Monthly Archives: Januari 2010

Selmanovic

 

Ik sta altijd open voor suggesties ten aanzien van bijzondere boeken. Toen ik afgelopen zondag met een vriend vanuit Loma Linda een uitstapje maakte naar Palm Springs (een wat merkwaardig oord waar miljonairs komen golfen, etc, maar waar eenvoudige mensen ook lekker kunnen eten) hadden we het onderweg uitgebreid over nieuwe, interessante boeken.  ‘Heb je het boek van Samir Selmanovic gelezen”, vroeg hij.  Ik moest bekennen dat ik die naam nog nooit had gehoord, laat staan dat ik zijn boek had gelezen.

 

In de loop van de dag passeerden we een ‘Borders’ (een van de bekende boekhandel-ketens in de VS) en daar bleek het bewuste boek voorhanden. Voor $ 24,95 werd het mijn eigendom. Inmiddels heb ik het gelezen—de helft tijdens de terugvlucht naar Amsterdam en de rest sinds ik eergisteren weer thuis ben.

 

Samir Selmanovic’s boek blijkt een best-seller te zijn. Wikipedia heeft inmiddels een lemma met zijn biografie. Hij komt uit een moslem familie in het voormalige Joegoslavië.  Als dienstplichtig soldaat kreeg hij te maken met de Balkan-oorlog. Toen hij in Macedonië gelegerd was kwam hij in aanraking met het christelijk geloof. Na zes maanden werd hij gedoopt in een klein adventisten-kerkje. Zijn familie wees hem prompt de deur. Hij ging theologie studeren, kwam in de Verenigde Staten terecht en werd predikant bij de zevende-dags adventisten in New York. Hij heeft de status van adventisten-predikant nog steeds, maar is sinds een aantal jaren verbonden aan een organisatie die meer begrip nastreeft tussen christenen en andere wereldbeschouwingen.

 

Selmanovic’s boek heeft als titel: It’ s really all about God.  De subtitle luidt: Reflections of a muslim-atheist-jewish christian.  Het is een fascinerend boek. De befaamde Karen Armstrong zegt erover: ‘Samir Selmanovic stelt de juiste vragen op het juiste moment. . .’

 

Voor wie een postmodern boek over geloof en godsdienst zoekt is dit een aanrader. De schrijver stelt zichzelf heel kwetsbaar op als hij vertelt over zijn geloofspelgrimage.  Veel ervan herken ik heel sterk. Maar voor mij zijn de verschillen tussen mijn christelijke geloofsovertuiging en die van moslems, atheïsten of joden echter toch wel aanzienlijk groter dan ze inmiddels voor Selmanovic blijken te zijn. Toch pleit hij er beslist niet voor om alle verschillen tussen de godsdiensten maar weg te vegen en er een eenheidsworst van te maken. Wat hij vooral afkeurt is de competitie tussen de verschillende religies. Het gaat er, zegt hij, niet om dat de religie die wij aanhangen of dat de organisatie waartoe wij behoren het van andere religies of kerken, enz. wint. Het gaat erom dat God wint.  It’ s really all about God. 

 

Ja, dat zet een mens wel aan het denken. Het gaat uiteindelijk niet om de vraag welke club wint. God kan immers niet aan een enkele club worden gekoppeld, alsof we als leden van die club God nu in onze macht hebben. Het gaat niet om de godsdienstige vormen die we ontworpen hebben of de theologie die we hebben geformuleerd. Dat wordt nooit meer dan gebrekkig menselijk gestuntel. Het kan in laatste instantie ook nooit gaan om onze traditie, onze gebouwen, onze status. Als die het centrum van onze verering zijn, zijn we in wezen afgodendienaars.  It’ s really all about God. 

 

Bedankt Samir! Het was goed weer eens herinnerd te worden aan de bottom line van het geloof . Ik zal je boek warm aanbevelen aan mensen om me heen.

 

Festschrift

 

Op zaterdag 23 januari was het dan zover. Tijdens een dienst in de Loma Linda University kerk, midden op de campus van het Loma Linda universiteits- en ziekenhuiscomplex, ontving dr. Jan Paulsen, de wereldvoorzitter van de Adventkerk, een Festschrift. Het was mijn voorrecht om dat samen met een Deense collega aan hem te overhandigen.

