Monthly Archives: Maart 2010

3 x censuur

 

Vorige week heb ik uiteraard het Boekenweekgeschenk opgehaald.  In Ermelo. Eén van de weinige nadelen van het wonen in een kleine plaats als Zeewolde is het gebrek aan boekhandels met een redelijk assortiment. Er is een kleine boekhandel, maar het aanbod is beperkt en eigenlijk koop ik er alleen maar zo af en toe een tijdschrift.  De plaatselijke Bruna heeft een inkoopbeleid dat nauwelijks aansluit bij mijn smaak en belangstelling. En de evangelische boekhandel mag zich ook niet echt in mijn klandizie verheugen. Toen mijn vrouw en ik er, kort nadat we in Zeewolde waren komen wonen, eens een kijkje gingen nemen, werden we kennelijk meteen als evangelisatieobject aangemerkt en werd ogenblikkelijk een kopje thee met bijbehorend koekje ingezet om als bruggetje te dienen naar een opbouwend gesprek. Rustig een boek uitzoeken was ons niet gegund. Maar Ermelo heeft een boekhandel die eruit springt: een goede christelijke boekhandel met een flink aanbod aan theologische boeken, maar ook met het soort boeken dat je in een goede, middelgrote algemene boekhandel hoopt aan te treffen.

 

Dus, op naar Riemer en Walinga (want zo heten ze). Zouden ze het Boekenweekgeschenk uitreiken aan hun klanten?  Of zouden ze het als christelijke boekhandel mijden vanwege de knetterende vloek waarmee Joost Zwagerman zijn boekje Duel begint? Riemer en Walinga hadden een creatieve oplossing bedacht. Bij elk exemplaar van Duel was een briefje gevoegd, waarin zij hun dilemma uitlegden. Zij willen geen censuur toepassen. Ze willen hun klanten goed bedienen. Maar ze zijn principieel tegen ostentatief vloeken. Dus was er bij de brief een klein stickertje met daarop het woord ‘verdraaid.’  Dat kan je, als je je ook aan de vloek ergert, over de krachtterm heen plakken. Bravo, Riemer en Walinga. Goed om, in plaats van botte censuur, je principes op een zo creatieve manier te laten blijken.

 

Dezer dagen zijn omvangrijker vormen van censuur in de wereld aan de orde. De Katholieke Kerk heeft decennialang een vorm van censuur toegepast door alle uitwisseling van informatie over het seksuele gerommel op katholieke kostscholen onmogelijk te maken. Nu blijkt dat dit uiteindelijk niet lukt. De doofpot (of is het de beerput?) gaat open. Ik beklaag degenen die nu de PR voor het Vaticaan moeten verzorgen of in Duitsland, Ierland, of Nederland (enzovoort) als woordvoerders moeten optreden. Er zijn vele lessen die de kerk uit deze ellende moet trekken. Nummer één is dat de doofpot-methode op den duur nooit werkt. Nummer twee is dat het celibaat nodig moet worden afgeschaft en dat er daarnaast andere maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat mensen die steeds in contact zijn met andere mensen (en vooral kinderen) op een evenwichtige en volwassen manier met seks kunnen omgaan. Nummer drie is dat de paus, de kardinalen en de bisschoppen niet diep genoeg door het stof kunnen gaan. Nummer vier is dat andere kerken best een beetje meer sympathie kunnen tonen, want wie weet wat er bij hen in de loop der tijden de doofpot is ingegaan? En zo zijn er nog wel een paar dure lessen die de kerk zich ter harte kan nemen.

 

Ja, en dan Google in China. Ik ben benieuwd hoe het afloopt. Hoe lang denkt de Chinese overheid dat zij de deze vorm van belachelijke censuur kan toepassen?  En zal Google principieel blijven, ook als het hen veel geld gaat kosten? Ik heb een suggestie. Misschien kunnen Riemer en Walinga de Chinezen eens gaan adviseren.  Misschien kunnen zij hen ervan overtuigen dat je kunt besluiten de burgers gewoon toegang te geven tot alle beschikbare informatie, daarnaast je eigen commentaar kunt geven en het dan verder aan de mensen kan overlaten welke conclusie ze trekken? En misschien kunnen de Chinezen ook wat leren van de katholieke seks-schandaal-tragedie, namelijk dat je maar beter met de billen bloot kunt gaan (oei, dat is geen handige metafoor als we denken aan de paters van weleer die hun handen niet thuis konden houden) en niet langer het Tiananmen-plein-drama moet verzwijgen en doen alsof de Dalai Lama een marginale idioot is. Want, beste Chinezen, de doofpot-methode werkt niet. Dat kunnen de mensen van het Vaticaan jullie haarfijn uitleggen.

