  Ook al is er een zekere spanning tussen ‘helemaal eigen baas’ zijn en ‘samen met anderen allerlei dingen regelen’, de geschiedenis van de EU tot op dit moment toont wel aan dat de eigen identiteit van de lidstaten niet in het gedrang is!

De hele discussie rond de Brexit lijkt wel een beetje op de problematiek van adventisme en oecumene.  Tot dusverre is de Adventkerk nooit lid geworden van de Wereldraad van Kerken en zijn adventisten in de meeste landen terughoudend in het aangaan van banden met nationale oecumenische organisaties.  De kern van de negatieve houding van veel adventisten ten aanzien van oecumene is de vrees die eigen adventistische identiteit te verliezen. Men zou immers, zo denken velen, opgaan in een groter geheel en allerlei bevoegdheden moeten afstaan.

Net als bij de Brexit spelen vooral onderbuikgevoelens en emoties bij velen de hoofdrol, in plaats van een gedegen kennis van de feiten.  Je zou kunnen zeggen: Britten hebben zoveel gemeen met andere Europeanen dat het logisch is dat ze veel dingen samen doen in Europees verband. De vergelijking gaat natuurlijk in veel opzichten mank, maar je zou ook kunnen volhouden dat Adventisten zoveel gemeen hebben met veel andere christelijke geloofsgemeenschappen dat het niet meer dan logisch is dat er dialoog en samenwerking is.

Maar ik roep niet op tot een referendum om te stemmen over meer oecumene in de Adventkerk. Ik ben geen voorstander van dit type volksraadpleging. Zowel in de politiek als in de kerk geef ik de voorkeur aan het soort democratie waarbij vertegenwoordigers en bestuurders worden gekozen die ons  vertrouwen waard zijn en die namens ons allerlei moeilijke beslissingen nemen (en die we kunnen vervangen als we ontevreden zijn). Het is geen perfect systeem, maar het is volgens mij een stuk veiliger en zorgvuldiger dan het organiseren van referenda.

Zou meer contact met andere christenen de eigen adventistische identiteit in gevaar brengen?  Beantwoording van die vraag vooronderstelt dat we precies weten wat die adventistische identiteit is. Dat is op zich een tamelijk ingewikkeld vraagstuk. Maar ik ben ervan overtuigd dat het ‘adventistische’ in ons ‘christen-zijn’ sterk en flexibel genoeg moet zijn om dit bij samenwerking met anderen niet kwijt te raken. Als onze ‘adventistische identiteit’ niet sterk genoeg is om in dialoog en samenwerking overeind te blijven, zouden we ons moeten afvragen of die überhaupt genoeg inhoud heeft. Ik ben daar niet bang voor.

 

Donald Trump en het land-beest van Openbaring 13

 

Twee symbolen die we in het boek Openbaring tegenkomen hebben adventisten in het bijzonder gefascineerd. In hoofdstuk 13 komen we het symbool tegen van het ‘beest uit de zee’. Dit ‘beest’ is traditioneel steeds gekoppeld aan de macht van het rooms-katholicisme. Weliswaar is de Adventkerk in haar officiële publicaties wat voorzichtiger geworden met antikatholieke uitspraken, maar toch wordt deze uitleg nog steeds door velen verdedigd.

Iets verder in hoofdstuk 13 komt een ander ‘beest’ op de proppen: ‘het beest uit de aarde.’ Van dat beest wordt gezegd dat het steun gaat verlenen aan het beest uit de zee, zelfs in die mate dat het de mensheid zal dwingen het zee-beest te aanbidden. In de traditionele adventistische uitleg staat het land-beest voor de Verenigde Staten van Amerika. Uiteindelijk zullen de VS de kant kiezen van de paus en zijn trawanten. Samen zullen ze het gemunt hebben op de relatief kleine groep gelovigen die in de eindtijd God trouw blijven (het ‘overblijfsel’ dat alle geboden van God onderhoudt en het getuigenis van Jezus heeft).

De traditionele profetische uitleg van de Adventkerk is gebaseerd op de ‘historische’ benadering, die ervan uitgaat dat de boeken Daniël en de Openbaring allerlei concrete gebeurtenissen voorzeggen, vanaf de tijd van de profeet Daniël tot aan de wederkomst.  Volgens een andere benadering moet je de inhoud van deze beide bijbelboeken allereerst toepassen op de tijd waarin ze werden geschreven en is de belangrijkste vraag wat de betekenis ervan was voor de eerste lezers.