 

Een Festschrift is een (gewoonlijk academisch getint) boek dat aan iemand die zich zeer verdienstelijk heeft gemaakt, op een bijzonder moment in diens leven of loopbaan wordt aangeboden. Soms gebeurt dat als iemand 65, 70 of 75 jaar wordt, of als iemand het einde van zijn academische loopbaan nadert of heeft bereikt.

 

Jan Paulsen is onlangs 75 jaar geworden. Je ziet deze uiterst vitale en aimabele man zijn leeftijd niet aan. Sinds 11 jaar is hij de topbestuurder van de kerk. Vanuit een academische achtergrond is hij langzaam maar zeker een bestuurder geworden. Maar hij heeft zijn liefde voor studie en onderwijs nooit onder stoelen of banken gestoken en allen die niet tot zijn intimi behoren bleven hem “Doctor” Paulsen noemen.

 

Ongeveer anderhalf jaar geleden werd ik door dr. Borge Schantz benaderd met de vraag of ik zou willen helpen bij het produceren van een Festschrift voor dr. Jan Paulsen—als een concreet blijk van erkenning voor zijn lange en imposante loopbaan binnen de kerk. Dr. Schantz is, net als ik, met emeritaat. Hij heeft op diverse plaatsen in de wereld gewerkt. Hij is een zendingswetenschapper en heeft kennis van de islam als zijn specialisme.  Een aantal jaren werkte hij in Afrika samen met Paulsen en dat nauwe contact is altijd blijven bestaan. Toen Borge Schantz op zoek ging naar iemand die hem met dit project zou kunnen helpen dacht hij aan mij, aangezien hij wist dat ik dr. Paulsen ook goed ken en ook kennis van het redigeren en produceren van boeken kon meebrengen.

 

We vroegen zo’n 35 personen—allemaal in Europa of met sterke connecties met Europa—om een essay van circa 7.000 woorden over een onderwerp naar keuze binnen hun specialisme bij te dragen. De oogst was uiteindelijk 28 boeiende Engelstalige essays, die nu gebundeld zijn in een boek van 464 bladzijden dat de titel heeft gekregen: Exploring the Frontiers of Faith. Naast een hoofdstuk van mijzelf is er ook een ander hoofdstuk van een Nederlandse auteur, nl. van Ds. Wim Altink—een doorwrochte studie van een aantal teksten in Openbaring 14.

 

Het was een gigantische klus om alle bijdragen qua stijl en vorm tot een harmonisch geheel te smeden. Dat was in hoofdzaak mijn aandeel. Met enige trots stel ik vast dat het resultaat er mag zijn. De adventistische uitgeverij in Duitsland heeft de druk en verzending van de 2.500 exemplaren verzorgd. Ongeveer 1.000 exemplaren zijn inmiddels verzonden naar mensen over de gehele wereld die tevoren een exemplaar hadden gereserveerd. Ongeveer 500 exemplaren gaan naar bibliotheken en andere instellingen, binnen en buiten de kerk. De rest zal beschikbaar zijn voor verkoop aan geïnteresseerden. Al met al verwachten we dat het project daarmee financieel quitte speelt—wat uiteraard bij een dergelijk particulier initiatief ook niet onbelangrijk is.

 

Helemaal naar Californië reizen om met een korte speech iemand een boek te overhandigen en daarna een receptie bij te wonen lijkt misschien wat overdone. Maar het was het zeer bevredigende sluitstuk van een intens stuk werk, afgezien van het feit dat het ook heel plezierig was om weer eens tijd door te brengen met Jan Paulsen en zijn vrouw Kari. Ik heb door de jaren heen zijn vriendschap en support heel erg op prijs gesteld. Ik heb het altijd gemakkelijk gevonden met hem over allerlei onderwerpen te praten, ook wanneer ik wist dat we over iets sterk van mening verschilden. Zijn stijl van leiderschap is steeds een voorbeeld en inspiratie voor me geweest.