 

Wouter, Camiel en de kerk

 

Het was een enerverend politiek weekje. Natuurlijk was de plotselinge lancering van Job Cohen het meest spraakmakend. Vriend en vijand is het er wel over eens dat de PvdA met deze geweldige stunt de kansen voor haar partij op 9 juni op een enorm slimme manier heeft verbeterd.

 

Het is op afstand moeilijk te zeggen hoe het vertrek van Wouter Bos precies in deze ontwikkeling past. Hij heeft laten weten dat hij de politiek vaarwel zegt omdat hij meer tijd voor zijn gezin wil hebben. Is dat een mooie smoes om zonder al te veel gezichtsverlies het politieke veld te kunnen ruimen? Of is de keuze voor zijn gezin toch de echte drijfveer voor Wouters besluit?  Ik ben voorlopig bereid om toch dat laatste te geloven.  En als Camiel Eurlings aangeeft dat hij om een soortgelijke redenen uit Den Haag vertrekt, ben ik ook bereid hem de benefit of the doubt te geven en niet direct allerlei slinkse agenda’s te vermoeden.

 

Politicus-zijn is immers in veel opzichten een rotleven geworden. Het is een slopend bestaan om Kamerlid, en zeker om minister te zijn. Je krijgt in zo’n functie tegenwoordig dikwijls maar bar weinig respect. Collega-politici mogen je ongestraft een leugenaar (of erger) noemen als je iets zegt wat hen niet zint. De kranten mogen alles over je schrijven. Journalisten mogen je de hele dag voor de voeten lopen. Het is bovendien loodzwaar werk, waarbij ook avonden en weekenden niet worden ontzien. En in veel gevallen zouden de betrokkenen bovendien elders veel meer kunnen verdienen.

 

Ik denk dat het tijd wordt dat er wat meer waardering komt voor mensen die een publieke taak op zich hebben genomen. Het zijn in de regel geen gewetenloze zakkenvullers, of lieden die alleen op eigen voordeel, of op dat van hun vrienden, uit zijn. Als we gezamenlijk niet wat meer respect voor onze leiders kunnen opbrengen, is de kans groot dat steeds meer van hen zich gaan afvragen: Wil ik dit eigenlijk nog wel? Is die hondenbaan mij alle offers in de privésfeer waard? Als we hen niet wat meer in ere houden, zullen, vrees ik, de besten allengs afhaken of zich niet beschikbaar stellen. Dat wil niet zeggen dat we alles wat zij doen en zeggen meteen kritiekloos moeten beamen. Maar als zo velen bij voorbaat steeds uitgaan van hun kwade trouw, zullen steeds meer politici het voorbeeld van Wouter en Camiel volgen, voor hun privéleven kiezen en het verder voor gezien houden.

 

Er is een parallel met de kerk. Ook met onze kerk. Er zijn ontzettend veel fijne mensen die de kerkelijke leiders waarderen en plezierig behandelen. En ook binnen een kerk geldt zeker dat leiders het niet gek moeten vinden als ze in hun doen en laten, en in hun uitspraken, kritisch worden gevolgd. Maar ook binnen de kerk vragen velen zich af of ze nog wel een leidende rol ambiëren. Want leiding geven binnen de kerk is meestal ook geen kwestie van 40-50 uur per week. Het betekent maar al te vaak ook dat je het nooit goed kunt doen en dat je van alles en nog wat moet incasseren. En helaas is de realiteit soms ook dat je van alles en nog wat verweten wordt, en dat menig leider zich soms afvraagt hoe het kan dat sommigen op een zo weinig ‘christelijk’ manier hun onvrede kenbaar maken.

 

Helaas komt het nogal eens voor dat familieleden in de directe omgeving van een predikant of andere leider de kerk de rug toedraaien, omdat ze (om het mild te zeggen) niet begrijpen dat mensen in de kerk hun vader of man zo (om het nogmaals mild te zeggen) negatief behandelen. Ik heb op diverse plaatsen in de wereld gezien hoe soms de meest geschikte  mensen weigeren een leidende rol op zich te nemen, omdat ze weten hoe respectloos ze soms behandeld zullen worden.

 

Gelukkig is dit maar een deel van het totale plaatje. Ik kijk zelf vooral met veel dankbaarheid en voldoening terug op wat ik in de kerk heb kunnen doen. Maar wat ik hierboven zei is niet zomaar uit de lucht gegrepen. Ik heb zo af en toe ook wel eens wat voor mijn kiezen gekregen en ook weet wat sommige anderen soms moeten incasseren! Daarom de hartenkreet die geïnspireerd werd door het gebeuren rond Camiel en Wouter: Wees een beetje zuinig op je leiders. Ook in de kerk.

