Monthly Archives: Juni 2009

Advent en Contact

Een aantal jaren geleden was in de ogen van veel adventisten in Nederland het blad Contact, dat door het Esda-instituut wordt uitgegeven, prettig conservatief, in tegenstelling tot het officiële kerkblad Advent, dat door flink wat mensen voor hopeloos liberaal werd versleten. Nu zullen sommigen ongetwijfeld tot de conclusie zijn gekomen dat de twee bladen van imago hebben gewisseld en dat nu Contact progressiever is dan Advent!

Want, zie het laatste nummer van Contact, dat voor een flink deel is gewijd aan het verschijnsel van homoseksualiteit en daarover schrijft op een manier die niet meteen veroordelend is, maar juist probeert de lezer een beter begrip te geven van deze kwestie die tot dusver vaak heel moeilijk ligt binnen de Adventkerk. Vooral het interview met Chris Breure, die heel duidelijk is zowel over zijn seksuele geaardheid als over zijn keuze voor de Adventkerk, en het artikel van ds. Gerard Frenk over Bijbel en homoseksualiteit, zijn verfrissend vanwege hun evenwichtigheid en openheid. Het is verheugend dat dit nu anno 2009 kennelijk in een adventistisch tijdschrift mogelijk is.

Toch maakt één zwaluw nog geen lente (of is het zomer? Ik krijg de indruk dat beide uitdrukkingen gangbaar zijn.) Want er zal ongetwijfeld forse kritiek komen uit eigen gelederen. Volgens sommigen zal dit het zoveelste onheilspellende bewijs zijn dat de kerk bezig is af te glijden en kennelijk niet meer om de bijbelse waarden geeft. Anderen vinden dit waarschijnlijk toch nog steeds wel wat erg voorzichtig vinden en volgens hen zou het getoonde begrip best nog wat verder mogen gaan en wat luider mogen klinken. En, in veel adventistische tijdschriften in het buitenland zal je voorlopig tevergeefs zoeken naar soortgelijke artikelen!

Dank jullie wel, redactie van Contact en Chris en Gerard, dat jullie homoseksualiteit ter discussie hebt willen stellen in een adventistisch medium. Want we moeten er met elkaar over praten. We moeten met elkaar naar de teksten in de Bijbel kijken die over dit onderwerp gaan. Sommige bijbelgedeelten zijn best lastig (maar dat geldt ook voor een aantal bijbelse uitspraken over de positie van de vrouw, en slavernij, enz.). We moeten accepteren dat er ook adventisten zijn met een homoseksuele geaardheid. Zij moeten daar geen geheim van te hoeven maken, maar moeten op acceptatie kunnen rekenen. Er moet discussie kunnen zijn over de vraag hoe homoseksualiteit al dan niet gepraktiseerd kan worden door mensen ook die graag voluit adventistisch christen willen zijn. (Die discussie blijft overigens net zo nodig ten aanzien van de manier waarop veel hetero’s met hun seksualiteit omgaan.)

Graag verwijs ik nog eens naar een recent boek dat heel nuttig is bij de discussie: Christianity and Homosexuality: Some Seventh-day Adventist Perspectives. Het boek is een verzameling essays van zo’n twintig mensen. David Ferguson, Fritz Guy en David Larson vormden de redactie en het boek werd uitgegeven door een adventistische lekenorganisatie: Adventist Forum (Roseville, CA).  Het is te bestellen via www.amazon.com.

 

Kritiek

Het feit dat ik de schrijver was van de bijbellessen die dit kwartaal wereldwijd in de Adventkerk worden gebruikt heeft me een aanzienlijke hoeveelheid extra post—voornamelijk per e-mail—opgeleverd. Naast rechtstreekse post stuurde het hoofdkantoor in Washington me ook met grote regelmaat post toe die daar was ontvangen.