 

Herhaaldelijk heb ik de laatste twee jaren uit de mond van Paulsen te horen gekregen dat ik nog niet met emeritaat had moeten gaan.  Ook dit afgelopen weekend werd me dat weer eens fijntjes te kennen gegeven. Als ik hem zeg dat ik geloof dat iedereen eigenlijk rond de 65-jarige leeftijd het stokje aan een ander moet overdragen, lacht hij veelbetekenend.  Stiekem denk ik echter dat het in zijn geval niet eens zo slecht voor de kerk zou zijn als hij, ondanks zijn 75 jaar, nog een poosje aan het stuur van de kerk zou blijven.  Maar ik zou hem en zijn vrouw het ook van ganser harte gunnen nog wat minder hectische jaren te beleven.

 

In elk geval zie ik ernaar uit hen beiden in maart weer in Nederland te treffen. Tegen die tijd zal hij het Festschrift zeker hebben gelezen. Ik ben benieuw naar het commentaar dat hij tegen die tijd heeft op de inhoud ervan!

 

                                                              

PS  Exemplaren van het Festschrift Exploring the Frontiers of Faith kunnen in Nederland worden besteld bij het Service Centrum van de Adventkerk.  Bestellingen via jbalk@adventist.nl.  De prijs is 20 euro (plus porto).

 

Ham sandwich etc

 

Het was best prettig een paar maanden eens niet op reis te zijn. Maar ik moet bekennen dat het zo langzaamaan wel weer een beetje begon te kriebelen en dus vond ik het best plezierig dat er weer eens een buitenlands uitstapje op het programma stond. Het doel van deze excursie was Loma Linda waar ik het komend weekend betrokken ben bij een bijzonder evenement. Daarover meer in mijn volgende weblog.

 

Op dit moment moet ik weer even de aanzienlijke jetlag verwerken die, naar het schijnt, op de tweede dag van mijn verblijf pas in volle hevigheid heeft toegeslagen. Het huis waar ik logeer is nog in diepe rust. Ik heb het voorrecht te gast te zijn bij een van de creatiefste theologiedocenten van Loma Linda University, die ik goed genoeg ken om met dank het aanbod van een dag of zes bij hen te logeren te willen aanvaarden. Maar ik ken ze niet goed genoeg om stiekum om vier uur ’s morgens (plaatselijke tijd) in hun keuken op onderzoek uit te gaan naar de aanwezigheid van theezakjes of het equivalent van een Senseo-apparaat. Gelukkig ben ik op dat soort dilemma’s voorbereid en het waterkokertje dat mij de laatste 20 jaar steeds trouw heeft vergezeld is ook nu bij me en mijn vrouw heeft gewoontegetrouw een hoeveelheid Earl-Grey theezakjes en een potje oploskoffie in mijn koffer gestopt.  Ik heb voldoende privacy in het deel van het huis dat mij ter beschikking staat om zonder iemand te storen ook op dit vreemde tijdstip wat te brouwen.

 

Over koffie gesproken. Over de universiteitscampus lopend wilde ik gisteren even ergens een krant kopen. Ik was nieuwsgierig wie de verkiezing van de Senaatszetel in Massachusets had gewonnen. (Mijn vurige hoop dat het een Democraat zou zijn werd al snel de bodem ingeslagen. Vreselijk jammer, gezien de implicaties daarvan voor de plannen van Obama om eindelijk iets te doen aan de ziektekostenverzekering van zo’n 35 miljoen Amerikaanse burgers die het zonder een dergelijke voorziening moeten stellen die in elke moderne beschaving tegenwoordig gemeengoed is geworden. Ik kan me er ontzettend over opwinden!)

 

Toen ik de krant zonder veel moeite had bemachtig zocht ik een plek waar ik hem bij het genot van een kopje koffie zou kunnen lezen. Ik vermoed dat er op de Loma Linda campus in allerlei gebouwen duizenden koffiezetapparaten al dan niet verborgen zijn opgesteld, maar publieke plaatsen waar dit vocht wordt geschonken zijn er nauwelijks.  Ik sprak een witgejasde meneer aan en informeerde waar ik een dergelijk etablissement zou kunnen vinden. Hij keek me aan met een wat verbaasde blik. Kennelijk stelde ik het soort vraag die hier in dit Advent-Walhalla wat ongewoon is. Maar ik kreeg een routebeschrijving.  Het was een aardig stukje lopen, en even verdacht ik mijn informant ervan dat ik met opzet een verkeerde kant was opgestuurd. Maar nee, zijn beschrijving bleek zo perfect te kloppen dat ik tot de conclusie kwam dat hij zelf dit ‘cafe’ ook van binnen kende!

