Monthly Archives: Juli 2017

Het keizerlijk toilet

 

In de nadagen van de Weimar Republiek had de minister van buitenlandse zaken een volledige telegraaf-kantoor geïnstalleerd in één van de toiletten in het paleis dat ooit door de Duitse keizers als residentie was gebruikt. Vanuit dit toilet zond de minister zijn boodschappen naar alle belangrijke regeringsleiders in Europa. Hij wist echter niet dat de kabels allang waren doorgesneden en dat al zijn mededelingen niet verder kwamen dan de muren van het toilet.

Ik las over dit voorval in een prachtig boek dat enkele jaren geleden als kerstcadeau kreeg: Ett Annat Liv, van de bekende Zweedse schrijver Olov Enquist van wie ook heel wat boeken in het Nederlands zijn vertaald. [Mijn kennis van het Zweeds is inmiddels zover toegenomen dat ik me met een gerust hart aan de Zweedse editie kan wagen.  Maar dat terzijde, ook al stel ik dat toch met enige tevredenheid vast.] Het was een terloopse opmerking van Enquist waarmee hij aangaf hoe vruchteloos communicatiepogingen vaak kunnen zijn.

Ik heb stevig op het Internet gezocht naar meer informatie over dit verhaal. Natuurlijk is er genoeg over de Weimar Republiek te vinden en vooral over hoe die ten onder ging toen Hitler aan de macht kwam. Maar nergens vond ik een uitgebreidere versie van het verhaal over het keizerlijk telegraaf-toilet. Ik ga er maar vanuit dat het op waarheid berust, maar ook als het een mythe mocht zijn blijft het een veelzeggende illustratie—misschien zou je het met een bijbels woord zelfs een “gelijkenis” kunnen noemen. Want, helaas, veel communicatie vindt zijn oorsprong in een telegraafkantoor op een keizerlijk toilet, en ondanks de indrukwekkende apparatuur komt de boodschap nergens aan.

Het is misschien wat oneerbiedig om de kerk te vergelijken met een keizerlijk toilet, maar in een “gelijkenis” is dat, denk ik, wel geoorloofd. Je kan vaak niet aan de indruk ontkomen dat veel van de kerkelijke communicatie, ondanks de aanwezigheid van alle eigentijdse techniek, niet “aankomt” bij degenen voor wie de boodschappen die uitgezonden worden bestemd waren—al zijn de “zenders” van de boodschap er vast van overtuigd dat ze de wereld om hen heen op efficiënte wijze bereiken.

Enige tijd geleden kreeg ik een kleurige folder (geïllustreerde met afbeeldingen van o.a. een aantal dierlijke gedrochten) in handen waarin een “ZDA-Bijbelstudiegroep”  een aantal bijeenkomsten aankondigde over het komende oordeel over de wereld, over Babylon dat is gevallen en de rol van de VS in de bijbelse profetie. Toen ik de folder zag dacht ik aan het verhaal over het telegraafkantoor op het keizerlijk toilet. En dat soort gedachten komen ook vaker bij mij boven als ik allerlei andere periodieken en boekjes in handen krijg die aan de periferie van de kerk worden uitgegeven. Ze willen een “duidelijke” boodschap overbrengen. Vaak worden ze met de beste bedoelingen samengesteld en verspreid. Maar, beste mensen, zou ik willen zeggen: de kabels waarlangs dit soort communicaties hun weg vinden, zijn al geruime tijd geleden doorgeknipt. Zo lukt het echt niet meer. Zo bereik je hooguit maar een handjevol mensen in je omgeving die met hun oor tegen de deur van het toilet stonden mee te luisteren.

