Monthly Archives: Mei 2012

Pinksteren

Het is zondag, eerste pinksterdag, tegen tienen, ’s morgens. Ik zit op het balkon aan de voorzijde van ons appartement. Over een half uurtje zal de zon geleidelijk ook ons ‘plekje buiten’ bereiken. Maar ook nu is de temperatuur al voortreffelijk. Het is alom vrede op aarde, althans hier in Zeewolde. Heel af en toe zoeft een auto voorbij. Verder alleen het gekwetter van wat vogels. Het leven is goed.

Ik heb de afgelopen week voor een groot deel thuis doorgebracht—met heel wat uurtjes achter mijn nieuwe laptop. De kwaliteit van het scherm is van dien aard dat ik ondanks de felle zon plezierig buiten kon werken. Ik ben vooral bezig geweest met het voorbereiden van een reeks bijeenkomsten en vergaderingen die vanaf volgende week dinsdag, tot ruim een week daarna, gaan plaatsvinden.Peter Roennfeldt bezoekt België. Samen met een spreker uit Nederland (ds. Rudy Dingjan) en een spreker uit Frankrijk (ds. Pierre Kempf) zal hij tijdens een bijeenkomst met zo’n 250 vertegenwoordigers van alle Adventgemeenten in België en Luxemburg, op zaterdag 2 juni, het voortouw nemen. Er is dan een dag van inspiratie en instructie over het thema ‘kerkgroei’. Het zal daarbij vooral gaan om het ‘planten’ van nieuwe kerken.

Daarnaast zullen we een tweetal dagen samenkomen met de predikanten van België en Luxemburg om de principes die op deze nationale dag voor instructie en inspiratie aan de orde komen, in concrete plannen om te zetten. We zullen ook nadenken over andere vormen van evangelisatie en het weer tot leven wekken van (bijna) dode gemeenten. Daarnaast zijn er bezoeken aan een zestal gemeenten om met groepen personen uit die gemeenten te brainstormen over specifieke kerkgroeiprojecten.

Het wordt een vol programma. Ik heb voor al deze bijeenkomsten agenda’s uitgewerkt en andere voorbereidingen getroffen. We zullen Peter Roennfeldt weinig rust gunnen. Zijn vrouw Judy zal hem niet veel zien, maar ongetwijfeld zal zij samen met mijn vrouw in Brussel genoeg leuke dingen vinden om te doen. En zij hebben dan tijd om bij te praten en herinneringen op te halen uit de jaren dat zij beiden in St. Albans in Engeland woonden.

Wat hoop ik dat de week die Peter Roennfeldt bij ons zal zijn ons zal brengen? Mijn verwachtingen zijn hoog gespannen. Ik weet dat Peter veel te bieden heeft. Hij is een expert op het gebied van kerkgroei en is een graag geziene spreker en presentator, ook in niet-adventistische kringen. Tijdens de periode dat hij in Europa werkte heeft hij veel voor de Adventkerk in tal van landen betekend en heeft hij veel op gang gebracht. Nu is hij weer terug in zijn geboorteland Australië en werkt hij als consultant op het terrein van kerkgroei. Maar hij is van tijd tot tijd in Europa en we maakten graag van zo’n gelegenheid gebruik om hem een weekje bij ons te hebben. Peter is een vernieuwer. Hij krijgt niet van iedereen applaus. Voor sommigen is hij te radicaal, misschien te onvoorspelbaar. Maar creatieve mensen die durven experimenteren en die dikwijls niet langer het jargon spreken waaraan velen zo gehecht zijn geraakt, worden dikwijls wat gewantrouwd. Misschien zijn er ook in België wel wat mensen in de kerk die het niet zo’n goed idee vinden om hem uit te nodigen. Maar ik heb de indruk dat hij bij de meeste predikanten en kerkleden zeer welkom zal zijn. En terecht.

Zullen de activiteiten van de komende week iets blijvends tot stand brengen? Of zal het eventjes wat enthousiasme doen opvlammen, maar zal het vlammetje daarna weer abrupt doven? Ik weet dat dit kan gebeuren. Het zal niet de eerste keer zijn. Maar het kan ook anders gaan.

