Monthly Archives: Oktober 2015

Ben Carson

 

Ik volg met meer dan gewone belangstelling de stijgende populariteit van Ben Carson in de Verenigde Staten. Volgens allerlei berichten van de afgelopen week zou hij nu op de eerste plaats staan in de lange rij van Republikeinse presidentskandidaten. Hij zou zelfs Donald Trump hebben ingehaald.

Ik woon niet in de Verenigde Staten en heb er geen stemrecht. Maar ik heb er ooit wel een aantal jaren gewoond en heb, denk ik, een redelijke indruk van hoe de Amerikaanse politiek functioneert. Als ik er nu zou wonen en zou mogen stemmen, zou ik zeker niet de Republikeinse partij steunen. Ik heb het altijd nogal vreemd gevonden dat zoveel christenen een partij steunen die er, mijns inziens, heel onchristelijke ideeën op na houdt en weinig oog lijkt te hebben voor de barmharigheid en zorg voor zwakkeren in de samenleving die Christus voorleefde. Op veel democraten mag ook van alles en nog wat aan te merken zijn, maar ik zou hen toch maar liever mijn stem gunnen. Echter, dat is niet aan de orde, want ik mag niet stemmen in de VS!

Maar ja, Ben Carson is een bijzonder geval. Hij is Republikein (en nog wel van een heel conservatief soort), maar hij is ook lid van de kerk  die mijn geestelijk thuis is! De vraag die mij en veel van mijn geloofsgenoten nu natuurlijk bezighoudt is welke rol Carsons kerkelijk lidmaatschap in de komende maanden zal gaan spelen. De Amerikaanse grondwet bepaalt dat geloofsovertuiging geen rol mag spelen als mensen een publieke rol ambiëren in het Amerikaanse bestel. Maar dat doet het ongetwijfeld toch wel. Zonder rekening te houden met het evangelikale kamp is het moeilijk de verkiezingsstrijd te winnen. Trump liet een paar dagen geleden weten dat hij een Presbyteriaan is (een soort gereformeerde, zeg maar). Tussen de regels door bedoelde hij te zeggen dat het heel wat veiliger is om hem te kiezen dan iemand als Carson die behoort tot een onbekende, wellicht extreme, religieuze groepering,

In 1928 verloor de democratische kandidaat Al Smith de presidentsverkiezing. De VS was kennelijk nog niet klaar voor een katholieke president.  Zelfs toen John F. Kennedy ruim dertig jaar later een gooi naar het hoogste Amerikaanse ambt deed, was zijn katholieke afkomst een gevoelig punt. De mormoonse levensovertuiging van Mitt Romney was echter een paar jaar geleden een veel minder groot probleem dan velen vermoedden. De vraag is nu of Carson veel nadeel zal ondervinden van het feit dat hij adventist is.

In elk geval kan de Adventkerk er zeker van zijn dat zij de komende periode meer dan ooit in de schijnwerpers zal staan. Het is te hopen dat journalisten en andere opiniemakers de moeite nemen zich grondig te laten informeren, liefst bij de bron, en hun kennis niet bij elkaar zullen sprokkelen via allerlei negatieve en bevooroordeelde websites of gesprekken met gefrustreerde exleden. De kerk zelf zal terughoudend moeten zijn om elke suggestie te voorkomen dat zij Carson wil promoten.

Ik neem aan dat vroeg of laat ook de Nederlandse media aandacht gaan besteden aan de adventistische kleur van Carson. Hopelijk zullen ook zij daarbij met integriteit te werk gaan en wordt ook in ons land het adventisme door de rol van Carson bekender dan het nu is en komen vooral de sterke punten van het adventisme goed uit de verf.