Dat wil overigens niet zeggen dat het de officiële kerk zo veel beter vergaat. Communicatie met de geseculariseerde mens van deze tijd, die vaak geen enkele binding meer heeft met een persoonlijke God en die geen notie heeft van wat er in de Bijbel staat, is een immens dilemma. Je komt er niet met het inrichten van een telegraafkantoor, of, in onze tijd, met alle geavanceerde communicatietechniek die geld kan kopen. Je moet er in de eerste plaats voor zorgen dat iets te zeggen hebt dat van wezenlijk belang is, dat aansluit bij wat mensen van deze tijd voelen en wat ergens in hun bestaan een snaar raakt. En je moet dat vervolgens zo verwoorden dat wat je zegt “aankomt” en verstaan wordt. En daarbij moet je niet langer de kanalen gebruiken die net als de kabels naar het Weimar-toilet allang zijn verdwenen, maar moet je steeds weer nieuwe wegen vinden om de boodschap bij je doelgroep te doen belanden.

Het lijkt onbegonnen werk dat op voorhand tot mislukking gedoemd is. Dat is het ook, als het alleen mensenwerk blijft.

Dat mensenwerk blijft overigens wel een voorwaarde. God inspireert mensen om zijn boodschap te vertalen en door te geven. In elke tijd opnieuw. Wij kunnen ons niet aan die opdracht onttrekken. Maar het wonder, dat de boodschap ook echt “aankomt,” gebeurt alleen als ons harde werken en onze door God gegeven creativiteit vleugels krijgt door de kracht van de Geest.

 

Kerk en staat

 

Enkele dagen geleden doken een aantal interessante foto’s op van een groep evangelikale leiders die met  (en voor) President Trump baden, terwijl ze hun handen op hem legden. Ik vind het nogal vreemd dat zoiets kon gebeuren in de officiële werkruimte van de Amerikaanse president. En ik vind het nog vreemder dat zoveel evangelikalen daarover zo enthousiast waren. Hoewel de waardering voor de president tot ongekende laagte is gedaald, zien veel evangelikalen merkwaardig genoeg hun president nog steeds als een man met grote morele kracht. Ik las ergens op Facebook (van wie de oorspronkelijke post was weet ik niet) dat degenen die enkele jaren geleden beweerden dat Obama een Moslim is nu geloven dat Trump een Christen is! Maar, aan de andere kant, is het ook heel duidelijke dat veel Amerikanen uiterst kritisch zijn over de innige verstandhouding tussen de evangelikalen en de Trump-regering en zich er zorgen over maken dat de traditie van scheiding tussen kerk en staat behoorlijk op de tocht staat.

Ik heb nooit geloofd in een absolute scheiding tussen kerk en staat. Ooit had de Nederlands Hervormde Kerk in mijn geboorteland een heel bijzondere status, waaraan een reeks voordelen verbonden waren. Dat is echter verleden tijd en ook de banden die er eeuwenlang bestonden tussen de Oranjes en de Hervormde Kerk  bestaan niet langer. Er was maar weinig kritiek toen Maxima (onze huidige koningin) ging trouwen met Willem Alexander (onze tegenwoordige koning). En in onze multiculturele en multireligieuze samenleving vindt men een bede om Gods hulp aan het einde van de jaarlijkse Troonrede niet langer gepast.

Ik kan me wel vinden in die veranderingen die de scheiding tussen kerk en staat benadrukken. Aan de andere kant zie ik  geen problemen om, bijvoorbeeld, geld van de overheid aan te nemen voor de bekostiging van bijzondere scholen (op religieuze grondslag), als aan bepaalde strikte voorwaarden wordt voldaan. Waarom zouden de ouders van kinderen op openbare scholen profiteren van de belastingen die we allemaal betalen en zouden de ouders van kinderen op bijzondere scholen dat profijt niet hebben (zoals nu in de VS het geval is)? En waarom zouden door kerken gestichte charitatieve instellingen en NGO’s niet voor dezelfde subsidies in aanmerking komen (uiteraard onder duidelijke voorwaarden) als andere instellingen die dezelfde doelen nastreven? Zolang er heel duidelijke regels zijn lijkt het mij (en dat is ook de opvatting van de meeste Europese christenen, met inbegrip van adventisten) dat kerk en staat op sommige terreinen vruchtbaar kunnen samenwerken.