Een deel van die post heeft me nogal verbaasd. Er blijkt een groep gebruikers van het materiaal te bestaan die kennelijk met een vergrootglas op zoek is naar details waarop wat valt aan te merken. Vooral de opmerking over engelen en ‘aartsengelen’ in een van de eerste lessen van het kwartaal was volgens diverse schrijvers een ernstige misser. Ook zijn sommigen goed in het tussen de regels lezen en worden mij en passant gedachten toegeschreven die ik niet herken. En natuurlijk zijn er klachten over het feit dat ik bepaalde onderwerpen niet voldoende heb uitgediept, of in het geheel niet heb aangestipt. Wat enkele lezers van de Engelstalige editie vooral heeft gestoord is het feit dat ik voornamelijk een recente Bijbelvertaling heb gebruikt. Dat, zo kreeg ik te horen, wijst op mijn onmiskenbare liberale insteek.

Het is onvermijdelijk dat een publicatie die wereldwijd verspreid wordt kritiek oogst. Dat is ook niet erg. Wat me wel verbaast is de felheid van sommige ‘broeders’ (ik geloof trouwens niet dat er veel ‘zusters’ onder de briefschrijver waren). Gisteren nog was er een brief uit Engeland. Daarin lees ik: ‘I feel compelled to draw your attention to two false doctrinal statements’. De brief ging niet alleen naar mij, maar ook naar een fiks aantal kerkelijke leiders, die werden opgeroepen ferme actie te ondernemen tegen deze verspreiding van dwaling.

Tja, er waren af en toe meer brieven van dat soort. Nu besef ik dat mensen die wat te klagen hebben altijd eerder geneigd zijn dat aan het papier toe te vertrouwen dan mensen die tevreden zijn. Elke krantenredactie kent dat verschijnsel maar al te goed. En, positieve brieven waren er ook en dat wijst erop dat er gelukkig velen waren die het boekje van dit kwartaal op prijs hebben gesteld. Gisteren was er bijvoorbeeld een brief uit Zwitserland. Mijn Frans is voldoende om te kunnen ontwaren dat het een stevige lofprijzing aan mijn adres bevatte. En dan was er onder andere een anoniem briefje dat, aan mij gericht, bij het Nederlandse kerkelijk kantoor binnenkwam. Het bevatte slechts een korte tekst: ‘Wat een goed sabbatschoolboekje hebben we gehad. Dank. God zegene u.’

Al met al was mijn betrokkenheid bij de lessen van het kwartaal dat nu ten einde loopt een zeer bevredigende ervaring. En wat de kritiek betreft: gisteren las ik een zinsnede in het tweede deel van de boeiende memoires van Hans Küng (dat onlangs in Nederlandse vertaling is verschenen) die is blijven hangen. Daarin citeert Küng een Schotse theoloog die eens tegen hem zei: ‘Elke theoloog die niet af en toe in een controverse verzeild raakt, is dom of onbetekenend.’ In alle bescheidenheid pas ik dat ook maar op mijzelf toe.

De dreiging van de islam

Vroeger zeiden adventisten niet veel over moslims. Ellen White verwees, als ik me niet vergis, slechts twee keer in al haar boeken naar de ‘mohammedanen’. In de boeken waarin “de pioniers’ de Openbaring van Johannes uitlegden werden de volgelingen van de profeet ten tonele gevoerd bij hun commentaar op de vijfde en zesde bazuin. Maar verder was bij hun eindtijdopvattingen alle aandacht gericht op de christelijke wereld van Europa en de Verenigde Staten.

Geleidelijk aan is de situatie drastisch veranderd. De wereld van de islam is nu een belangrijk doelwit voor adventistische evangelisatie. En bij het invullen aan het eindtijdscenario, aan de hand van de apocalyptische profetieën, wordt steeds vaker voorzichtig gesuggereerd dat voorheen de nadruk wel wat erg eenzijdig lag op machten en organisaties van christelijke huize en rijst de vraag of ook niet een duidelijker plaats moet worden ingeruimd voor wereldgodsdiensten als de islam.

