Monthly Archives: Februari 2017

Nieuw licht op ‘De Weg naar Christus’

De discussie over het gebruik dat Ellen White maakte van materiaal van andere auteurs is niet nieuw. In 1883 kwam het boek Sketches from the Life of Paul van de pers. Al snel kwam er kritiek, zelfs van een aantal belangrijke adventistische leiders uit die tijd. Men ontdekte dat er in wat Ellen White had geschreven erg veel was dat leek op het werk van enkele andere schrijvers.

De beschuldiging van plagiaat is sinds die tijd steeds weer herleefd. En het was inderdaad duidelijk dat Ellen White in haar misschien wel belangrijkste werk De Grote Strijd een flink stuk van haar informatie ontleende aan historische bronnen en daaruit vrijelijk citeerde zonder in eerste instantie op de een of andere manier aan te geven wat haar bronnen waren. Dat gebeurde pas bij de editie van 1911.

Toen Ellen White De Wens der Eeuwen schreef (tijdens haar verblijf in Australië) steunde zij heel sterk op een van haar trouwe medewerksters, Marian Davis. In opdracht van de Generale Conferentie onderzocht Fred Veltman in de jaren 1980 of de geruchten dat Ellen White bij de samenstelling van dit boek uitvoerig gebruik had gemaakt van het werk van anderen. Hij kwam na acht jaar studie tot de conclusie dat ruim dertig procent van de inhoud van dit boek over het leven van Jezus in meerdere of mindere mate aan andere bronnen was ontleend.

Gedurende lange tijd wilde de kerk niet toegeven dat Ellen White vaak steunde op andere bronnen. De veelvuldige beschuldiging van plagiaat werd weggewuifd met de (op zich juiste) bewering dat men in haar dagen vaak de gewoonte had het werk van anderen te citeren zonder bronvermelding. En als er stemmen waren die de werkwijze van Ellen White publiekelijk aan de kaak stelden, dan gebeurde dat soms op een agressieve manier, die al snel een haast even agressieve verdediging van Ellen White uitlokte. Een voorbeeld is het boek The White Lie (1982) van de onlangs overleden Walter T. Rea.

Vaak werd degenen die op erop wezen dat veel materiaal van Ellen White niet origineel was, verweten dat zij niet langer in de ‘Geest der Profetie’ geloofden. Het was zeker het geval dat sommigen met het badwater ook het kind weggooiden en besloten dat Ellen White voor hen totaal had afgedaan. Maar de eigenlijke vraag is niet in de eerste plaats–althans niet in dit verband–of Ellen White al dan niet een profeet was. Het gaat er eerder om dat we, op basis van de overtuiging dat God op de een of andere manier via mevr. White heeft gesproken (en spreekt), proberen te begrijpen op welke manier hij haar inspireerde. Kennelijk was er geen sprake van het soort inspiratie waarbij alles wat zij opschreef rechtstreeks bij haarzelf opborrelde. Dat heeft natuurlijk ook consequenties voor hoe wij over inspiratie in het algemeen (ook van de Bijbel) moeten denken. Het zou veel nodeloos geharrewar in de Adventkerk hebben voorkomen als de leiders veel eerder eerlijk aan de leden hadden verteld wat velen van hen al lang wisten over de manier waarop Ellen White haar boeken schreef.

Geleidelijk aan worden hier en daar pogingen ondernomen om de leden van de kerk op dit punt beter voor te lichten. Vooral dr. George Knight heeft op dat punt een belangrijke bijdrage geleverd. Maar onlangs gebeurde er iets wat dit proces mogelijk in een stroomversnelling kan brengen. De uitgeverij van Andrews University heeft een geannoteerde uitgave gepubliceerd van Steps to Christ (De Weg naar Christus). Denis Fortin doet daarin uitgebreid verslag van de geschiedenis achter dit populaire boek. Het verscheen in 1892 (in eerste instantie bij Revell, een niet-adventistische uitgeverij) en het bestaat vrijwel geheel uit materiaal dat Ellen White al eerder had geschreven en dat door haar ‘book maker’ Marian Davis werd verzameld. Fortin maakt ook duidelijk dat Ellen White binnen een bepaalde historische context schreef. Haar Methodistische achtergrond ‘kleurde’ haar theologische inzichten en ook achter de tekst van dit boekje zijn sporen van andere bronnen te ontwaren.