Maar dan kijk ik naar de VS . . .  Ik heb nooit goed begrepen wat de scheiding van kerk en staat in Amerika nu precies betekent. Als Europeaan kijk ik er altijd vreemd tegenaan als ik de Amerikaanse vlag vooraan in de kerk op een prominente plaats zie. En ik verbaas mij erover dat vrijwel elke redevoering van een politicus eindigt met de woorden: God bless America! En waarom kwam in de afgelopen decennia Billy Graham steevast naar het Oval Office op momenten dat de president een beslissing moest nemen over oorlog en vrede? En wat te denken van de presidentiële ‘prayer breakfasts’? Dit is allemaal al lastig genoeg om te begrijpen, maar Trumps onbeschaamde vrijage met evangelikale leiders maakt het plaatje nog veel gecompliceerder.

In blogs en posts op Facebook lees ik hoe sommige van mijn adventistische geloofsgenoten deze vermenging van geloof en politiek zien als een duidelijk teken van het einde. Zij zijn van mening da allerlei religieuze leiders de politiek zo zullen weten te beïnvloeden dat uiteindelijk de ‘echte’ volgelingen van Christus daarvan de wrange nadelen zullen ervaren. En ze wijzen vooral ook naar uitspraken van paus Franciscus over wereldomvattende maatregelen en structuren die nodig zijn om de fundamentele menselijke waarden te beschermen. Het is zeker belangrijk om alert te blijven, maar we hebben in het verleden al heel vaak gezien hoe gevaarlijk het is om overhaaste voorspellingen te doen omdat dingen toch vaak heel anders uitpakken dan verwacht.  Voorlopig maak ik me veel meer zorgen over de evangelikalen die Trump steunen dan om de uitspraken van de paus. Ik ben het op veel punten met de paus oneens, maar zijn morele kompas lijkt veel beter te functioneren dan dat van de evangelikale leiders die Trump bewieroken als een ‘wedergeboren christen.’

 

Moeilijke gesprekken

Dit is een greep uit zomaar een paar gesprekken in de afgelopen weken die op een bepaalde manier ‘moeilijk’ waren.

(1) Ik ontmoette iemand die ik heel lange tijd niet had gezien of gesproken. Hij is een regelmatige blog-lezer en reageerde een aantal malen op wat ik schreef. We spraken af elkaar eens te ontmoeten en samen een wandeling te maken. Het werd een leuke dag. Mijn bezoeker herinnerde mij eraan dat ik hem ooit, zo’n kleine vijftig jaar geleden, had gedoopt. Nu geloofde hij niet meer en noemde hij zichzelf atheïst. Hij had het goed doordacht en kon me haarscherp uitleggen waarom hij zijn geloof was kwijtgeraakt. Een God die niet beter op de door hem geschapen winkel past is geen God die onze aanbidding waard is.

(2) Een paar dagen geleden zat ik tijdens een verjaardagsfeestje te praten met twee mannen. Een van hen vertelde over zijn geloof. De ander luisterde beleefd maar gaf duidelijk aan dat voor hem het geloof totaal had afgedaan. En waarom dan? werd hem gevraagd. Zijn antwoord ging over de Jan Siebelink-achtige toestanden à la ‘Knielen op een Bed Violen’ die hij in zijn kinderjaren had meegemaakt. Hij was naar de kerk geslagen, totdat hij zich eindelijk kon bevrijden van het soort negatieve godsdienst dat bestond uit dwang en veroordeling.

(3) Ik luisterde naar een gesprek tijdens een onlangs uitgezonden zondagmorgenprogramma ‘De Wandeling”. De presentator van het programma was in gesprek met de vader van een meervoudig lichamelijk en geestelijk gehandicapt kind. Het woord ‘geloof’ kwam niet ter sprake, maar menige gelovige kijker zal, net als ik, met veel vragen naar het gesprek hebben geluisterd. Waarom moeten mensen zoiets meemaken?

