Monthly Archives: September 2013

Catherina van Siena

 

[Vrijdagmorgen 27 september]  Zaterdag 21 september werd in Den Haag een vrouwelijke predikant ‘ingezegend’. De Nederlandse Adventkerk besloot het besluit van de adventistische wereldorganisatie niet af te wachten, maar voortaan geen onderscheid meer te maken in de status en bevoegdheden van vrouwelijke en manlijke predikanten. Bovendien werd onlangs besloten dat een vrouwelijke predikant die al vele jaren werkzaam is, en destijds geloofsbrieven ontving als ‘commissioned minister’,  voortaan ook als ‘ordained minister’ zal worden erkend.  Ik kan deze ontwikkeling alleen maar toejuichen.

Eerder deze week hield ik de morgenwijding voor het uniebestuur van de Adventkerk in Italië. Zij hielden een vergadering van twee dagen in één van de gebouwen van het adventistische onderwijsinstituut in Florence.  Men vroeg mij daarna nog even te blijven en te vertellen over de visie van de Nederlandse adventisten op de vrouw in het ambt. Ik kreeg de duidelijke indruk dat er veel bijval was voor het Nederlandse standpunt en dat ook de meerderheid van het bestuur van de kerk in Italië klaar is voor een dergelijke stap.

Het blijft een wonderlijke zaak dat het zo moeilijk is om vrouwen en mannen gelijk te behandelen. Er zijn immers zoveel historische voorbeelden waaruit blijkt dat vrouwen hun mannetje kunnen staan (of is dat eigenlijk een seksistische uitdrukking?).  Nu ik mijn lessen in Florence heb beëindigd heb ik tijd voor toeristische activiteiten en dus ben ik gisteren in Siena geweest, een prachtige, historische stad op ongeveer 80 kilometer afstand van Florence.  De middeleeuwse domkerk in Siena is een imponerend gebouw waar je je ogen uitkijkt, vooral als je die richt op de prachtige mozaïeken in de vloer. Ook de 130 sculpturen van middeleeuwse pausen die hoog in de kerk in een lange rij op de gelovigen neerkijken zijn uniek.  Ik kon het uiteraard niet laten om in de bookshop een plaatwerk over de Santa Maria Assunta kathedraal aan te schaffen.

Vanzelfsprekend deed een bezoek aan Siena de naam van de beroemde Catharina van Siena bij mij bovenkomen. Zij was een beroemde middeleeuwse mystica (1347-1380), die in de katholieke kerk tot hoog aanzien is gerezen. Zij bemoeide zich zeer intensief met kerk-politieke zaken, adviseerde een aantal pausen en wist paus Gregorius XI zover te krijgen dat hij vanuit zijn ballingschap in Avignon weer terugkeerde naar Rome.

Woensdag j.l. hield ik een lezing voor een groep studenten en docenten van het Italiaanse adventistische college, waarbij ook enkele niet-adventistische predikanten waren uitgenodigd. Ik sprak over ‘Building Christian Communities Today’, waarbij ik vooral inging op de postmoderne uitdagingen. Een drietal personen, waaronder een predikant van de kerk der Waldenzen en een vrouwelijke baptistenpredikant, was gevraagd om een reactie.  Dat deed meteen bij mij de vraag reizen: Waarom hebben de baptisten in Italië wel vrouwelijke predikanten en is dat bij de adventisten nog steeds onmogelijk?

Voor vanmorgen staat een rit naar het adventistisch jeugd- en conferentiecentrum in de buurt van het stadje Poppi op de agenda. Volgens traditie brengen de studenten aan het begin van het academisch jaar daar een weekend door. Op zaterdagmorgen is er een kerkdienst waarin ik zal voorgaan. Ik hoop te preken over ‘echtheid’ in je geloof—oftewel: christelijke authenticiteit. Vanaf zondag gaat de rit weer terug naar huis, weliswaar met een omweg via Venetië.

Jammer dat ik dezer dagen de politiek in Den Haag niet zo nauwgezet heb kunnen volgen.  Maar misschien is toch een week in Toscane en een paar dagen in Venetië te verkiezen boven het geharrewar van de algemene politieke beschouwingen!

 

Preken

 

[Zaterdagmorgen 22 september] Wie ‘lid’ is van LinkedIn ontvangt vanuit zijn/haar netwerk af en toe ‘endorsements’. Dat wil zeggen dat mensen vanuit je netwerk aangeven waarin je volgens hen goed bent. Ook vanmorgen was er weer iemand die me zo’n signaal van appreciatie stuurde. Dit keer vond deze ‘connection’ dat ik goed ben in pastorale theologie en in kerkelijk bestuur.  Nou, of dat klopt is voor mijzelf wat moeilijk te beantwoorden, maar het zijn in elk geval gebieden waarop ik mij in de loop der jaren wel heb begeven.