 

Nadat ik mijn bestelling met succes had geplaatst en het bestelde had verkregen, bestudeerde ik de menukaart wat verder. Ook ham-sandwiches behoorden tot de mogelijkheden.  Zou daar dan handel in zitten, midden in een adventistengetto, vroeg ik me af. Een blik op de kaart met openingstijden leerde me wel dat deze horecaondernemer keurig op vrijdag om vijf uur zijn zaak sluit en dat die de gehele zaterdag potdicht blijft. Ik heb maar niet gevraagd of de eigenaar en zijn vrouw die het café runnen op zaterdag keurig in de kerk te vinden zijn . . . of dat zij zelf, ondanks hun uitsluitend adventistische clientèle, geen adventist zijn.

 

Ik had het gevoel dat me altijd bekruipt als ik een tijdje in de buurt van een groot adventistische instituut ben: in hoeverre zie ik een beeld dat helemaal met de werkelijkheid overeenkomt? Is er ook een wereld die ik niet zie? Ik vermoed van wel. Eigenlijk is dat meer dan een vermoeden. Ik heb er genoeg van geproefd om te weten dat er in een dergelijke omgeving ook het nodige gebeurt dat vragen oproept en dat er niet zelden een behoorlijk PR gehalte is in wat je krijgt voorgeschoteld, terwijl de werkelijkheid er toch wel wat anders uitziet. Dat dubbele stoot vooral veel jongeren af. Eerlijk gezegd mij ook. Ik heb liever dat de mensen zich laten zien als ze zijn.

 

Met deze bespiegeling wil ik niet zeggen dat Loma Linda geen bijzonder oord is dat inspireert en waar je veel fantastische mensen tegenkomt.  Het doet me ook goed te zien hoe veel ‘echte mensen’ je tegenkomt die hun idealen naleven maar tegelijkertijd met beide benen in deze wereld staan.  Maar toch . . . Het PR gehalte kan best wat worden teruggeschroefd. Het zal het beeld dat velen van Loma Linda hebben alleen maar in positieve zin beïnvloeden. ‘What you see, is what you get’ is nu eenmaal een wens die veel mensen van onze tijd, ook binnen onze eigen geloofsgemeenschap, hoog in hun vaandel hebben.

 

PS   Loma Linda University is heel actief in Haiti en heeft er o.a. gelijk een medisch team naar toegestuurd. Dat mag ook wel gezegd worden!

 

 

Homo’s in Oeganda

 

In Oeganda is een wet in voorbereiding die ervoor moet zorgen dat er harder wordt opgetreden tegen de homo’s in dat land.  Er zijn veel voorstanders van de gedachte om daarbij zelfs de doodstraf als afschrikmiddel te gebruiken. De Oegandese media meldden onlangs dat de leiding van de circa 200.000 leden tellende Adventgemeenschap in dat Afrikaanse land van harte instemt met deze voorgenomen wetgeving, ook al hebben ze wel bezwaren tegen de toepassing van de doodstraf.

 

Met enige trots en voldoening constateer ik dat het hoofdkantoor van de Adventkerk, dat in de VS is gevestigd, door middel van een persverklaring nadrukkelijk afstand heeft genomen van de opvatting van de Oegandese adventistische leiders en heeft verklaard dat deze strijdig is met de mening van de kerk en de fundamentele overtuiging dat alle mensen gelijk zijn en dat de algemeen erkende mensenrechten ten allen tijde moeten worden geëerbiedigd. Ik was blij te lezen dat er openlijk en publiekelijk stelling werd genomen tegen een opvatting die helaas toch wel behoorlijke wat aanhang heeft onder adventisten—en niet alleen in Oeganda.

