Yearly Archives: 2021

De laatste week van 2021

De laatste week van het jaar 2021 is begonnen–ingeklemd tussen kerstweekend en de jaarwisseling. Helaas eindigt het jaar in ons land, als gevolg van een nieuwe Corona besmettingsgolf, in een totale lockdown. Onze traditie om op 22 december vanwege onze trouwdag (nu de 57e) ergens lekker te gaan eten kon geen doorgang vinden.

Al met al hebben we, ondanks de beperkingen, toch van het kerstweekend kunnen genieten. Op vrijdagavond hebben we de liturgie gevolgd die de kerstcommissie van onze plaatselijke Adventgemeente had opgesteld en bij alle leden thuis had bezorgd. Nu we niet fysiek samen konden komen was dit een heel vindingrijk initiatief. Zonder de corona-regels te overtreden konden we de uitnodiging van vrienden voor het kerstdiner aannemen. Het was heel smakelijk en heel gezellig. Het is goed vrienden te hebben! Voor de kerstdienst op de eerste kerstdag kozen we de viering in de prachtige Coventry kathedraal in de Britse stad Coventry. En op de tweede kerstdag genoten we van de oecumenische dienst in de Laurenskerk in Rotterdam—en vooral van het belangrijke aandeel daarin van de cantorij van deze kerk.

De laatste week van het jaar is ook de tijd van allerlei andere, tamelijk banale, tradities. Sinds zo’n twintig jaar worden achter elkaar op een van de radiozenders de tweeduizend populairste liedjes gedraaid in de Top-2000. In kranten en in televisierubrieken passeren de belangrijkste gebeurtenissen van het jaar de revue, zowel de rampen als de blijde hoogtepunten. Er worden overzichtjes gemaakt van de meest gelezen boeken van het jaar en van de populairste en minst populaire politici, en natuurlijk worden de sportvrouw en sportman van het jaar gekozen. Veel van die dingen gaan grotendeels aan mij voorbij.

Natuurlijk denk ik, net als de meeste andere mensen, dezer dagen vooral aan wat er zoal in het afgelopen jaar in mijn eigen leven is gebeurd. Zowel mijn vrouw Aafje en ikzelf zijn gespaard gebleven voor de Covid-19 ellende. Het kwam wel dichtbij toen een aantal mensen in ons appartementsgebouw positief werden getest en ook behoorlijk ziek werden. Inmiddels hebben we onze boosterprik gehad, maar blijven we toch nog steeds tamelijk voorzichtig. We kregen beiden onze staaroperaties. Aafje bezeerde haar voet en was een aantal weken niet mobiel, maar al met al zijn we dankbaar dat we het jaar 2021 qua gezondheid redelijk goed zijn doorgekomen. Op een weekje Denemarken en een weekje Duitsland na konden we spijtig genoeg niet op reis gaan, maar we vonden veel vervulling in onze creatieve activiteiten. Een bijzonder hoogtepunt was dat ik in april een koninklijke onderscheiding ontving en benoemd werd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. De oorkonde hangt op een ereplaatsje naast mijn bureau.

Eigenlijk ben ik niet zo sterk in het terugkijken naar wat achter mij ligt, maar vraag ik me vooral af wat voor me ligt. Wat gaat 2022 ons brengen? Wordt het opnieuw een jaar van Corona-beperkingen en worden we binnen enkele maanden opgeroepen om onze vierde prik te komen halen? In het komende jaar hoop ik de leeftijd van tachtig jaar te bereiken. Dat klinkt best wel oud. In de afgelopen week bracht ik tweemaal een bezoek aan mensen in een verzorgingshuis voor bejaarden. Uiteraard zag ik daar veel krakkemikkige mensen. Onwillekeurig denk je dan: Is dat ook mijn toekomst? Maar die gedachte heeft toch niet de boventoon.

Op vrijdagavond vertelde Jan Terlouw tijdens een programma van Omroep Max een inspirerend verhaal dat hij zelf had geschreven. Ik bewonder deze man enorm. Hij had een academische opleiding in wis- en natuurkunde, maar zijn loopbaan bewoog zich uiteindelijk in de richting van de politiek. Daarnaast schreef hij een reeks romans en kinderboeken. Hij is een man met idealen en geeft daar nog steeds uiting aan in tal van praatprogramma’s. Jan Terlouw is nu negentig jaar, maar hij is nog steeds heel actief en creatief en zijn verteltrant is nog even sprankelend als voorheen. Als ik mensen als Jan Terlouw zie geeft me dat moed en denk ik: Ik hoop dat de goede God mij ook nog een flink tijdje de gezondheid, de energie en het idealisme geeft om met positieve dingen bezig te zijn die voor veel mensen betekenis hebben. Met die hoop stap ik over enkele dagen 2022 binnen.

Hoe zit het met Red Bull . . .?

Als ik onderweg een oppepper nodig heb koop ik heel af en toe wel eens blikje (suikervrije) Red Bull. Mijn ervaring is dat het inderdaad effectief is om je even door een energie-dipje heen te helpen. Het bedrijf achter dit drankje, dat sinds 1987 op de markt is, doet heel goede zaken. Het is een van de belangrijkste sponsors van Max Verstappen, de in België geboren en in Monaco woonachtige Nederlandse Formule-1 coureur, die afgelopen zondag op het circuit van Abu Dhabi wereldkampioen werd.

(Het gaat er nu even niet om hoe ik denk over deze tak van sport. Ik houd niet van extreem gevaarlijke sporten en al helemaal niet van deze vorm van autosport, waarbij een dozijn mannen elkaar een jaar lang achterna reizen naar ruim twintig verschillende, over de aardbol verspreide, circuits en daar dan een groot aantal waaghalsachtige rondjes rijden.)