Toch neem ik dit systeem van ‘endorsements’ met een flinke korrel. Om die eerste plaats omdat voor mij LinkedIn nauwelijks meer is dan een speeltje. Het is wel leuk te zien hoeveel mensen je wereldwijd kent en te zien waarmee ze zich tegenwoordig bezighouden. Inmiddels hebben 500+ personen zich bij mijn netwerk gevoegd. Maar voor mij als gepensioneerde heeft dat nauwelijks nog praktische nut. En dat geldt ook voor deze ‘endorsements’.

In de tweede plaats ontvang ik soms ‘endorsements’ van mensen die mij onvoldoende kennen om te kunnen bepalen of ik ergens al dan niet redelijk goed in ben.  En, in de derde plaats, geeft het allemaal (denk ik) een behoorlijk vertekend beeld. Op de lijst van ‘skills’ die mij worden toegedacht staat ‘preken’ bovenaan, gevolgd door ‘theologie’ en ‘godsdienst’.  Veel en veel lager op de ranglijst staan bijvoorbeeld ‘kerkelijk bestuur’, ‘conflict management’ en  heel laag staat ‘creatief schrijven’.  Dat is niet het beeld wat ik van mezelf heb. Ik denk dat ik op die laatste terreinen toch ook wel redelijk thuis ben en met enig succes actief ben (geweest).

Misschien is de oorzaak van deze rangorde van ‘endorsements’ te vinden in het feit dat men me vooral als ‘predikant’ kent. En bij een predikant denkt men al snel aan ‘preken’. Daarbij komt dat ik nooit voor een groot deel verstopt was in een eigen gemeente, waar men twee tot drie keer in de maand naar mij moest luisteren, maar altijd op de vrije preekmarkt heb geopereerd–in eigen land, maar ook veel daarbuiten. En dus komt ‘preken’ al snel boven drijven bij mensen die iets over me willen zeggen.

Dat ‘creatief schrijven’ bij de ‘endorsements’ zo weinig wordt gemeld doet eigenlijk wel een beetje vervelend aan.  Ik heb mijn gaven zelf altijd meer gezien op het vlak van het geschreven dan op het vlak van het gesproken woord. Maar, gezien het zeer relatieve karakter van deze ‘endorsements’ zal ik daar verder ook maar niet al te gefrustreerd om zijn.

In elk geval—of ik er nou redelijk goed in ben of niet—heb ik altijd graag gepreekt en dat is nog steeds het geval. Het is bepaald geen offer om ook nu nog regelmatig op zaterdagmorgen in de auto te stappen om ergens te gaan preken.  Het schenkt niet alleen een beroepsmatige voldoening, zowel om een preek te maken als te houden, maar het is ook de vervulling van een roeping. Dat klinkt wat zwaar en vroom, maar het is uiteindelijk toch een geweldig voorrecht om voor de mensen te staan met een verhaal dat voor hen op de een of andere manier een boodschap wordt die van God komt.

Vanmorgen zal ik overigens niet op de kansel staan. Ik ben en route naar Florence en maak vandaag een stop in Monaco. Het is een ‘land’ waar ik nog nooit eerder ben geweest, en waar overigens geen Adventkerk is. Maar volgende week zal ik preken in Florence en voor de weken daarna staat mijn naam op het preekrooster voor Enschede, Haarlem, Antwerpen en Gorinchem.

Helaas zal ik vandaag niet de bevestiging van twee nieuwe collega’s in Den Haag kunnen bijwonen (Enrico Karg en Guisele Berkel-Larmonie). Maar misschien kan ik hen beiden alvast een LinkedIn ‘endorsement’ sturen voor preken. Ik heb hen beiden al eens gehoord. Sorry, Enrico, jij deed het goed, maar ik was vooral van de kwaliteit van de preek van onze nieuwe vrouwelijke collega onder de indruk.

 

Vera Korak Za

 

[Donderdag 12 september] Een paar dagen geleden kreeg ik een paperback in handen die ik nooit eerder had gezien. De titel kwam me niet direct bekend voor: Vera Korak Za: Kako najti Boga in Sebe. Bij nadere inspectie bleek het een vertaling te zijn in het Sloveens van mijn boek: Het Avontuur van je leven: Op zoek naar God en jezelf dat enkele jaren geleden o.a. in het Nederlands verscheen. Inmiddels is het boek vertaald in een tiental talen—en dus nu ook in het Sloveens. Het bleek al een jaar geleden van de pers te zijn gekomen, maar de kerk in Slovenië was nog niet eerder op het idee gekomen om dat aan de schrijver te laten weten (laat staan om toestemming te vragen) en hem een presentexemplaar te sturen! Zo gaat het helaas wel vaker in het adventistische uitgeverswereldje. Maar, zo heel erg is dat ook weer niet en eerlijk is eerlijk: de omslag van de Sloveense uitgave ziet er heel wat aantrekkelijker uit dan die van de Nederlandse of de Engelse editie.