Hier en daar hoor ik in Adventkring geluiden die een echo zijn van wat Wilders een paar dagen geleden in een Deens televisie interview zei: Als je verspreiding van de islam in Europa niet stopt, worden we er binnenkort totaal door overspoeld, met alle desastreuze gevolgen van dien voor de christenen. Een paar weken geleden werd aan tienduizenden kerkleden een mailtje gestuurd met de oproep een filmpje op Youtube te bekijken waarin op heel slimme en indringende manier met getallen werd gegoocheld. De boodschap was duidelijk: Er is geen houden meer aan. Over enkele tientallen jaren is Europa een islamitische continent.

De onheilsprofeten die een dergelijke opmars van het islamitisch geloof voorspellen, gaan uit van vooronderstellingen die lang niet door iedereen worden gedeeld. De befaamde deskundige Philip Jenkins komt in zijn recente boek God’s Continent—Christianity, Islam, and Europe’s Religious Crisis—tot heel andere cijfers en andere conclusies. Met name is het voor hem de vraag of bepaalde tendensen die je nu in een aantal landen ziet zonder meer kunnen worden doorgetrokken naar de toekomst.

Vrijheid van godsdienst en respect voor de overtuiging van anderen is altijd een belangrijke traditie binnen het adventisme geweest. Dat moet zo blijven. Ik herinner me een gesprek dat ik eens had met dr. Bert Beach, tientallen jaren lang de adventistische woordvoerder op dit terrein. We hadden het destijds over de Scientology-beweging. Ik liet me er nogal negatief over uit en vroeg me af of er niet wat te zeggen viel voor de Duitse maatregelen om deze groepering aan banden te leggen. Beach was het daarmee helemaal niet eens. Het is niet moeilijk, zei hij, om tolerant te zijn als het om mensen gaat met ideeën die jij sympathiek vindt. Of je echt in vrijheid van godsdienst gelooft en echt tolerant bent blijkt pas als je te maken krijgt met overtuigingen die niet in jouw straatje passen. Tegen die redenatie is, lijkt mij, weinig in te brengen.

 

Trots: Open Dag, nieuws en Beiroet

 

De weersvoorspelling deed het ergste vrezen. Maar het bleef de hele dag droog en dat was een belangrijke factor om de Open Dag, afgelopen zondag op het terrein rond het uniekantoor in Huis ter Heide, opnieuw tot een groot succes te maken. Het concept blijkt nog steeds aan te slaan: een mix van gezelligheid en onderling contact, met informatie over allerlei kerkelijke en semi-kerkelijke activiteiten in de context van een markt waar van alles en nog wat te koop is en ook het nodige kan worden gegeten.

Zelf was ik een groot deel van de dag gekluisterd aan de stand van de kerkelijke publicaties. We deden er goede zaken. Vorig jaar werd voor zo’n 1600 euro aan kerkelijke uitgaven omgezet. De crisis ten spijt was dat dit jaar zo’n 2800 euro. Van andere standhouders was ook te horen dat er goede zaken werden gedaan. Stanborough Press, die opnieuw met een grote stand aanwezig was, bleek aan het einde van de dag ook meer dan tevreden.

Ik ben niet blij met de wildgroei op het gebied aan publicaties. Als je langs diverse kramen wandelde en zag wat er zoal in de marge van de kerk aan drukwerk wordt aangeboden kon ik gemengde gevoelens niet onderdrukken. Aan de ene kant is het niet iets om je zorgen om te maken. De huidige technologie maakt het nu eenmaal veel gemakkelijker dan vroeger een kleine oplage van een boek te maken tegen een relatief lage prijs. Het duidt verder op betrokkenheid en idealisme. Maar er is ook sprake van bedenkelijke eenzijdigheid (vind ik). Er is zeker alle aanleiding voor de kerk zelf op het terrein van publicaties nog actiever te worden.