(4) Een paar dagen geleden bezocht ik een vriend die aan Altzheimer lijdt. Ja, dacht ik, dat kan mij ook op een gegeven moment overkomen. Mijn vriend heeft het er moeilijk mee, maar hij wijst niet met een beschuldigende vinger naar God.  Ik zou het kunnen begrijpen als hij dat wel zou doen.

(5) Onlangs hadden we bezoek van iemand die wij in de VS hadden leren kennen. Zij was een paar dagen in Nederland en logeerde bij ons. Naast toeristische activiteiten waren er indringende gesprekken. Haar man kwam een paar jaar geleden bij een auto-ongeluk om het leven.  Zij had daarna een nieuwe partner gevonden, maar ook die was zij vorig jaar–door een hartaanval–kwijtgeraakt. Eén thema overheerste de gesprekken: Is er echt iets na dit leven? Zij is een gelovigen vrouw, maar zij blijft zich afvragen of het echt waar is dat de dood niet het einde is.

(6) Deze week ging ik bij iemand op bezoek die aan ALS lijdt en in een verpleeghuis woont. Veel Nederlandse bloglezers zullen weten wie ik bedoel. Hij gaat op bewonderenswaardige wijze met zijn ziekte, die zijn verraderlijke, slopende werk blijft doen, om. Maar hij moet nu leven tussen vaak dementerende bejaarden, gescheiden van zijn vrouw en gezin, zonder uitzicht op genezing.

(7) En dan, ten slotte, een heel ander gesprek. Het was onlangs na een kerkdienst tijdens het koffiedrinken. Twee jonge mannen kwamen naar me toe. Ze namen me onder handen vanwege het feit dat ik koffie zat te drinken. Trok ik mij dan niets aan van de gezondheidsboodschap? Wist ik niet wat ‘de geest der profetie’ over koffie had gezegd? Ik moest als predikant toch beter weten en een voorbeeld geven . . .

Dit is zomaar een greep uit recente gesprekken.  Dat ik zulke gesprekken heb is niet uniek en vele anderen zullen soortgelijke rijtjes kunnen maken van ‘moeilijke’ gesprekken.  Wat kun je zeggen in dit soort situaties. Je wordt aangesproken op je geloof. Maar in de meeste gevallen weet je niet veel te zeggen. De standaard-antwoorden klinken al gauw hol en gevoelloos. “God heeft er wel een bedoeling mee.”  “Ja, we lijden nu, maar alles komt uiteindelijk goed.”  ‘”je moet toch, ondanks alles, op God blijven vertrouwen.”  Enzovoort. Bij mij blijven dat soort antwoorden al snel achter in mijn keel steken. Ik zit vaak met de mond vol tanden, en probeer dan toch nog maar iets te zeggen dat meer is dan een vrome gemeenplaats. Of, ik zeg maar helemaal niets, omdat ik het ook niet weet.

Het enige antwoord dat ik kan geven is dat ik, ondanks al die vragen en onzekerheden, toch aan mijn geloof in God wil vasthouden. Maar dat geloof is, dat moet ik toegeven, niet iets dat ik met sluitende argumenten kan onderbouwen. Ik wil die geloofszekerheid niet kwijtraken. Het doet mij goed en inspireert mij als ik zie hoe anderen die geloofszekerheid ook, ondanks hun enorme problemen, niet kwijtraken. Maar ik snap ook dat het sommigen niet lukt om dat geloof vast te houden.

Vooral bij het soort gesprekken dat ik als laatste (nummer 7) vermeldde, valt het mij moeilijk om een goed antwoord te geven. Want als het om dat soort dingen gaat, sla ik dicht. Dit heeft niets te maken met mijn geloof. Het bederft mijn dag als ik over dit soort dingen word doorgezaagd. En ik kan goed begrijpen dat veel mensen hierop afknappen. En een ding is zeker: Dat soort geloof helpt je niet om de echte levensvragen aan te kunnen.