Maar maakt dat het boekje De Weg naar Christus minder waardevol? Moeten we concluderen dat er geen sprake was van inspiratie? Nee, maar we moeten wel bereid zijn te erkennen dat inspiratie kennelijk anders ‘werkt’ dan in onze adventistische traditie gewoonlijk is beweerd.  Dat we dit nu, getuige het werk van Fortin, openlijk mogen zeggen is een positief teken. Het geeft hoop dat standpunten kunnen worden bijgesteld. (En ik weet nog wel een paar onderwerpen waar dit m.i. zou moeten gebeuren!)

25 Maart – De dag van de dialoog

 

De voorbereidingen zijn in volle gang voor een evenement dat op 25 maart gaat plaatsvinden in de Triomfatorkerk in Utrecht. Die kerk staat in de Utrechts buurt Kanaleneiland. Tot voor kort was het een PKN-kerk. Nadat het gebouw in de binnenstad (Hamburgerstraat 25) werd verkocht is nu dit prachtige kerkgebouw van eigenaar gewisseld is het eigendom geworden van de Adventkerk. Wie er nog niet is geweest, moet er beslist een kijkje gaan nemen en 25 maart biedt daartoe een uitstekende gelegenheid.

Op 25 maart wordt in Utrecht een dag van dialoog gehouden over het thema GAAN of BLIJVEN?  Zoals bekend heb ik nu een goed half jaar geleden een boekje geschreven met die titel en de discussie daaromheen is door een aantal mensen opgepikt als aanleiding om aan dat onderwerp een speciale dag te besteden. Een ad hoc commissie heeft gewerkt aan een (hopelijk) interessant programma.

Het eerste programmaonderdeel van de dag wordt gevormd door een tweetal korte inleidingen.  Ds. Rob Doesburg vertelt allereerst waarom hij ooit besloot de Adventkerk te verlaten, nadat hij eerst een aantal jaren voor Adventpredikant had gestudeerd. Dat belooft een heel interessant en persoonlijk verhaal te worden. Hij is nu predikant van de PKN gemeente in Leusden.  Vervolgens zal ik vertellen waarom ik in de Adventkerk ben gebleven—ondanks het feit dat ik over bepaalde theologische punten mijn twijfels heb en me vaak grote zorgen maak over de richting waarin het adventisme zich beweegt.

Deze twee inleidingen vormen het uitgangspunt van een open discussie tijdens de rest van de morgen. In de middag kunnen de bezoekers kiezen uit vijf workshops (gespreksgroepen) waar de volgende onderwerpen aan de orde komen:

  1. Wie heeft het in de Adventkerk voor het zeggen?
  2. Hoe lees je de Bijbel?
  3. Huidige trends in de Adventkerk
  4. Vragen rond de 28 Fundamentele Geloofspunten
  5. Hoe relevant is de kerk nog?

De dag wordt afgesloten met een plenaire discussie en met de vraag of er een vervolg op deze ‘dag van de dialoog’ moet komen, en zo ja in welke vorm.

Ik zie met heel veel belangstelling uit naar deze dag. Ik denk dat het veel mensen meer duidelijkheid kan geven over hun eigen rol en positie in de kerk en over hoe ze met eigen twijfels en zorgen kunnen omgaan.  Ik hoop dan ook dat dit het begin kan zijn voor een verdere, open dialoog, waarbij moeilijk vragen niet uit de weg worden gegaan!

Noteer alvast deze gegevens en verspreid het nieuws over deze dag:

Waar: Triomfatorkerk (Adventkerk, Utrecht) Marco Pololaan 185, Utrecht.

Tijd:   25 maart,   10.00  tot 16.00 u.

(Lunch meenemen. Voor koffie en soep wordt gezorgd. Er is geen kinderprogramma. Voldoende parkeergelegenheid in de directe omgeving van de kerk).

Update GAAN OF BLIJVEN project

 

Sinds mijn boek GAAN of BLIJVEN: Een Boek voor Adventisten aan de Zijlijn verscheen, is er heel wat gebeurd. Gelijktijdig verscheen ook de Engelstalige editie: FACING DOUBT: A Book for Adventist Believers ‘on the Margins’.  Ik heb massa’s reacties ontvangen vanuit ons eigen land, maar ook vanuit de gehele wereld, en vooral uit de VS en de UK. Het is duidelijk dat het boek heel veel discussies heeft ontketend.