 

Nummer honderd

 

Toen ik de voorzitter was van de Adventkerk in Nederland schreef ik wekelijks een blog op de officiële website van de Adventkerk, net zoals Wim Altink, mijn opvolger nu doet. (Met vele anderen ben ik een trouwe lezer.)  Kort nadat ik afzwaaide en met emeritaat ging ben met een eigen blog begonnen op http://reinderbruinsma.com. Ik beloofde dat ik tenminste wekelijks mijn blog zou verversen.  Die belofte heb ik nu ongeveer twee jaar lang weten te houden: dit is blog nummer honderd.  Al met al is het nu bij elkaar bijna de omvang van een boek.

 

Soms vraag ik me wel eens af waar al dat bloggen van zoveel mensen eigenlijk toe dient. En ook, of ik er wel mee door zou moeten gaan. Want heb ik wel steeds iets van waarde te melden? En moet iedereen weten wat ik zoal doe of waar ik in de wereld ben?  Na enige reflectie heb ik besloten voorlopig toch maar door te gaan met mijn wekelijkse ontboezeming. Want ik hoor met enige regelmaat van mensen die ik tegenkom dat ze mijn site bij hun favorieten hebben staan.

 

Ik blijf nieuwsgierig naar wie er zoal tot de lezerskring behoort. Ongetwijfeld zijn er toevallige hits van mensen die even eenmalig een bezoekje brengen op de site. Er zullen mensen bij zijn van wie ik niet kan vermoeden dat ze tot mijn lezers behoren. Onlangs hoorde ik in de lift van een bewoner van een van de appartementen in ‘ons’ gebouw dat hij mijn blog bijhoudt. Via het programma van Google Analytics kan ik zien hoeveel lezers er zijn en waar ze wonen. Uit die cijfers blijkt dat ik enkele honderden min of meer vaste lezers heb. Voor het overgrote deel wonen die in Nederland, maar in de afgelopen maand waren er ook lezers in België, Aruba, Brazilië, Canada, VS, Haïti, Engeland. Zweden, Venezuela, Duitsland, Portugal, Denemarken. Noorwegen en de Dominicaanse Republiek.  Zijn het Nederlanders in den vreemde? Ik weet dat ook door enkele heel ‘rechtse rakkers’ argwanend in de gaten wordt gehouden of ik me bezondig aan vrijzinnige ketterij en soms kom ik commentaar tegen op iets wat ik in mijn blog heb geschreven op websites die waarschuwen tegen alles wat gevaar oplevert voor het zielenheil van de adventist. Maar daar til ik niet al te zwaar aan, zo lang het binnen de perken van de eerlijkheid en welvoeglijkheid blijft.

 

Maar, misschien is de belangrijkste reden om met mijn blogs verder te gaan toch wel gewoon het feit is dat ik het leuk vind om te schrijven. Een stukje van die schrijflust vindt op die manier zijn uitweg. Maar het is plezierig dat er ook andere wegen zijn om daarmee iets te doen en ik ben dan ook met diverse schrijfprojecten bezig. Het gaf mij buitengewoon veel voldoening dat enkele weken geleden bij de Review and Herald Publishing Association een nieuw boek van mij verscheen. Het heet: The Body of Christ: A Biblical Understanding of the Church. Het is verschenen in een serie die de verschillende belangrijke beginselen van de Adventkerk zal behandelen.  (Helaas ziet de cover er wat ouderwets uit, maar daar heb je nu eenmaal als auteur geen invloed op. )

 

Een boek over dit onderwerp is tot dusverre een zeldzaamheid binnen het adventisme, terwijl er onder de theologen en leiders steeds op wordt aangedrongen dat het veel meer aandacht moet krijgen. Het streelt natuurlijk mijn ego dat de redacteur van de serie waarin mijn boek verscheen zegt dat het ‘the most comprehensive treatment’ is van dit onderwerp in de geschiedenis van onze kerk. Wie nieuwsgierig is kan heel gemakkelijk een exemplaar bestellen via het service centrum van de Adventkerk in Huis ter Heide, of via Aamazon.com. En, wilt u een handtekening van de auteur, kom dan eind juni naar Atlanta (VS), waar ik tijdens het wereldcongres met andere adventistische auteurs om beurten boeken zal signeren. Dat hoort er kennelijk nu eenmaal bij.