 

De ‘issue’ van homoseksualiteit zal ons kerkelijk wereldje in de komende jaren nog ingrijpend beroeren. Je hoeft geen profeet te zijn om dat te kunnen voorspellen. Zowel de bijbelse als de juridische kanten en diverse andere aspecten zullen in toenemende mate voor discussie en, zeer waarschijnlijk, ook voor verdeeldheid zorgen. Volgens de Bijbel, zo wordt toch vrij algemeen beweerd, zijn homo’s een ‘gruwel’ in de ogen van de Heer. En dan kunnen bijbelgetrouwe christenen toch alleen maar beamen dat er voor homoseksualiteit geen ruimte is in de kerk!  OK, dat iemand een dergelijke verfoeilijke geaardheid heeft, dat wil men dan meestal nog wel aanvaarden, maar dat men daar uiting aan zou geven door middel van een relatie—dat is eenvoudigweg op bijbelse gronden ondenkbaar. Zo denken velen, terwijl ook heel velen het daarmee grondig oneens zijn of niet goed weten wat ze ervan moeten denken.

 

Ik blijf het een moeilijke zaak vinden. Een intieme relatie met een andere man ligt volledig buiten mijn denk- en gevoelswereld. Ik kan gelukkig mijn heteroseksuele emoties beter onder controle houden dan mijn Italiaanse generatiegenoot Berlusconi, maar vrouwelijke vormen roepen nog steeds heel andere reacties bij mij op dan knappe mannen. Niettemin: ik weet dat dit voor een flink aantal mensen niet zo is. Niet omdat ze daarvoor kiezen, maar omdat ze zo in elkaar zitten.

 

Vindt de Bijbel dat dan wel goed? Kun je de anti-homoteksten in de Bijbel een dusdanig draai geven dat ze iets anders gaan zeggen dan wat ze zo op het eerste gezicht beweren? Daar zitten heel wat lastige vragen aan vast. De fundamentele vraag blijft: Hoe lees je de Bijbel?  Dat geldt trouwen ook voor anti-vrouw teksten, pro-slavernij  en pro-geweld teksten, enz.

 

Is het Gods oorspronkelijke bedoeling dat vrouwen met vrouwen en mannen met mannen kunnen trouwen? Ik ben ervan overtuigd dat het antwoord daarop ‘nee’ is. Maar is het Gods bedoeling dat mensen die elkaar trouw hebben beloofd na verloop van tijd hun relatie volledig zien stranden? Of is het Gods bedoeling dat er nu tienduizenden mensen in Haiti onder het puin liggen? 

 

Er is heel veel in deze wereld dat niet aan Gods oorspronkelijke bedoeling beantwoordt.  Ik moet wel tot die conclusie komen. Ik kan niet geloven in een God die het wel best vindt dat de wereld uit zo uitziet als nu het geval is. Ik kan gelukkig wel geloven in een God die daaraan zelf lijdt en ik kan gelukkig ook vertrouwen op een Christus die ons steeds weer aan Gods oorspronkelijke idealen herinnert, maar die ons tegelijkertijd leert in liefde om te gaan met de concrete situatie van de wereld om ons heen: zonder de eerste steen te werpen en zonder te oordelen!

 

Homoseksualiteit zal nog heel wat discussie—en zelfs strijd—binnen onze kerk gaan opleveren, vooral (maar niet alleen) in de derde wereld.  Ik hoop vurig dat we erin zullen slagen om te beter te leven met die spanning: dat we kunnen erkennen dat God oorspronkelijk andere bedoelingen had, maar ook dat we nu leven in een wereld waarin veel van die oorspronkelijke bedoelingen zo zijn aangetast dat straks een radicaal vernieuwde wereld nodig is. Intussen moeten we als volgelingen van Christus liefdevol leven met de realiteit van het nu, zonder ooit het ideaal van Gods begin en van zijn ideale toekomst op te geven. Op een aantal punten lukt dat ons vrij goed, maar op andere punten nog veel minder. Dat geldt de adventistische leiders in Oeganda, maar niet minder voor onze gehele geloofsgemeenschap.