Zoals verwacht waren sommige reacties nogal (of heel erg) afkeurend. Maar ik was blij verrast door de grote aantallen positieve geluiden. Mensen lieten me weten dat ze zichzelf en hun eigen problematiek in het boek herkenden en het enorm stimulerend vonden en er door werden geholpen. Ik wil graag alle mensen bedanken die mij hebben bemoedigd, en erop  hebben aangedrongen om met dit project verder te gaan en uit te bouwen.

De Engelse en Nederlandse edities zijn nu ongeveer een half jaar verkrijgbaar. De belangrijkste hinderpaal die we (de uitgever en ik) hebben ervaren is dat het in veel landen (zoals viel te voorspellen) heel moeilijk is om het boek via de kerkelijke kanalen te promoten. Gelukkig waren daarop wel en paar uitzonderingen, die we heel erg op prijs hebben gesteld. De steun van Adventist Today en Spectrum was vooral belangrijk om bekendheid te geven aan de Engelstalige editie. Maar in het algemeen hebben we het toch vooral moeten hebben van mond-tot-mond reclame en de sociale media, zoals Facebook.

We denken dat nu de tijd is gekomen om al mijn blog-lezers te vragen het project een nieuwe ‘boost’ te geven. Dat kun je doen door anderen op het boek opmerkzaam te maken, maar vooral door het bericht dat ik net op mijn Facebook pagina heb geplaatst te delen met jouw vrienden en hen te vragen dat ook te doen. Mijn FB pagina is @Reinder Bruinsma. Je kunt ook af te toe eens een blik werpen op de speciale FB pagina die aan het project is gewijd. Die is Engelstalig: @ Facing Doubt. Misschien is het ook leuk om op de website van Amazon (www.amazon.com) te kijken naar een aantal reviews.

Het belangrijkste verkoopkanaal voor de Engelse editie is www.amazon.com maar het boek is ook verkrijgbaar via allerlei andere on-line boekwinkels. De Nederlandse editie kan het best worden besteld door een e-mail te sturen met naam en volledig postadres naar book@bruinsmas.com

VERDER NIEUWS

Wij  verwachten dat de Franse editie FACE AU DOUTE rond 1 april verschijnt. Het belangrijkste verkoopkanaal zal zijn www.amazon.fr.

De Russische editie staat op het punt van verschijnen. Het zal te koop zijn via een Russische on-line boekhandel. De details over de website waarop men het kan bestellen en de prijs in roebels zal binnenkort bekend worden gemaakt.

De voorbereidingen voor de Deense editie vorderen gestaag en ook de plannen voor een Duitse editie nemen nu vaste vormen aan. Verder wordt ook voorzichtig nagedacht over een Tsjechische, Noorse en Portugese versie. En we zullen zo snel mogelijk reageren als zich nog andere mogelijkheden aandienen en als er voldoende fondsen zijn voor de aanloopkosten.

Nogmaals: help ons om dit belangrijk project verder bekendheid te geven. Er zijn over de hele wereld grote aantallen mensen die aan de zijlijn van de kerk zijn terechtgekomen (of op weg zijn daarnaar toe). Laten we samen doen wat we kunnen om die mensen te vertellen dat zij niet alleen staan in hun twijfels en zorgen en dat zij een constructieve manier kunnen vinden om hun plek te (her)vinden in een kerk die ze ooit met enthousiasme hebben omarmd.

Hartelijk dank voor alle hulp die we kunnen krijgen om zoveel mogelijk mensen te vertellen over dit boek dat van heel veel betekenis voor ze kan zijn!

 

Nostalgie

 

Gedurende een aantal jaren in mijn jeugd woonde ik in een watermolen. In de jaren dertig van de zeventiende eeuwen was deze molen een van de vele watermolens die het Schermermeer droogmaalden en er daarna voor zorgden dat de mensen die er gingen wonen droge voeten hielden. Deze molens zijn grote houten bouwsels met een dik rieten dak. Op de begane grond werd gewoond. De vier kleine kamertjes hadden samen een oppervlakte van circa 70 vierkante meter. Toen we daar gingen wonen bestond ons gezin aanvankelijk uit drie volwassenen en vier kinderen. We verhuisden naar de molen, omdat mijn vader vanwege leukemie niet meer kon werken en we moesten leven van een kleine uitkering. Het feit dat je zo’n molen voor een paar gulden in de maand kon huren had mijn ouders geïnspireerd om uit ons ‘gewone’ huis naar ons nieuwe onderkomen te verhuizen.