Maar ook degenen die een historische toepassing verdedigen zijn intussen wel vaak een stuk voorzichtiger geworden. Veel dingen zijn niet zo gebeurd als men ooit voorspelde. Met name rond het ‘beest uit de aarde’ is het geleidelijk aan stiller geworden. Voor veel Amerikaanse adventisten was het trouwens altijd al wat moeilijk zich voor te stellen dat ‘God’s own country’, het land van vrijheid bij uitstek, zou veranderen in een tirannieke macht die haar fundamentele principes zou verloochenen!

Ik heb nogal wat bezwaren tegen diverse aspecten van de historische uitleg van de profetieën, maar nu de Verenigde Staten weer eens bezig zijn een president te kiezen zou ik haast geneigd zijn die bezwaren tijdelijk in te slikken. Ik heb de voorverkiezingen op de voet gevolgd en mij, samen met miljoenen anderen in de VS en elders, verbijsterd afgevraagd hoe het mogelijk is dat een man als Donald Trump de presidentskandidaat van de Republikeinen lijkt te gaan worden. Op een gegeven moment kwam de gedachte bij mij op dat het symbool van ‘het beest uit de aarde’ misschien op Trump van toepassing zou kunnen zijn. Hij heeft in elk geval in de afgelopen maanden laten zien dat hij afschuwelijke ideeën heeft en dat, als hij president zou worden, Amerika en de wereld voor heel onaangename (‘beest’-achtige) verrassingen zouden kunnen komen te staan, waarbij allerlei vrijheden zomaar zouden kunnen verdwijnen.

Het heeft me verbaasd dat ik tot nu toe geen stemmen heb gehoord die een verband leggen tussen de profetie van Openbaring 13 en Donald Trump. Ook toen Ben Carson zich kandidaat stelde en eventjes kans leek te maken om de GOP kandidatuur in de wacht te slepen bleef het vreemd stil in het kamp van de profetie-uitleggers. Toen in 1928 de katholieke Al Smith zich kandidaat stelde was de commotie groot en werd in adventistische kring meteen gezegd dat dit helemaal in de lijn lag van de bijbelse profetie, waarin een verbond tussen de VS en Rome werd voorzegd. Ook toen de katholieke John F. Kennedy in 1960 president van Amerika wilde worden wisten veel adventisten meteen hoe ze dat in het licht van Openbaring 13 moesten interpreteren. Nu een immorele schreeuwlelijk in de persoon van Donald Trump elke dag in het nieuws is, lees ik daarover echter niets in de officiële adventistische pers. Daar kun je vanuit de Bijbel kennelijk niets over zeggen! Never mind, dat de man hele religieuze etnische en bevolkingsgroepen schoffeert, vrouwen discrimineert, de rechterlijke macht onderuit haalt, graag een vriend wil zijn van mannen als Putin en Kim-jong-un, en de meest bizarre en tegenstrijdige uitspraken doet.

Ik ben het eens met het standpunt van mijn kerk dat er een scheiding moet zijn tussen kerk en staat.  Maar dat wil niet zeggen dat de kerk altijd op ht punt van politiek maar moet zwijgen. In het verleden had de kerk een duidelijke mening als een presidentskandidaat de ‘verkeerde’ godsdienst had.  In het licht van de opvattingen van die tijd was dat misschien begrijpelijk. Maar zou de kerk anno 2016 niet de morele plicht hebben wat meer van zich te laten horen nu iemand met een totaal disfunctioneel moreel kompas dingt naar het hoogste ambt in de Verenigde Staten? En zou duidelijke kritiek op dit land-beest in de gedaante van Trump (in elk geval op dit moment) niet veel relevanter zijn dan het regelmatig herhalen van de traditionele uitleg van Openbaring 13? In elk geval staat die traditionele uitleg niet op het punt vervuld te worden, terwijl over nog maar enkele maanden een beslissing wordt genomen die verreikende gevolgen heeft voor onze gehele planeet!

Respect en tolerantie

 

De Nederlandse Adventkerk hield op zondag 5 juni een buitengewoon congres. Een groep van ‘verontruste’ leden maakte gebruik van de statutaire mogelijkheid zo’n congres aan te vragen. Via een ‘ledenmanifest’ hadden de ‘verontrusten’ laten weten wat er volgens  hen mis is met de kerk. Het feit dat de Nederlandse Adventkerk heeft besloten  ook vrouwelijke predikanten in te zegenen blijft hen een doorn in het oog, temeer daar de wereldorganisatie (Generale Conferentie) die weg formeel heeft afgesloten. Waar haalt de Nederlandse kerk dan het lef vandaan om haar eigen weg te gaan en het besluit van de wereldkerk naast zich neer te leggen?