 

Hersen-drieluikje

 

Met wat stijve schouders van het helpen met sneeuwruimen rond de woning van mijn zoon en zijn gezin in het noorden van Zweden, ben ik sinds dinsdagavond weer terug in Zeewolde—net op tijd om gisteren mijn stem uit te brengen in het bureau in de Polderwijk.  Zojuist (woensdagmorgen 7 uur) heb ik de einduitslag van ons dorp bekeken. Leefbaar Zeewolde is de grote winnaar. Helaas blijkt dat de Christen Unie, de partij aan wie ik mijn stem heb gegeven, een van haar drie zetels moet inleveren.  Jammer, maar het kan allemaal erger, zoals in het naburige Almere, waar de PVV triomfen vierde. Ik ben geschokt. Zouden de mensen daar aan een collectieve verstandsverbijstering lijden en niet beseffen waar een dergelijke intolerante en agressieve, en tegelijk simplistische, benadering van de problematiek van de toegenomen diversiteit in onze samenleving uiteindelijk toe leidt? Hopelijk zullen de mensen op 9 juni bij de landelijke verkiezingen op dat punt hun hersens beter gebruiken.

 

Over hersens gesproken. Ik heb me een paar dagen lang enorm verbaasd over hoe snel de hersenen van een tweejarig kind zich kunnen ontwikkelen.  Als trotse grootvader kon ik met eigen ogen en oren waarnemen dat Leah al in staat is tot 14 te tellen, hoe zij zelf de computer aanzet en een spelletje gaat spelen en even snel reageert op het Zweeds van haar moeder als het Nederlands van haar vader (die ervan overtuigd is dat zij tweetalig moet worden opgevoed). Ik zag haar ruim zeven maanden geleden voor het laatst.  Het verschil is onvoorstelbaar groot.

 

Van het onmiskenbare feit dat de hersenen een wonderbaarlijk orgaan zijn werd ik nog weer eens extra doordrongen door het lezen van een heel bijzonder boek. Het heet The Lobotomist, en werd geschreven door een Amerikaanse wetenschapsjournalist, een zekere Jack El-hai.  Het boek beschrijft op fascinerende manier de loopbaan van een Amerikaanse psychiater, Walter Freedman, die in 1936 zijn eerste lobotomie uitvoerde, en wiens onvermoeibare promotie van deze behandeling er uiteindelijk toe leidde dat tussen 1936 en 1960 zo’n 40.000 psychiatrische patiënten in de VS deze operatie ondergingen. Ook in een aantal andere landen ondergingen duizenden personen een lobotomie. De gedachte was dat men door het doorsnijden van verbindingen tussen het hersengedeelte in het voorhoofd en de rest van de hersenen ernstige psychische problemen drastisch kon verminderen. Vooral frapperend is hoe weinig echt onderzoek werd gedaan naar de effectiviteit van de ingreep en hoe de persoonlijk ambitie van Freeman om een beroemd chirurg te worden alle andere aspecten leek te overschaduwen.

 

Ja, en dan blijken onze hersenen toch ook weer heel kwetsbaar te zijn. Ik kreeg gisteren bericht dat die ochtend een goede kennis plotseling aan een hersenbloeding was overleden. Ik zal begin volgende week voorgaan in de dienst van Woord en gebed. Ik zie er niet naar uit. Het komt tegenwoordig te vaak voor dat ik begrafenissen moet bezoeken, waarbij ik al dan niet een actieve rol heb. Maar, het hoort bij het leven. En het is ook wel fijn als je op zulke momenten iets voor anderen kunt betekenen.

 

Ik ga naar beneden om de krant uit de brievenbus te halen. Die staat vandaag natuurlijk boordevol verkiezingsnieuws. Ik ben door tv en internet al redelijk op de hoogte van hoe er in den lande is gekozen, maar toch ben ik benieuwd naar allerlei details.  En dan zal ik vanmorgen eerst mijn twee bladzijden buitenlands nieuws gaan vullen voor het volgende nummer van Advent. Ik weet al welke onderwerpen ik ga behandelen, onder andere: het overlijden van Michael Kulakov—de adventistenleider in de communistische tijd in Rusland die een groot deel van zijn leven in strafkampen in Siberië doorbracht; de gevolgen van de aardbeving van enkele dagen geleden voor de Adventkerk in Chili; en de opening van een nieuwe televisiestudio in Libanon. Gelukkig is mijn wereld een stukje groter dan Zeewolde, vooral op de dag dat ik niet erg blij ben met de lokale verkiezingsuitslag.