In alle eerlijkheid moet ik bekennen dat ik het in veel opzichten grondig oneens ben met Carsons politieke ideeën, maar gelukkig wijst alles erop dat Carson een moreel hoogstaand mens is en dat hij geen nare geheimen uit zijn verleden meetorst. Ben Carson heeft een fantastisch persoonlijk verhaal te vertellen—het verhaal van geloof en doorzettingsvermogen. Dat zal voor veel Amerikaanse kiezers wellicht belangrijker zijn de vraag of Carson al dan niet in wat vreemde dingen gelooft. En ik kan alleen maar hopen dat de media in de komende maanden Carson vooral zullen tekenen als een gelovig mens die voor heel velen een rolmodel kan zijn, en niet als iemand die bij een wat merkwaardige, goeddeels onbekende club behoort waarvan je niet zeker weet of je die echt voluit christelijk mag noemen.

Ik hoop dat het Carson  niet lukt om president van de VS te worden. Maar het zou fijn zijn als zijn bekendheid het aanzien van zijn kerk tijdens de komende maanden positief beïnvloedt—zowel in eigen land als daarbuiten.

 

Is het erg als de kerk klein is?

 

Vorige week schreef ik over mijn bezoek aan een Zweedse Lutherse kerkgemeente en merkte ik en passant op dat het grootste Zweedse kerkgenootschap jaarlijks één procent van haar leden verliest. Je hoeft geen groot wiskundige te zijn om te begrijpen dat dit ernstige gevolgen heeft, vooral als de leden, van wie de namen in de boeken staan, nog nauwelijks op zondag ter kerke gaan.

In ons eigen land zien we een zelfde verschijnsel. De Rooms-Katholieke Kerk ervaart een tragische leegloop en smelt in sneltreinvaart parochies samen. Bij de PKN klinken de alarmbellen en vraagt men zich af hoe het ledenverlies gestopt of in elk geval vertraagd, kan worden.

Het is allemaal deel van een breder proces. Het christendom verschuift (niet zo) langzaam maar (heel) zeker van het Noorden naar het Zuiden. Het merendeel van de christenen woont nu in Afrika, Midden- en Zuid-Amerika en delen van Azië. Die trend gaat niet aan de Adventkerk voorbij. Ooit plakte men het etiket ‘Amerikaanse sekte’ op het adventisme. Dat was begrijpelijk want de Adventkerk ontstond in de Verenigde Staten en in de eerste periode van haar bestaan waren er veel meer adventisten in de VS dan elders. Nu is het beeld totaal anders. Maar ongeveer 8 procent van de 18 miljoen adventisten woont in de VS en slechts een paar procent woont in Europa en Australië; de rest woont in het Zuiden (in wat vroeger werd aangeduid als de ontwikkelingslanden).

Betekent dit dat misschien de christelijke kerk (en ook daarmee het adventisme) helemaal zal verdwijnen uit ‘het Noorden’? Die vraag kan niet zomaar met ‘ja’ of ‘nee’ worden beantwoord. Het is eerder gebeurd dat gebieden werden gekerstend en dat na verloop het tijd het christelijk geloof daar weer verdween. Denk bijvoorbeeld aan Noord-Afrika—ooit een bloeiende kerkprovincie, waar mensen als Augustinus hun domicilie hadden.

Ik geloof niet dat het christendom helemaal uit het zgn. christelijke Westen zal  verdwijnen. Daarvoor heeft het te diep wortel geschoten. Maar we moeten er waarschijnlijk wel rekening mee houden dat het nooit meer zo wordt als vroeger. De kerk wordt kleiner. Als er nog hier en daar groei is, dan is dat tijdelijk door de toestroom van migranten.

Drs. Wim Dekker (een van de leiders van de IZB, vereniging voor zending in Nederland) schreef een paar jaar geleden het boek Marginaal en Missionair, met als ondertitel: Kleine Theologie voor een Krimpende Kerk. Het boek beleefde inmiddels zijn vijfde druk. Dekker betoogt dat we er aan zullen moeten wennen dat we als christenen een kleine minderheid zijn geworden. [1] In het Lutherse tijdschrift Missio Apostolica las ik een artikel waarin de schrijver de lezers eraan herinnert dat de kerk altijd een ‘rest’ zal blijven in deze wereld, en daarom ook altijd te maken heeft met tegenslag en oppositie.[2]

Misschien is dat iets waarover adventisten ook kunnen/moeten nadenken.  In het adventistisch DNA zit iets dat zegt dat we altijd maar moeten groeien. Er moeten zoveel mogelijk nieuwe leden worden geworven. En we daarin niet meer slagen (zoals bijv. in sommige Europese landen) leidt dat tot teleurstelling en demotivatie, ‘omdat het niet meer lukt.’  Of is dat een mentaliteit die we onszelf, heel pragmatisch als we zijn, hebben aangepraat?