Vandaag is het Pinksteren: het feest van de Geest. Het is goed om daarbij stil te staan. Misschien kunnen Peter en onze andere gasten ons inspireren om de deuren van de kerk in België en Luxemburg wat wijder te openen voor de kracht van de Geest.Misschien kan het talenwonder van Pinksteren zich herhalen en kan de Geest ons helpen om beter in de taal van de mensen om ons heen te communiceren. Misschien kan de Geest ook bij ons die sfeer van gelovig enthousiasme die de kerk destijds, tweeduizend jaar geleden, zo wist te doordringen, weer oproepen en voeden. Misschien kan de Geest, die de volgelingen van Jezus destijds zoveel kracht en enthousiasme gaf, ook ons aanraken. En misschien kan de Geest, die destijds de kerk voor zo velen zo onweerstaanbaar aantrekkelijk maakte, opnieuw van zich laten spreken. De boodschap van Pinksteren is dat het kan!

Apple en Kuifje

Ik heb de grote overstap gemaakt, van een ‘normale’ laptop naar een Apple, en wel naar een MacBook Air. De kenner weet dat er een uitvoering is met een scherm van 11 inches of met een van 13 inches, en dat je kunt kiezen uit honderd en zoveel gigabyte geheugen en 256 gigabyte. Ik ben de gelukkig eigenaar van een apparaat met een scherm van 13 inches en met het maximale geheugen. Je kunt maar nooit weten of je het nodig zult hebben.

Ik zag er erg tegenop om alle bestanden van mijn Acer over te moeten zetten naar mijn nieuwe MacBook. Hoe krijg je je adresboek ongeschonden op het nieuwe apparaat? Hoe kun je de draadloze printer installeren en de verbinding daarmee tot stand brengen? Ja, je krijgt een dvd bijgeleverd, maar er is een kleine complicatie: de MacAir beschikt niet over een disk drive. Krijg ik mijn blogs feilloos overgezet en kan ik met mijn Apple hetzelfde programma gebruiken? En moet ik nu mijn ‘favoriete’ internet sites handmatig invoeren? En hoe krijg ik mijn Skype weer aan de praat? Zo zijn er nog wat dingen die moeten worden opgelost.

En dan moet ik natuurlijk nog de kneepjes van het werken met mijn nieuwe apparaat onder de knie zien te krijgen. Waarom zit er geen ‘delete’ knop op mijn toetsenbord? Hoe vind ik iets in een bepaald document terug? Enzovoort, enzovoort. Gelukkig was mijn dochter direct bereid om haar vader een dagje te komen helpen en kon er gemakkelijk via Skype met mijn zoon in Zweden contact worden gelegd. Als computer vakman weet hij op ontstellend veel vragen een onmiddellijk antwoord en via de verbluffende mogelijkheid van ‘scherm delen’ kan hij dan op het scherm aanwijzen wat we op 2000 kilometer afstand precies moeten doen.

Ik ben niet helemaal, totaal, volstrekt computer-analfabeet, maar toch plaatst deze operatie me voor fikse uitdagingen. Hoe doen andere mensen dat, die geen zonen of dochters hebben die te hulp kunnen schieten? Volgens mijn dochter is er altijd wel een neef of een buurman die even kan komen helpen. Ik twijfel daar een beetje aan en heb zo het donkerbruine vermoeden dat er heel wat mensen zijn die soms in cyber-wanhoop dreigen te verzinken.

Inmiddels werkt het allemaal schitterend. Ik heb nog nooit zo’n soepel (en verlicht) toetsenbord gehad. Bovendien is het digitale wonderding super-plat en weegt het ding maar ongeveer anderhalve kilo. En kan ik 7 uur op een acculading werken. Ik heb waarlijk voortgang gemaakt sinds begin 1987 toen ik mijn eerste computer kocht: een in Korea gebouwde IBM kloon, die nog geen harde schijf had en waarin twee 5 ¼ inch diskettes moesten worden gestopt. Elk van de diskettes had een opslagcapaciteit van zegge en schrijven een dikke vijfhonderd kilobytes (als ik me dat goed herinner). We gebruikten als wordprocessing programma Word Perfect 4.1, en iets later 4,2. Er waren en stuk of acht ‘floppies’ nodig om alle mogelijkheden van het programma te kunnen benutten.