 

Goede wensen

 

Wie niet alleen deze wekelijkse mijmeringen leest maar ook de nieuws-website van de wereldkerk (http://news.adventist.org) met regelmaat bekijkt, zal hebben gezien dat de redacteuren van die site aan het einde van elk jaar een aantal mensen met verschillende achtergronden en uit allerlei windstreken vragen waarop zij in het nieuwe jaar hopen. Een weekje voor kerst kreeg ik een e-mail waarin mij werd gevraagd wat mijn belangrijkste wensen zijn voor 2010.  Enigszins ingekort vond ik mijn hoop voor 2010 terug tussen de bijdragen van Willie Oliver (een staflid van de Noord-Amerikaanse divisie van de Adventkerk) en Patrick Allen, de gouverneur-generaal van Jamaica. 

 

Ik citeer:

 

PERSONAL: I hope for a lot of energy and good health to continue my full and (so far) very satisfying retirement. PROFESSIONAL: I hope my new book, “The Doctrine of the Church” (Review & Herald Publishing, 2009), will make an important contribution to our church life.
CHURCH: I hope and pray that this summer [at the General Conference Session] we will elect leadership that will not only protect our worldwide unity, but also provide space for diversity in the way we “do” church and in the way we experience and formulate our faith and our traditions.

 

Misschien had ik achteraf de voorkeur gegeven aan een ietwat andere selectie uit mijn wensenlijstje, maar toch bestrijkt het geciteerde wel drie belangrijke elementen. 

 

Vrijwel iedereen hoopt natuurlijk op gezondheid en energie. Naarmate je wat ouder wordt, besef je steeds meer dat gezondheid niet vanzelfsprekend is.  Je ervaart ook dat je energieniveau wel wat terugloopt. (Ik sta nu ’s morgens toch vaak wel een kwartier later op dan voorheen het geval was.) Je ziet zoveel leeftijdgenoten—en trouwens ook mensen van een jongere generatie—die veel fysieke kracht hebben moeten inleveren. Het bezoek aan een gestage reeks begrafenissen in 2009 stemt zeker ook tot nadenken. Dus ja, gezondheid voor mij en de mensen die mij lief zijn—dat staat toch wel bovenaan. Dat zal maar weinigen verbazen. Ik besef dat daarbij wat meer beweging wel een bijdrage kan leveren. In de eerste dagen van het jaar heb ik inmiddels een keer een stevige wandeling gemaakt en heb ik twee keer de hometrainer beklommen.  Het begin is er.

 

Wat de categorie ‘professional’ betreft: Het wordt natuurlijk wat twijfelachtig of ik als emeritus mijn activiteiten nog onder dat kopje mag rangschikken. Hoe dan ook: Ik hoop in 2010 weer heel wat uurtjes achter mijn toetsenbord door te brengen. Ik heb een paar dagen geleden een project weer opgepakt dat enige tijd op de achtergrond was geraakt. In de komende maanden hoop ik nu echt mijn belofte aan het ESDA instituut in te lossen en een nieuwe Bijbelcursus over de Openbaring van Johannes te produceren. Ik ben over de helft.  Ik hoop in 2010, na een paar andere zaken te hebben afgerond, ook weer aan een nieuw boek te werken. Er staan verder wat reizen op het programma, en andere activiteiten, zoals een paar weken lesgeven op Newbold College en medewerking bij diverse kerkelijke evenementen.

 

Mijn wens voor de kerk in het algemeen zal niemand verbazen die me een beetje kent. Eenheid bewaren in een beweging die zoveel diversiteit in denken en doen vertoont wordt een steeds grotere uitdaging. Er zijn krachten in de kerk die er heilig van overtuigd zijn dat die eenheid een stevige mate van eenvormigheid vereist en een strakke, van bovenaf opgelegde, theologische discipline.  Ik zie die opvatting als een gevaar. Ik hoop zeker dat de kerk een fundamentele eenheid blijft manifesteren. Maar ik hoop vooral op een eenheid in verscheidenheid en in vrijheid van denken, waarbij dialoog in plaats van ‘leertucht’ ons samenhoudt en ons allen de mogelijkheid biedt tot geestelijke groei.

 

Ja, er valt veel te wensen. Maar, terugkijkend op 2009, is er ook heel veel om dankbaar voor te zijn. Vandaag of morgen gaan de kerstspullen weer naar de berging in het souterrain. Het waren fijne dagen, zo rond kerst en oud en nieuw. Maar het is ook fijn weer ‘gewoon’ aan de slag te gaan, met de goede wensen voor het nieuwe jaar in het achterhoofd.