Ik was afgelopen zondag niet aanwezig. Ik was (en ben nu nog steeds) in Zweden. Maar natuurlijk heb ik wel mijn best gedaan om me via allerlei kanalen zo goed mogelijk te informeren over het verloop van de bijeenkomst. Ik was opgelucht te horen dat de motie het niet haalde om de eerder genomen beslissing terug te draaien dat vrouwelijke predikanten in Nederland ingezegend kunnen worden. In diverse commentaren las ik dat de stemming too close for comfort was (88-76).  Dat het aantal voor- en tegenstanders niet ver uiteen lag, was vermoedelijk voor een groot deel te danken aan het feit dat zaak die aan de orde was veel meer leeft bij de minderheid van ‘verontruste’ kerkleden dan bij de meerderheid die vertrouwen heeft in de leiding van de Nederlandse kerk en het huidige beleid steunt.

Terecht is door velen geconstateerd dat de Nederlandse Adventkerk sterk verdeeld is en dat dit zorgen baart ten aanzien van de toekomst. Niemand kan ontkennen dat de polarisatie tussen de ‘verontrusten’ (of noem ze de mensen die ‘behoudend’ zijn, of ‘conservatief’) en de andere kerkleden een probleem is dat grote aandacht verdient. Maar we moeten de zaken ook weer niet te veel dramatiseren.  De situatie waarin de Adventkerk zich in Nederland (en ook elders) bevindt is bepaald niet uniek en zeker niet hopeloos. Ik noem een paar punten, waarom ik dat denk.

1. In de meeste religieuze bewegingen van verleden en heden waren, en zijn, diverse stromingen waar te nemen. Denk bijvoorbeeld aan de vroegere Nederlands-Hervormde Kerk, waarin je vrijzinnigen en extreem-orthodoxen kon vinden en alles daartussen in. In de huidige KPN en andere kerken anno 2016 in ons land is dat nog steeds het geval.

2. Kerken die sterk internationaal verspreid zijn hebben, als gevolg van grote culturele verschillen tussen landen en werelddelen, dikwijls meer problemen om hun leden wereldwijd op één lijn te krijgen dan nationale kerken.

3. In veel westerse landen heeft de influx van migranten uit de niet-westerse wereld voor grotere diversiteit gezorgd, die tot de polarisatie heeft bijgedragen. Dat is zeker ook in Nederland het geval. Maar dit heeft ook voor een grote verrijking van het kerkelijk leven gezorgd.

4. Een levende kerk zal altijd een spanning ervaren tussen haar traditie en de veranderingen in de maatschappij waarin zij leeft en waarin zij een getuige van het evangelie moet zijn. Niet iedereen kan op een evenwichtige wijze met die spanning omgaan.

5. Wat de Adventkerk betreft kan niet ontkend worden dat er aanzienlijke verschillen zijn in de theologische opvattingen van ‘rechts’ en links’ en in de manier waarop men tegen de organisatorische structuur van de kerk aankijkt. Maar dat is altijd in meerdere of mindere mate zo geweest en dat zal ongetwijfeld zo blijven. Wij brengen immers allemaal onze eigen achtergrond met ons mee, bevinden ons elk in ons eigen stadium van geestelijke groei, en lezen de Bijbel door onze eigen bril.

6. De grootste prioriteit is dat we leren elkaar in de kerk meer ruimte te geven en dat we beter naar elkaar leren luisteren en van elkaar willen leren. Dat geldt voor zowel ‘rechts’ als ‘links’.

7. Ondanks de onmiskenbare polarisatie is het belangrijk te beseffen dat we bij alle verschil van mening, toch zoveel gemeen hebben dat we ons één kunnen blijven voelen met een zelfde doel voor ogen.

8. De problematiek die soms zo levensgroot lijkt verdwijnt  voor een belangrijk deel als we respect hebben voor elkaars mening en tolerant zijn, in plaats van elkaar steeds de maat te nemen en elkaar te veroordelen.

Het speciale congres ligt achter ons. Ik hoop dat we als geloofsgemeenschap  een adempauze in de huidige discussies kunnen inlassen om ons in de komende periode te richten op de talloze andere uitdagingen waarvoor we als Adventgelovigen in Nederland staan.

 

Een doctorsgraad – tegen elke prijs?