Ik ben in de loop der jaren heel vaak teruggegaan naar ‘onze’ molen en, elke keer als ik er kom—hetzij alleen, of met familie of buitenlandse bezoekers–neem ik een hele serie foto’s. Die zien er dus altijd precies hetzelfde uit. Als ik bij mijn twee zussen, die sinds vele jaren in Canada wonen, op bezoek kom, zie ik dezelfde afbeelding van ‘onze’ molen ingelijst aan de muur hangen. Ik was eens in een boekhandel in de Verenigde Staten en zag daar een kalender met molens. Toen ik wat nauwkeuriger keek zag ik dat ‘onze’ molen op de voorkant van de kalender stond. Ik kocht meteen een aantal exemplaren. Een paar jaar daarna zag ik in een winkel in het plaatsje Holland in de Amerikaanse staat Michigan een legpuzzel van 1000 stukjes van ‘onze’ molen. Natuurlijk kocht ik hem, ook al wist ik dat ik er verder nooit iets mee zou doen.

Misschien is het dus niet zo verwonderlijk dat ik nog steeds heel erg in molens ben geïnteresseerd. Maar zo af en toe dwing ik mijzelf ertoe mij de werkelijkheid in herinnering te roepen en me niet alleen maar over te geven aan nostalgische mijmeringen. Dan zie ik weer hoe klein de kamertjes waren, hoe koud het vaak was en hoe gebrekkig de leefomstandigheden waren.  Want soms vergeet ik voor het gemak even dat we ons drinkwater bij een boerderij moesten gaan halen op enkele honderden meters afstand, en dat we geen elektriciteit hadden en ons dus moesten behelpen met olielampen en dat we een klein huisje, buiten boven de sloot, hadden als toilet. Op ansichtkaarten zien de molens er heel romantisch uit, maar ik kan iedereen verzekeren dat ze bepaald niet comfortabel waren om in te wonen.

Als mensen mij vertellen dat het adventisme weer terug moet naar wat het ooit in het verleden was, dan kan ik alleen maar concluderen dat mensen die dat denken het slachtoffer zijn geworden van een onterechte nostalgie. Maar het lijkt in onze menselijke aard te zitten dat we heel selectief naar het verleden kijken en er op de een of andere manier kans toe zien er de nare dingen uit weg te zeven. En als mensen zeggen dat ze terug willen naar hoe de kerk vroeger was, dan denken ze in feite steevast aan een sterk gefotoshopte versie van het verleden, waaruit de meeste negatieve dingen zijn verdwenen.

Het verleden heeft ons veel goede dingen gegeven die we moeten vasthouden. Er is  niets mis met mijn regelmatige excursies naar de molens in Noord-Holland en met het nemen van nog wa foto’s. ‘Onze’ molen is nu eenmaal een deel van wie ik ben. Maar ik weet heel goed hoeveel nadelen het wonen onder dergelijke omstandigheden met zich meebracht en hoe dankbaar ik moet zijn voor het veel comfortabelere leven dat ik nu heb.

Als mensen beweren dat de kerk weer moet worden zoals die was in dagen van ‘de pioniers’, dan willen zij in feite terug naar een nostalgische, selectieve versie van het verleden. Want ze hebben zich een beeld geschapen van het verleden dat niet met de werkelijkheid overeenkomt. Zeker, er zijn heel wat elementen in ons collectieve adventistische verleden die we moeten koesteren. Als we die verliezen bestaat het gevaar dat we een stuk van onze identiteit kwijtraken. Maar als we er goed over nadenken (en er af en toe eens over lezen!) ontdekken we al snel ook dingen die het niet waard zijn om te worden bewaard. We hebben als geloofsgemeenschap heel wat redenen om dankbaar te zijn voor het feit dat we een deel van ons verleden achter ons hebben gelaten.