Moeten we het misschien gewoon aanvaarden dat het gaat zoals het gaat, zonder daarover steeds ach en wee te roepen? En moeten we misschien eens opnieuw doordenken wat het wil zeggen om (samen met andere christenen) een ‘rest’ te zijn in de regio waar we wonen? Misschien vat de titel van Dekker’s boek ook goed samen wat de visie van onze geloofsgemeenschap moet zijn: Marginaal en missionair zijn. Maar dat moet wel gebaseerd zijn op een deugdelijke theologie.



[1] Boekencentrum, 2011, blz. 70.

[2]  Armand J. Boehme, ‘The Church and the Culture of the Millennialists—the Best or the Worst of Times, Missio Apostolica, mei 2013, blz. 119.

Op zondag naar de kerk

Als ik in Zweden op bezoek ben bij mijn zoon en kleinkinderen (zoals deze week het geval was) verlopen mijn sabbatten zonder kerkgang. In de wijde omgeving van de plaats waar zij wonen is geen Adventgemeente te vinden. Ook afgelopen zaterdag moest ik het dus zonder kerkdienst doen. Maar dit keer ben ik in het weekend toch naar de kerk geweest, namelijk op zondag naar de dienst van de Zweedse (Lutherse) kerk, even buiten Kramfors,.

Mijn oudste kleindochtertje zong mee in het kinderkoor dat een belangrijk aandeel had in een speciale herfstdienst. Natuurlijk is het spannend om als ‘farfar’ (grootvader van vaders kant) bij zoiets aanwezig te kunnen zijn. En zo zat ik dus zondag j.l. op een van de tamelijk ongemakkelijke banken van het fraaie witte kerkje, uit het begin van de negeniende eeuw, even buiten Kramfors. Al heel vaak was ik er voorbij gekomen, maar nu zag ik het ook eindelijk eens van de binnenkant.

Het werd een boeiende ervaring. De Zweedse kerk was tot 2000 de Zweedse staatskerk. Tot die tijd werd iedere Zweed bij zijn geboorte automatisch lid van de staatskerk. Dat is dus nu niet meer zo. Door die verandering en de doorgaande secularisatie daalt het aantal kerkleden jaarlijks nu met ongeveer 1 procent.  Nog steeds is meer dan de helft van de Zweden lid van de Svenska Kyrka (Zweedse kerk), een Lutherse kerk die heel nauwe banden heeft met de Britse Anglicaanse Kerk. Maar met het kerkbezoek is het niet erg florissant gesteld. Twee (!) procent van de kerkleden kan als regelmatig kerkganger worden beschouwd.

De bevolking van Kramfors was zondag ook niet bepaald en masse komen opdagen voor de speciale dienst. Ik schat dat er ongeveer 150 mensen in de halfvolle kerk zaten. Wat daarbij meteen opviel was het aanzienlijke percentage buitenlanders.  Het was heel duidelijk: deze Zweedse kerk is (in elk geval in Kramfors) bezig een immigrantenkerk te worden van Eritreeërs, Afghanen, Iraniërs, Syriërs, Albanezen, enzovoort. De etnische shift in de kerk van Kramfors werd verder benadrukt door de doop die tijdens deze dienst plaatsvond: vier volwassenen en een kind—allemaal afkomstig uit Albanië—werden gedoopt. Ook al werden ze niet (op de bijbelse manier) ondergedompeld toch was het een aangrijpende gebeurtenis. Duidelijk werd door de predikant onderstreept dat de nieuw-gedoopten nu bij de kerk horen—niet alleen maar bij hun nieuwe geestelijke thuis in deze lokale kerkgemeente, maar bij alle mensen wereldwijd, die Christus als hun Heer belijden. Dat aspect werd bij veel dopen die ik de loop der jaren heb bijgewoond nogal eens vergeten. Door de doop wordt men ingelijfd in het lichaam van Christus, maar dat valt niet samen met één bepaald kerkgenootschap. (Hoewel dat ook weer niet wil zeggen dat de keuze van je kerk niet belangrijk is!)