 

Nadat er al geruime tijd geruchten circuleerden dat enkele Afrikaanse leiders van de Adventkerk hadden gesjoemeld met het verkrijgen van hun doctorsgraad, is uiteindelijk de waarheid boven tafel gekomen.  Op 14 april publiceerde de Zuid-Afrikaanse krant The New Age een artikel, waarin werd beweerd dat twee adventistische kerkleiders op frauduleuze manier aan hun academische graad waren gekomen, met het doel daarmee hun kerkelijke carrière te bevorderen. Het betrof Paul Charles, de functionaris voor communicatie in het regionale kantoor voor de Adventkerk in het zuiden van het Afrikaanse continent, en Paul Ratsara, de voorzitter van de kerk in deze regio (Southern Africa- Indian Ocean Division)

Ik heb het nieuws—dat voornamelijk als gevolg van een fijn staaltje onderzoeksjournalistiek van Spectrum  boven water kwam—met meer dan gewone belangstelling gevolgd. Ik leerde Paul Ratsara ruim 25 jaar geleden kennen en als je iemand eenmaal kent is automatisch je belangstelling gewekt als die persoon in het nieuws opduikt.  Ik werkte destijds in het kantoor van de kerk voor Franssprekend Afrika, in Abidjan (Ivoorkust) en werd uitgenodigd om een evangelisatiecampagne te houden in Madagaskar. Het was een bijzondere ervaring. Een maand lang sprak ik elke avond in de grootste collegezaal van de universiteit in de hoofdstad Antananarivo. Paul Ratsara, een predikant in de kerk in Madagaskar, had de taak mij elke avond te  vertalen. Door de jaren heen heb ik zijn kerkelijke ster zien stijgen. Hij werd divisiesecretaris en vervolgens voorzitter van de kerk in de regio van zuidelijk Afrika en de eilanden in de Indische Oceaan (o.a. Ratsara’s vaderland Madagaskar).

Aanvankelijk leek het dat vooral Paul Charles de boosdoener was. Zijn graad bleek geen echte graad. Het was een stuk papier dat door een onbekend en niet erkend instituut in India zou zijn uitgereikt. De feitelijke situatie was dat mr. Charles zelfs nog geen bachelors graad bezat. Maar Paul Charles was zeer ambitieus en dacht dat de dr.-titel hem wat sneller in de vaart der volkeren zou kunnen opstuwen. Hij stond op het punt naar Amerika te verhuizen en een functie te krijgen in de communicatie-afdeling van de Generale Conferentie. Dat is nu uiteraard een gepasseerd station.

Paul Ratsara’s doctorsgraad was afkomstig van UNISA, een gerespecteerde Zuid-Afrikaanse Universiteit. Maar na enig speurwerk van Spectrum medewerkers bleek er toch een verdacht luchtje aan te kleven. Het gerucht dat Ratsara het meeste werk niet zelf gedaan zou hebben bleek waar.  Hopeson Bonya bekende dat hij vijf van de zes hoofdstukken van de dissertatie had geschreven. Toen het balletje verder ging rollen en de geloofwaardigheid van Ratsara onherstelbare schade had opgelopen, bood Ratsara zijn ontslag aan. Aangezien een divisievoorzitter ook een vicevoorzitter is van de Generale Conferentie had Ted Wilson, de hoogste kerkelijke functionaris, rechtstreeks met deze problematiek te maken. Aanvankelijk leek Wilson de fout van Ratsara niet zo ernstig te vinden dat deze zou moeten aftreden. Wilsons rol in deze geschiedenis roept ernstige vragen op, o.a. of Wilson niet zo zwaar tilt aan de integriteit van zijn collega’s. Maar het aftreden van Ratsara was onvermijdelijk en dus heeft hij zijn post verlaten—overigens zonder ook maar op enige manier aan te geven dat hij een misstap heeft begaan.

Je vraagt je af waarom mensen—zeker als het om mensen gaat op belangrijke kerkelijke posten—perse een doctorsgraad willen hebben en aan dat verlangen zelfs hun integriteit als christelijk leider willen opofferen.

Een voltooide academische opleiding is een ‘must’ als iemand in het hoger onderwijs les wil geven. En er kunnen ook allerlei andere legitieme redenen zijn waarom iemand graag zou willen promoveren. Maar ik weet uit ervaring dat werken aan een dissertatie niet gemakkelijk met een fulltime baan in de kerk kan worden gecombineerd. Ik was er misschien nu nog mee bezig geweest als ik destijds niet een vol jaar studieverlof had kunnen krijgen. Het werken aan een promotie kost offers, meestal ook van de partner. Wie eraan begint moet zich terdege afvragen of het alle offers waard is en of het realistisch is eraan te beginnen.

Maar het is vooral belangrijk dat je beseft dat je waarde, en je competentie in je werk, van veel factoren afhangt, en niet alleen (of zelfs helemaal niet) van de vraag of je bent gepromoveerd. En als je denkt dat je de doctorstitel nodig hebt om een internationale carrière te kunnen maken ben je al helemaal op de verkeerde weg.

Na de recente incidenten behoort de discussie nu echter even niet te gaan over het belang van een doctorsgraad, maar over persoonlijke integriteit. Ik denk dat velen dat nu wel hebben begrepen. Hopelijk geldt dat ook voor de hoogste leiding van de kerk, want die leek daar toch wel even verdacht veel moeite mee te hebben.