Intussen loopt de meimaand weer naar zijn einde. Om te zeggen dat het een volle maand was, is een behoorlijke understatement. Mijn werk in Brussel vroeg veel aandacht. Dan was er nog het een en ander in de familiesfeer—een bruiloft en bezoek vanuit het buitenland. En ik had, al geruime tijd geleden, in een sfeer van overmoed, beloofd om gedurende een aantal dagen in Huis ter Heide paraat te zijn voor het jaarlijkse festival voor ‘kerk-planters’ in Huis ter Heide.

Inmiddels (zondagavond) ben ik weer in Brussel gearriveerd. Buiten is zojuist een zware donderbui weer weggetrokken. Vlak bij het hotel is een restaurantje waar je lekker kunt eten, omgeven door een schat aan Kuifje-memento’s. Op de begane grond kunnen de Tintin adepten zich van al hun vakliteratuur voorzien, terwijl deze beroemde Belgische schepping van de Belgische schrijver/tekenaar Hergé je van alle muren van het restaurant op de eerste etage omringt. Het levert een ambiance op die je helpt om een uurtje volledig te kunnen relaxen, hetgeen ik zojuist heb gedaan. Ik ben altijd een liefhebber geweest (en ben dat nog steeds) van de avonturen van heer Bommel en zijn vriend Tom Poes. Maar misschien moet ik toch ook eens gaan verdiepen in de lotgevallen van Kuifje, alias Tintin.

Kiezen

Zoals gebruikelijk kijk ik, als ik thuis ben, ’s ochtends om kwart voor zeven naar het RTL4-nieuws. Sinds geruime tijd is er, aan het einde van de uitzending, een stelling waarop je kunt reageren. Je kunt dan kiezen uit twee mogelijkheden. Vanmorgen werd de kijker gevraagd of het een goed idee zou zijn om de voorgenomen BTW verhoging enige tijd uit te stellen. (Ik kan de uitslag redelijk zeker voorspellen!) Toen ik vervolgens even naar het nieuws keek op de website van de Volkskrant werd me om een andere keuze gevraagd, namelijk of ik al dan niet instemde met de kritiek op de PVV. Dit soort simpele enquêtes worden ons dagelijks aan de lopende band voorgeschoteld. Ik zie er het nut niet van in en negeer ze meestal.

Maar het kunnen kiezen met betrekking tot allerlei zaken schijnt wel steeds belangrijker te worden. Denk maar aan alle idol-achtige programma’s. In de politiek is het D-66 ‘kroonjuweel’ van een gekozen burgemeester onlangs ook weer van stal gehaald. De burgers moeten toch uit verschillende mogelijkheden kunnen kiezen als het om hun burgervader gaat, is de gedachte.Ja, misschien is dat wel een goed idee, maar misschien ook niet. Want wat weten de burgers eigenlijk van de verschillende kandidaten? Moeten ze afgaan op het uiterlijk en een goede babbel? Of op hoe de man of vrouw in kwestie ‘overkomt’? Of op hoe goed hij zich kan weren in een debat met de andere kandidaten? Kunnen de burgers echt een oordeel vellen over de geschiktheid van de verschillende pretendenten voor deze best wel complexe functie?

Sinds kort schijnt het gewoonte te worden om lijsttrekkers voor de verschillende politieke partijen te kiezen. We herinneren ons de nek-aan-nek-race tussen Mark Rutte en Rita Verdonk. Vreemd toch, in retrospect, dat zoveel mensen aan Rita de voorkeur gaven? Onlangs won Diederik Samson de strijd om het PvdA lijsttrekkerschap van een reeks andere rode voormannen en –vrouwen. De tijd zal het leren of het een goede keuze was. Ik heb nog zo mijn twijfels.