Ook de viering van het avondmaal was onderdeel van de dienst. Het was duidelijk dat het een ‘open’ avondmaalsviering was en dus sloot ik mij  aan bij mensen die naar voren liepen naar de predikant die het (glutenvrije) brood in de handen van de communiegangers legde. Daarna doopten zij dit in de (alcoholvrije) wijn in de kelk die hen werd voorgehouden door twee dames die de predikant assisteerden. Ik aarzelde even of ik mij zou aansluiten, maar ik ging samen met mijn kleindochtertje, dat kennelijk, ondanks het feit dat zij nog net geen acht jaar is, ook welkom was. Vervolgens konden wij samen een kaars opsteken ter gedachtenis van iemand. Wij besloten een kaarsje te branden voor oma, die in Nederland was achtergebleven!

Was het een mooie dienst? Nee. Niet als je van plechtigheid en stilte houdt. Het was vaak wat rommelig en het duurde allemaal wel wat lang. Maar het was toch fijn om het te beleven.

Ik vroeg me wel af wat de toekomst voor deze plaatselijke kerkgemeenschap zal zijn. Zal de leegloop (omdat steeds meer Zweden wegblijven) worden gecompenseerd door de influx van buitenlanders? En hoe zullen die nieuwe leden de sfeer van de kerk veranderen? Ik kreeg de indruk dat de recente toestroom van buitenlanders op dit moment als alleen maar positief wordt gezien en dat men het met een zekere naïviteit ziet als welkome versterking—zonder ook de lange-termijn consequenties te overzien (van wat er bijvoorbeeld gaat gebeuren als de ‘echte’ Zweedse kerkgangers een minderheid zijn geworden).

Een ogenblikje speelde ik met de gedachte dat ik mij wellicht als consulent zou kunnen vestigen in Zweden. Mijn werk-achtergrond in diverse landen heeft me misschien wel wat ervaring gegeven die men hier in Kramfors (en elders) in Zweden zou kunnen gebruiken!

Maar ik ben inmiddels weer terug in Nederland en moet me gaan voorbereiden op een serie presentaties voor predikanten in Hongarije in begin november.  Ik ben echter wel van plan de volgende keer dat in Kramfors ben weer een kijkje te gaan nemen in de plaatselijke kerk en het proces daar enigszins te blijven volgen!

De muur

Op zaterdag 3 oktober vierde Duitsland feest.  Het was precies 25 jaar geleden dat de muur viel en het herenigingsproces van de twee Duitslanden kon gaan beginnen. Massaal stroomden de burgers van de DDR (Deutsche Demokratische Republik) naar plaatsen waar zij meer dan veertig jaar niet naar toe konden. Veel familieleden hadden elkaar al die tijd niet kunnen ontmoeten. Van het Westen naar het Oosten reizen was mpeilijk maar soms mogelijk, maar andersom vrijwel niet.

Uiteindelijk ging het echter ongelooflijk snel. De leiding van de DDR zag wel dat er veranderingen moesten komen en besefte dat zij de grip op hun land kwijtraakten. Maar dat het allemaal zo snel zou gaan kwam ook voor hen als een volkomen verrassing.

De ‘Wende’ (ommekeer) ligt nu 25 jaar achter ons. Vorige week reden mijn vrouw en ik naar Eisenach. Deze prachtige Luther-stad lag ooit in de DDR. Er is weinig dat daar nog aan herinnert. Ja, kort voordat we onze bestemming bereikten zagen we een bord waarop stond dat we de ‘Ehemaliger Grenze’ tussen Oost en West passeerden.  Hier en daar—en vooral in Berlijn—zijn er musea waar de nieuwe generatie kan ontdekken hoe het ooit was. Een stukje muur wordt door de miljoenen jaarlijkse toeristen onder alle hoeken gefotografeerd. En wie vanuit Nederland naar Berlijn rijdt komt langs Helmstedt, waar velen een stop maken om de oude grenspost te gaan bekijken.