Een goede week

 

De afgelopen week was een goede week. We hadden bezoek van een vriendin uit Loma Linda en dat betekende een paar leuke toeristische activiteiten (o.a. het Van Gogh Museum in Amsterdam), lekker eten en vooral goede gesprekken.

In de loop van deze week kon ik ook de Engelse vertaling van mijn laatste boek met dagelijkse overdenkingen (366 Ontmoetingen met God en Mensen zoals wij) toesturen aan Stanborough Press in Engeland. Onze Engelse uitgeverij heeft laten weten het boek te willen uitgeven.  Het was in de afgelopen maanden een flinke klus om het boek naar het Engels te vertalen. Ook mijn vrouw Aafje heeft er heel wat uurtjes ingestoken om mijn tekst te zuiveren van nogal wat spel- en typefouten. Zij heeft, wat dat betreft, een scherper oog dan ik.

Van mijn boek GAAN of BLIJVEN verscheen enige tijd geleden een Russische vertaling, die verspreid wordt via Amazon.com. Deze uitgave is vooral bedoeld voor Russisch-sprekenden in de ‘diaspora’–d.w.z. degenen die buiten Rusland wonen. Voor mensen in Rusland zelf en landen zoals Oekraïne en Wit-Rusland is die editie lastig te krijgen en te duur. Daarom is er nu een goedkopere versie via een Russische website te krijgen.  (http://www.ozon.ru/context=search&text=%c2%d1%d2%d0%c5%d7%c0%df+%d1%ce%cc%cd%c5%cd%c8%df&store=1,0).

Er is nu ook daadwerkelijk een begin gemaakt met de Spaanse vertaling van GAAN of BLIJVEN.  Allemaal goed nieuws dus.

Tussen de andere activiteiten door heb ik de afgelopen twee weken ook een  begin gemaakt met het schrijven van een nieuw boek. De eerste 24.000 woorden van een eerste versie zijn geschreven. Veel lees- en denkwerk was al in de afgelopen maanden gebeurd. Ik schrijf dit boek in het Engels. Of een Nederlandse editie zal volgen weet ik nog niet. Het thema is Last Generation Theology. Deze theologische opvatting krijgt de laatste tijd binnen de Adventkerk steeds meer invloed. Ik (en met mij vele anderen) denken dat het om een theorie gaat die op een heel selectieve keuze van een aantal Bijbelteksten en (vooral) uitspraken van Ellen White gebaseerd is en die een flink aantal gevaren in zich heeft.

De mensen die deze LGT ondersteunen geloven dat er vlak voor het einde van de geschiedenis een groep mensen zal zijn die alle zonden heeft overwonnen. Pas als dat een feit is zal Christus kunnen terugkomen naar onze aarde.  Een belangrijk punt hierbij is dat men ervan uitgaan dat Jezus bij zijn vleeswording dezelfde menselijke natuur aannam als Adam had na de zondeval.  De argumentatie is dan: Als Jezus zondeloos kon zijn terwijl hij dezelfde zondige neigingen had als wij, dan moet dat ook voor ons mensen mogelijk zijn volmaakt te worden. Ik ga proberen in redelijk eenvoudige taal duidelijk te maken dat deze zienswijze op een aantal ernstige foutieve vooronderstellingen berust en uit te leggen waarom het hierbij om heel belangrijke zaken gaat.

Het zal nog wel een paar maanden duren voordat het manuscript klaar is, want er zijn de komende maanden nog wel wat andere dingen die aandacht vragen, onder meer voorbereidingen voor lezingen in diverse plekken in Europa en de VS later dit jaar. En gelukkig is er ook nog zoiets als vakantie!

Al met al dus een heel goede week!