En nu moeten de CDA-leden dus kiezen tussen zes personen die zich allemaal heel geschikt vinden om de CDA-kar te gaan trekken en ervoor te zorgen dat op 12 september het Christen-Democratisch Appel weer in volle glorie haar plaats in de Nederlandse politiek kan gaan innemen. Dat zal nog een hele toer worden. Ooit heb ik een keer op het CDA gestemd. Er moet nu nog heel wat gebeuren voordat ik die keus opnieuw zal maken als ik in het stemhokje sta.

Ik mag niet mee-kiezen voor de CDA lijsttrekker, want ik ben nu eenmaal geen partijlid. Maar stel dat ik lid van die club zou zijn. Wie zou ik dan moeten kiezen? Ga ik dan af op de ‘helderheid’ van Henk (Bleker)? Of kies ik voor de ervaring van de oersaaie Van Haersma-Buma? Of lijkt mij, enigszins geïnspireerd door mijn Noord-Hollandse achtergrond, de wethouder van Purmerend, Mona Keijzer, wel een goede gok? Want deze dame heeft toch wel een zekere frisheid die meneer Marcel Wintels duidelijk mist.Zou het, al met al, toch niet beter zijn als een partijbestuur dat de mensen goed kent een dergelijke beslissing neemt? Er zijn ongetwijfeld stevige argumenten pro en contra.

Het echte kiezen komt pas op 12 september. Er valt heel wat over te zeggen, maar misschien is het belangrijkste principe wel dat we het pas waard zijn om aan het democratisch proces deel te nemen als we ons goed in de materie verdiepen en echt weten welke opties er zijn. En als christen moet ik me daarbij vooral ook laten inspireren door de idealen van het evangelie en niet voornamelijk door de spagaat tussen ‘links’ en ‘rechts’.

Later in het jaar zal de Nederlandse Adventkerk weer haar leiders kiezen voor de komende vijf jaar. Daarvoor hebben we een wat merkwaardig systeem, maar over het algemeen werkt het redelijk. Zolang er geen beter systeem is moeten we het ermee doen. Maar waarop gaan de mensen die in eerste instantie de keuze zullen maken (om die vervolgens aan alle afgevaardigden voor te leggen) af? Zoeken zij leiders die veel verstand hebben van organisatorische processen? En die vooral ook een solide kennis hebben van de financiële aspecten? Is het belangrijk dat ze goed kunnen preken? Dat ze communicatief zijn en een energieke uitstraling hebben? Het is prachtig als je al die aspecten in een en dezelfde persoon vindt. Maar als ik deel uit zou maken van het ‘kiescollege’ (het ‘benoemingscomité), dan zou ik me vooral afvragen of er mensen bij zijn die een duidelijke visie hebben voor de kerk en deze ook op anderen kunnen overbrengen. Dat is, volgens mij, het allerbelangrijkste.

Intussen blijf ik de strijd tussen de CDA kandidaten met veel belangstelling volgen. En daarbij zal ik er vooral ook op blijven letten of ik een stuk heldere, christelijk geïnspireerde, visie ontdek.

Bevrijdingsdag

Dodenherdenking en bevrijdingsdag. Ik ben in ‘de oorlog’ geboren maar heb er geen directe herinneringen aan. Ik herinner me vaag dat ik als kind, vlak na de bevrijding, bonkaarten heb gezien en dat er hier en daar nog gebouwen in puin lagen. Maar ik ken de oorlog alleen van verhalen, van films en boeken. Oorlog wekt bij mij intense afschuw. Ik heb nooit genoten van spannende oorlogsfilms. En het traditionele standpunt van mijn kerk van wapens weigeren (dat helaas steeds meer in vergetelheid is geraakt) heeft me altijd aangetrokken—ook al besef ik natuurlijk wel dat een geheel geweldloze wereld tamelijk utopisch is.

Ik denk dan ook dat het een goede zaak is dat we terugdenken aan de mensen die in de wereldoorlogen, maar ook tijdens alle andere oorlogen van de laatste eeuw, het leven hebben gelaten. Ik denk eerder aan hen als slachtoffers dan als helden aan de ene kant en slechteriken aan de andere kant. Daarom heb ik er moeite mee te begrijpen waarom er een kort geding werd aangespannen om te voorkomen dat in Vorden ook Duitse soldaten, die daar begraven zijn, worden herdacht. Want ook zij waren slachtoffer.