Sprekend over het adventistische uitgeverswereldje: sinds zondagavond ben ik daar gedurende een paar dagen weer even in ondergedompeld. Namens de Nederlandse Adventkerk bezoek ik momenteel de tweejaarlijkse bijeenkomst van de mensen die in de verschillende landen van de Europese regio’s van de kerk bij het produceren en verspreiden van adventistische boeken en tijdschriften betrokken zijn. De vergadering vindt plaats in de faciliteiten van de theologische school van de Adventkerk in Belgrado (Servië). De studenten komen pas volgende week van hun zomervakantie terug en dus kunnen de ongeveer tachtig deelnemers aan deze conferentie voor een groot deel in de kamers van de studenten worden ondergebracht. Maar omdat er niet voor iedereen logeerruimte is, en omdat ik hier vroeger heel wat keertjes ben geweest en iets meer luxe toch wel prettig vind, besloot ik me als vrijwilliger aan te melden om in het nabijgelegen Best Western Hotel te logeren.

Het is interessant om weer eens in Belgrado te zijn. Ik kwam hier regelmatig in de tijd dat ik in het regionale kantoor van de kerk in Engeland werkte. Het was in de tijd van de Balkanoorlogen en de moeilijke periode daarna. Er is inmiddels wel het nodige veranderd in Belgrado, ook al zijn er nog wel wat ruïnes van de NAVO-bombardementen van 1999 te zien. Maar Servië is hard op weg een echt Europees land te worden. De somber geklede oudere vrouwen met hun onafscheidelijke zwarte hoofddoeken zijn goeddeels uit het straatbeeld van de stad verdwenen.

Woensdagmorgen werd ik om kwart over zeven bij mijn hotel opgehaald. Ik was gevraagd de morgenwijding te doen voor de staf van het kerkelijk kantoor elders in de stad. Ik ontmoette daar tot mijn genoegen ds. Djorge Trajkovski, die onlangs werd gekozen tot voorzitter van de kerk in Servië, Macedonië, Bosnië, Kosovo en Montenegro. Toen ik hem in 1995 leerde kennen was hij de voorzitter van de kerk in de kort daarvoor van Servië afgescheiden Republiek Macedonië. Ik bracht talloze bezoeken aan onze ca. 500 leden tellende kerk in dit kleine land, waar we destijds tot overmaat van ramp aan een kerkscheuring het hoofd moesten bieden.

De meeste van de problemen van de jaren negentig vormen nu nog slechts een nare herinnering. De Adventkerk in Servië met haar ongeveer 10.000 leden is een dynamische organisatie. Ons bezoek van dinsdagmiddag aan Euro Dream—het nieuwe uitgevers- en mediacentrum van de kerk op een afstand van zo’n dertig kilometer van het stadscentrum—is daarvan misschien het beste voorbeeld. In een moderne fabriekshal zijn enkele tientallen employees in twee- of drie ploegendienst (afhankelijk van de drukte) bezig met het vervaardigen van adventistische producten. Daarbij moet wel gezegd worden dat men ook commerciële opdrachten aanneemt en boeken en tijdschriften voor de kerk in andere landen vervaardigt. Maar het feit dat men tenminste 25 nieuwe titels per jaar in de Servische taal laat verschijnen is bepaald indrukwekkend!

Vrijdagmorgen hoop ik tijdig terug te vliegen naar Amsterdam. Na een paar dagen thuis ga ik, ditmaal samen met mijn vrouw, naar het adventistische opleidingsinstituut in Florence (Italië) om daar een intensieve cursus te geven over ‘de leerstelling van de kerk’.  Ik heb er zin in. Er zijn ergere dingen dan een weekje in Florence!

 

Adventisten, Jehovah’s getuigen en mormonen

 

Dat er in Nederland meer mormonen en meer Jehovah’s getuigen zijn dan zevendedagsadventisten wist ik wel. Maar dat het verschil zo aanzienlijk is verbaasde me.  Ik kwam die informatie deze week tegen in het nieuwste nummer van het tijdschrift Spectrum—het onafhankelijke nieuws- en opinieblad dat door een adventistische organisatie in de VS elk kwartaal wordt uitgegeven.  Drie experts vergelijken in een doorwrocht artikel[1] een aantal aspecten van de drie belangrijke godsdienstige stromingen die in de negentiende eeuw in Noord-Amerika zijn ontstaan, en die zich sindsdien over de aarde hebben verspreid.