Het was een gigantische opgave om Oost en West weer met elkaar te verbinden. Er was sprake van twee totaal verschillende systemen die op elkaar moesten worden aangesloten. Een enorm verschil in economische welstand moest worden overbrugd en een enorme achterstand in moderne huisvesting en infrastructuur moest worden ingehaald. Het was moeilijk voor veel ‘aussies’ om werk te vinden in hun herenigd vaderland.  Maar het is Duitsland gelukt het karwei te klaren. En daarom was er op 3 oktober voor de Duitsers alle reden om trots te zijn op wat werd bereikt. En voor andere landen was er alle reden Duitsland te feliciteren met deze enorme prestatie. De tijd van de ‘trabies’ en de gevreesde Stasi ligt achter ons. En Duitsland heeft nu, 25 jaar later, de morele en economische kracht—en de politieke wil—om een nieuwe uitdaging aan te gaan: het verwelkomen van teminste een miljoen vluchtelingen uit landen van regimes die vergelijkbaar zijn met wat ooit de DDR was.

Het Duitse wonder moet een inspiratiebron zijn voor andere gebieden in de wereld die door muren en grenzen van prikkeldraad afgescheiden zijn en waar burgers worden verraden als ze er een mening op na houden die het repressieve overheidsapparaat niet welgevallig is. Het is in zulke situaties moeilijk om hereniging en vrijheid te bereiken, maar het kan. En soms gaat het dan verrassend snel.

Dergelijke gedachten geven mij moed als ik naar de toestand kijk binnen de geloofsgemeenschap waartoe ik behoor. Alle vergelijkingen gaan tenminste ten dele mank en ik wil dan ook niet suggereren dat de Adventkerk lijdt onder een soort Stasi-terreur. Maar dat er een muur is ontstaan tussen het meer behoudende en meer progressieve deel van de kerk is onmiskenbaar. Daarbij gaat het vooral om de manier waarop de Bijbel wordt gelezen. En er zijn fikse culturele verschillen; in het ‘Zuiden’ worden veel dingen die in het ‘Noorden’ acceptabel of wenselijk zijn als on-bijbels of on-adventistisch van de hand gewezen. En door de grote migratiegolven naar West-Europa zijn ook veel problemen ontstaan of verergerd.   Op de een of andere manier moeten we erin slagen de tegenstellingen te overbruggen. De muren die ons scheiden moeten niet worden verhoogd of versterkt maar worden afgebroken. We hebben visionaire leiders nodig die ons daarbij voorgaan, en mensen met durf op alle niveaus, om gaten in de muren te slaan.  Soms denk je dat het nooit zal gebeuren? Dat dachten de Duitsers ook, maar toch gebeurde het.  Lange tijd leek het een droom die nooit zou worden vervuld.

Ik blijf ook dromen wat mijn kerk betreft.  En ik doe mijn best hier en daar een gaatje in de muur te slaan die mij van zoveel geloofsgenoten scheidt.

 

Wartburg

 

Ik schrijf deze blog in een prachtige kamer op de derde etage van het hotel in het Duitse Eisenach dat gerund wordt door de Duitse Evangelische Kirche.  Mijn vrouw en ik zijn hier omdat ik ben uitgenodigd een lezing te houden voor de leden van de AWA. Deze drie letters staan voor Adventistischer Wissenschaftlicher Arbeitskreis. Dit is een vereniging van Duitse Adventisten die af en toe samen komen om onderwerpen te bespreken die in de (adventistische) actualiteit zijn. Je zou de AWA kunnen vergelijken met de Amerikaanse Spectrum/Adventist Forums-organisatie. Het is een onafhankelijke vereniging, maar het feit dat de voorzitter van de Adventkerk van Noord-Duitsland morgenochtend de preek houdt, geeft wel aan dat de AWA niet beschouwd wordt als een  negatieve of rebellerende groep mensen.