En, hoewel je mij niet snel zult ontdekken bij grootschalige bevrijdingsfeesten—die gewoonlijk gepaard gaan met veel herrie en waarbij de alcohol rijkelijk vloeit—moet ook de jaarlijkse bevrijdingsdag blijven! Want, als we een moederdag en een vaderdag hebben, en tegenwoordig een valentijnsdag en zelfs een secretaressendag (op zich allemaal prima), dan mag er toch ook wel een dag zijn die ons erbij bepaalt hoe belangrijk vrijheid is.

Maar vrijheid is natuurlijk best wel een lastig begrip. Wat voor soort vrijheid bedoelen we? Een verkeerd soort vrijheid leidt tot onvrijheid. We hebben regels nodig. Maar hoeveel? Te weinig regels geeft gewoonlijk allerlei problemen. Een volledig ‘vrije’ opvoeding blijkt in de praktijk niet zo goed te werken als verlichte opvoeders enkele tientallen jaren geleden propageerden. Partners die elkaar ‘vrij’ laten om ook buiten hun relatie met andere personen ‘intiem’ te zijn, ontdekken gewoonlijk dat dit hun geluk schaadt in plaats van bevordert. Te weinig regels voor de constructie van gebouwen en bruggen, enz. is levensgevaarlijk, want dan worden veiligheidsnormen gemakkelijk overtreden. Zelfs een kerkdienst met heel weinig regels zal, behalve de wat charismatisch ingestelden, maar weinig gelovigen bekoren.

Maar te veel regels is beknellend. In gezin waarin kinderen niets mogen levert vaak verknipte mensen op. Huwelijken waarin men elkaar geen enkele ruimte biedt worden ondraaglijk. Een werkomgeving waarin de chef zelfs bijhoudt hoe vaak en hoe lang de werknemers naar het toilet gaan, zal veel ziekteverzuim en personeelsverloop in de hand werken. Tientallen formulieren invullen voordat je een dakraam mag aanbrengen leidt tot grote wrevel. Enzovoort.

Godsdienstvrijheid is een groot goed. Het is een voorrecht dat je niet alleen aan jezelf, maar ook aan anderen, zelfs aan hen die een overtuiging hebben die je tegen de borst stuit, moet gunnen. Het is ook iets wat binnen een geloofsgemeenschap als ideaal moet gelden. Maar er zijn situaties waarin andere mensenrechten zo in het gedrang komen dat volledige vrijheid van godsdienst niet kan worden toegepast. Zelfs aan fundamentele vrijheden zijn grenzen. Te veel grenzen brengt verdrukking. Geen grenzen brengt anarchie.

Het zou goed zijn als er jaarlijks rond bevrijdingsdag meer bij dit soort aspecten van onze vrijheid zou worden stilgestaan. Want wie niet begrijpt wat vrijheid in diepste wezen is en hoe zij zich tot andere waarden verhoudt, weet niet wat er beschermd en gevierd moet worden.

Als er een categorie van mensen is die zou moeten weten—uit ervaring—wat vrijheid betekent, dan zijn het de christenen. Zij belijden immers dat zij volgelingen zijn van Degene die waarlijk vrij maakt. Maar wie de Bijbel een beetje kent, weet dat er steeds waarschuwingen nodig bleken, omdat christenen toch altijd weer in de verleiding kwamen om zich ‘een slavenjuk’ te laten opleggen. Hoe het is om echte vrijheid te beleven laat zich niet gemakkelijk in woorden uitleggen. Het is een uit vrije wil, zonder dwang of innerlijke schuldgevoelens, zonder angst voor straf of onheil, een leven leiden dat geïnspireerd wordt door het grootste Rolmodel aller tijden. Met het oog op de ultieme Bevrijdingsdag. Meer kan ik er eigenlijk niet over zeggen. Voor mij is het genoeg.