Ik heb uit het artikel heel wat opgestoken. Van die drie bewegingen zijn de adventisten met ca. 17 miljoen gedoopte leden de grootste. Volgens de statistieken van de Heiligen der Laatste Dagen (zoals de mormonen officieel heten) heeft de mormoonse kerk bijna 14 miljoen leden en het Wachttoren Genootschap geeft een ledental van 7,3 miljoen op. Die getallen zijn niet zonder meer met elkaar te vergelijken, aangezien de Jehovah’s getuigen alleen actieve ‘verkondigers’ tellen, terwijl de mormonen de lidmaten die afdwalen niet schrappen en ook jongeren uit mormoonse gezinnen, die nog geen keuze voor het mormoonse geloof hebben gemaakt, meerekenen. Adventisten tellen alleen gedoopte leden en in principe worden degenen die de kerk verlaten niet langer meegeteld. Maar ook de adventistische ledenregistratie is verre van volmaakt. Toch geven de getallen wel een goede richtlijn.

De verspreiding van de drie groeperingen over de wereld is nogal verschillend. Van de mormonen woont bijna de helft in de VS. Verder hebben ze redelijk veel succes gehad in Zuid-Amerika, maar weinig in Azië en Afrika. De Jehovah’s getuigen zijn wat egaler over de wereld verspreid, maar hebben, opmerkelijk genoeg, in Europa relatief veel leden (ca. 1,6 miljoen). Slechts ca. 7 percent van de adventisten woont in Noord-Amerika. Ze zijn relatief talrijk in Zuid- en Midden-Amerika, Afrika en enkele delen van Azië.

Het verbaasde mij enigszins te lezen dat in Europa van de drie bewegingen de adventisten tot dusverre het minste succes hebben gehad.  Dat geldt ook voor Nederland.  Volgens de gegevens die de schrijvers van het artikel hebben verzameld zijn er in Nederland bijna 9.000 mormonen, bijna 30.000 Jehovah’s getuigen en slechts rond 5.000 adventisten.

Hoe komt het, dat adventisten zo achtergebleven zijn?  Ik kan me nauwelijks voorstellen dat de theologie van de adventisten zoveel meer weerstand oproept bij mensen die open staan voor een verandering van geloofsrichting dan de ‘leer’ van zowel de mormonen als de Jehovah’s getuigen.

Hoe valt het succes van de mormonen te verklaren? Hun theologie is, mijns inziens, op tal van punten nogal bizar. Ik voerde eens een gesprek over mijn geloof met een mevrouw die op een gegeven ogenblik zei: ‘Ik ben pas mormoonse geworden. Als u eerder was geweest dan de mormoonse zendelingen, was ik misschien lid van uw kerk geworden. Ik was in de eerste plaats op zoek naar een warme kerk, waar de mensen aardig tegen me zijn.’  De mormonen staan algemeen bekend om de hartelijke manier waarop zij mensen in hun midden opnemen en voor de vele sociale activiteiten die de onderlinge band versterken.

De mormonen gaan ook erg zuinig om met hun contacten. Als je, waar dan ook ter wereld, in een mormoons centrum komt zal men trachten te achterhalen wie je bent en waar je woont. En vervolgens kun je ervan op aan dat heel snel na je thuiskomst een mormoonse zendeling op je stoep staat.

En waar komt het succes van de Jehovah’s getuigen vandaan? Jaren geleden had ik eens een discussie met dr. Anne van der Meiden. Hij promoveerde ooit op een proefschrift over de wijze waarop de Jehovah’s getuigen hun leden ‘winnen’.  Ik vroeg hem wat volgens hem voor adventisten de beste evangelisatiestrategie zou zijn. Hij antwoordde me dat adventisten een probleem hebben, omdat zij niet zonder meer tegen de mensen durven zeggen: ‘Je gaat verloren als je geen adventist wordt.’  Want, als je uiteindelijk toch wel door de Heer wordt geaccepteerd, waarom zou de dan de moeilijke omweg via het adventisme maken? Jehovah’s Getuigen zijn op dat punt veel duidelijker. Wie de Wachtoren-Waarheid gehoord heeft, heeft maar weinig kans op eeuwig leven als hij/zij die boodschap afwijst.

Het lijkt me dat adventisten wellicht meer kunnen leren van de mormonen dan van de Jehovah’s getuigen.  Niet wat hun theologie betreft, want wat heldere theologie betreft hebben adventisten gelukkig wel wat beters in huis. Maar zuinig omgaan met alle contacten en ervoor zorgen dat elke Adventgemeente een goede plek is om te toeven, zijn absolute prioriteiten.  En op beide punten valt er op veel plaatsen nog heel wat te verbeteren.



[1]  Ronald Lawson, Ryan T. Cragun, Fritz Guy, ‘Mormons, Adventists, and Jehovah’s Witnesses: Three “American Originals” and How They’ve Grown’, Spectrum, zomer 2013, blz. 59-73.