Ik kon tijdens de Open Dag en gevoel van trots en voldoening niet onderdrukken. Er gebeurt heel wat in onze kleine kerkgemeenschap en het is fijn daar deel van uit te maken. Dat gevoel werd zeker deze week ook versterkt bij het zien van het Adventnieuws op de website van de Nederlandse Unie. Het bruist op veel plaatsen van activiteit!

Natuurlijk zijn er ook minder plezierige dingen die we in ons kerkelijk wereldje tegenkomen. Ik schrijf deze weblog op het terras van een Starbuck (woensdagmorgen kwart voor acht), recht tegenover het hotel waar ik een paar nachten doorbreng. Ik ben vier dagen in Beiroet, op verzoek van de internationale kerk om met twee andere ervaren collega’s een conflict tussen twee leiders te onderzoeken. Het is een intense en lastige klus. Maar toch ervaar ik dit toch ook met een zekere mate van trots: Het is een teken van volwassenheid als een organisatie een duidelijke procedure kent om dit soort problemen aan te pakken. De kerk is en blijft een gemeenschap van mensen met gebreken, waar relaties soms vastlopen. Maar ondanks dat is er alle reden om er met enthousiasme bij te horen en je er voor in te zetten. Zowel in Huis ter Heide als in Beiroet.

 

Een rustig weekje

 

Het leek een rustig weekje te worden—een ontspannen voortzetting van twee schitterende, ontspannen Pinksterdagen. Maar op de een of andere manier slibben de dagen toch weer vol. Gisteren in Huis ter Heide een contactdag voor emeriti, met ‘s avonds een avondwijding op “Vredenoord.” Vanmiddag een bespreking op het uniekantoor over een publikatie die in voorbereiding is. Vanavond in Lemmer een cursusavond voor lekenpredikers uit Friesland. Komende zaterdag preken in Deventer en op zondag a.s. wat meehelpen met boekenverkoop op de Open Dag.

Daartussendoor is er het nodige achter het bureau: een artikel voor ADRA-Aktueel over een project in Kenia en het verzorgen van de rubriek buitenlands nieuws voor het volgende nummer van Advent. Ook hoop ik deze week nog een hoofdstuk te redigeren voor een Engelstalige bundel essays en is het zaak me in te lezen in een kwestie die me volgende week zal bezighouden. Dan ga ik op verzoek van de internationale kerk een paar dagen naar Libanon om te helpen bij een stukje conflictbemiddeling.

Maar, het is allemaal vrijwillig en dus is er geen reden tot klagen. Het is echter wel illustratief voor het soort proces dat, naar me steeds duidelijker wordt, bij heel wat mensen optreedt die met pensioen zijn gegaan.

Er blijft zeker tijd over om morgen te gaan stemmen. Overigens is dat best lastig. Ik heb enkele stemwijzers op het internet bezocht. Daaruit blijkt dat mijn ideeën het dichtste komen bij het programma van GroenLinks. Maar dat is niet het soort partij waaraan ik mijn stem wil geven. Van de PVV heb ik een diepe afschuw. Om allerlei redenen vallen SP, PvdA en VVD voor mij af. De PvdD is mij sympathiek, maar is me toch te veel een one-issue-partij. Eigenlijk blijven dan het CDA en de CU over als serieuze gegadigden voor mijn stem. Het zal wel weer CU worden. Ik ben het zeker niet in alles met hen eens, maar het christelijke geluid klinkt bij deze partij toch wel wat duidelijker dan bij het CDA. Als christen is mij er veel aan gelegen dat de christelijke visie op het leven en op de maatschappij—hoe gebrekkig ook—een podium houdt.

En de kleine dingen van het leven gaan natuurlijk gewoon door. Er ligt een post-it op mijn bureau: pedicureafspraak verzetten; jas ophalen bij de stomerij; planten in bloembakken op het balkon vervangen en software ophalen bij de computerwinkel. Er komt vast nog wel wat bij voordat de week voorbij is!