Het onderwerp van dit jaar is de uitkomst van de Generale Conferentie in San Antonio. Welke trends werden daar zichtbaar? Hoe ziet de toekomst eruit ná San Antonio? Mijn lezing op zondagmorgen zal op die laatste vraag inzoomen.

Ik weet niet of de plaats van samenkomst toevallig is of dat men met de keuze van deze locatie een signaal wil afgeven. Eisenach is immers een van de befaamde Luther-plaatsen. Als ik uit het raam van onze kamer naar buiten (en schuin omhoog) kijk zie ik op een afstand van enkele honderden meters een heuveltop waarop de Wartburg staat—het kasteel waar Maarten Luther zich meer dan een jaar schuilhield en waar hij het grootste deel van het Nieuwe Testament in het Duits vertaalde.

Luther heeft in de Adventkerk een veel positievere pers dan bijvoorbeeld Calvijn. Voor adventisten is Luther de grote hervormer die het durfde op te nemen tegen de moederkerk. Hij durfde de wantoestanden aan de kaak stellen. Hij had na diepgaande studie begrepen dat belangrijke aspecten van het evangelie in de verdrukking waren geraakt. Tegen zijn aanvankelijke bedoeling in leidde dat uiteindelijk tot een tragische kerksplitsing.

Nu bijna 500 jaar later (het vijfde eeuwfeest van de hervorming zal groots worden gevierd in het Lutherjaar 2017) zien protestanten naast de grote verdiensten van Maarten Luther, ook diens fouten en gebreken. Anderzijds is het beeld dat men in rooms-katholieke kring van hem heeft niet meer uitsluitend negatief. Er was veel mis in de kerk van de zestiende eeuw en er waren hervormingen nodig. Daarover is iedereen het nu wel eens. Maar lange tijd waren de meningen scherp verdeeld. Voor de meeste protestanten was Luther een held. Voor katholieken was hij doorgaans een afvallige rebel die grote schade toebracht aan de kerk.

Ondanks ingrijpende hervormingen is de kerk nooit volmaakt. De kerk is semper reformanda (d.w.z. heeft altijd hervorming nodig). In de afgelopen jaren heeft de leiding van de Adventkerk steeds opgeroepen tot ‘revival and reformation’.  Tegelijkertijd zijn er grote groepen aan de basis die ook willen dat hun kerk verandert. Maar als zij over verandering of ‘reformation’ spreken bedoelen zij iets heel anders. Dan bedoelen zij te zeggen dat hun kerk een systeem is geworden dat verdacht veel is gaan lijken op het systeem waartegen Luther in het geweer kwam. Dan benadrukken zij de eigen vrijheid en verantwoordelijkheid tegenover God, als zij hun Bijbel te lezen en daaruit zelfstandig hun conclusies te trekken, zonder dat alles in een haast onfeilbaar document van Fundamentele Geloofspunten is vastgelegd. Dan hebben zij het over een bestuurssysteem waarbij de leden van de kerk (alle leden—mannen en vrouwen en absolute gelijkheid) de basis vormen en de toon aangeven, in plaats onderworpenheid aan een strikt geordende hiërarchie. Ik ben er zeker van dat het de komende dagen in Eizsenach vooral over zo’n soort ‘hervorming’ zal gaan.

Het ligt voor de hand dat een dergelijk roep om ‘hervorming’ niet uitbundig door de kerkelijke bureaucratie wordt verwelkomd. Men ziet zulke kritiek vaak als een vorm van rebellie en men vreest dat het afbreuk zal doen aan ‘de kerk’. Maar degenen die hun blik op de Wartburg hebben gericht (ook al is dat niet letterlijk, zoals ik nu dat voorrecht heb), weten dat echt ‘hervormen’ gewoonlijk tijd en moeite kost, maar uiteindelijk bevrijding brengt en weer voorrang geeft aan de kernwaarden van het evangelie. {Maar daarbij moeten we wel alles doen om te voorkomen dat de ‘hervorming’ die de Adventkerk nu nodig heeft tot een scheuring leidt, zoals het geval was in de dagen van Luther!]