Max Verstappen ontvangt van Red Bull een basis-jaarsalaris van ruim 21 miljoen euro. Hoeveel miljoenen de firma verder betaalt aan de auto en aan het hele circus om de coureur heen, is mij niet bekend. Er zijn trouwens ook nog andere sponsors. Maar Red Bull zal als hoofsponsor uitermate tevreden zijn geweest met de enorme publiciteit die het bedrijf dankzij “onze” Max het afgelopen jaar, en vooral vorig weekend, heeft gekregen. In elk geval zag een aanzienlijk deel van alle Nederlanders de auto met de woorden “Red Bull” dagenlang steeds weer op hun tv-scherm voorbijflitsen.

Ik behoor—je raadt het al—niet tot de hysterische meute die de strijd tussen Lewis Hamilton en Max Verstappen van minuut tot minuut volgde. De Red Bull reclame kwam om een heel andere reden heel nadrukkelijk bij mij binnen. Een van mijn schrijfprojecten voor de komende maanden is een hoofdstuk in een boekje over de rol van “fake nieuws” en van samenzweringstheorieën in onze samenleving en specifiek onder zevendedags adventisten. In dat kader ben ik bezig een stapeltje boeken te lezen, en in een daarvan werd uitgebreid over Red Bull bericht. Al snel na de introductie van deze energiedrank begonnen geruchten te circuleren dat er een aantal dubieuze ingrediënten in worden verwerkt, met nogal bizarre implicaties. Zo zouden jaarlijks 500 miljoen (!) stierkalveren nodig zijn om voldoende semen te leveren voor de productie van de diverse varianten van deze enorm populaire drank. Een van de vele bestanddelen van Red Bull is taurine, een aminozuur dat ook te vinden in vlees, vis en zuivelprodukten. Maar de taurine (afgeleid van het Latijnse woord taurus=stier) in Red Bull wordt niet verkregen uit de testikels van stieren maar is geheel synthetisch. Er zijn echter massa’s mensen die dat niet willen geloven! Het Red Bull drankje is ook omgeven door een reeks andere onbewezen verhalen. Zo zouden de inspecteurs van de Oostenrijkse gezondheidsdiensten het voor consumptie hebben vrijgegeven nadat zij met flinke bedragen waren omgekocht.

Het Red Bull verhaal is slechts een van de vele bizarre samenzweringstheorieën en voorbeelden van “fake nieuws” die ik de laatste paar weken bij mijn lezen ben tegengekomen. Sinds het Corona-tijdperk begon zijn er legio vreemde theorieën bijgekomen over de oorsprong van de pandemie en over de boosaaardige krachten die het erop gemunt hebben ons allemaal ziek te maken. Ik blijf mij erover verbazen hoeveel mensen bereid zijn daarin te geloven.

Ik heb de laatste dagen genoeg over Red Bull gelezen om mij ervan te overtuigen dat het drankje misschien wel effectief is, maar dat het, zeker bij frequent gebruik, niet bepaald gezond is. Dat houd ik wel in mijn achterhoofd als ik denk dat ik even een “boost” nodig heb.

Aanvaard elkaar ter ere van God

Zodra ik mijn (bijna) wekelijkse blog online heb gezet, maak ik daar steeds melding van op mijn Facebook pagina. Er komt gewoonlijk heel weinig commentaar rechtstreeks op mijn blog, maar soms zijn er aardig wat reacties via Facebook. Dat was ook de afgelopen week het geval. Ik had kunnen vermoeden dat het Corona-vaccinatie onderwerp bij heel wat lezers sterke gevoelens oproept. Maar ook nu verbaasde het mij weer hoe controversieel het onderwerp is geworden en hoe moeilijk het is om er redelijk objectief met elkaar over te praten.

Het lijstje met dingen waarover je beter niet met anderen kunt praten—-met inbegrip van familie, vrienden en goede kennissen—-breidt zich gestaag uit. Het verschilt wel van land tot land, maar ik heb de indruk dat de lijstjes van moeilijke onderwerpen internationaal steeds meer op elkaar gaan lijken. Ik heb de laatste jaren meermaals ervaren dat ik in sommige landen maar beter niet naar de politieke kleur van mensen kan vragen en een reeks van gevoelige politieke onderwerpen maar liever niet moet aanraken, als ik de goede verstandhouding niet in gevaar wil brengen. Helaas zie ik dat dit in Nederland ook steeds meer het geval is. Zodra “rechts’ georiënteerde mensen vermoeden dat je “links” bent—of omgekeerd—is een prettig gesprek meestal niet meer mogelijk. Vroeger maakten de meeste Nederlanders er geen geheim van tot welke politieke partij ze behoorden en hoe ze bij een verkiezing gingen stemmen. Nu is het politieke landschap veel complexer geworden en is het vaak niet raadzaam om anderen te vertellen naar welke partij je voorkeur uitgaat, vooral wanneer die nogal ver van het “midden” afwijkt.

Tot de andere onderwerpen in het rijtje van riskante gespreksonderwerpen behoort seksuele geaardheid. Als je niet tot de doorsnee heteroseksuele bevolking behoort, kan je in veel kringen helaas nog steeds maar beter zwijgen over het feit dat je homo, lesbisch of trans bent. Maar ook het gesprek over seksuele geaardheid in het algemeen kan heel gemakkelijk (vooral in conservatief-christelijke gelederen), voor een uiterste onplezierige sfeer zorgen.

Ook gesprekken over geloof en theologische onderwerpen zijn dikwijls verre van veilig. “Liberalen’ en “conservatieven”—-of welk etiket men ook gebruikt—-noemen elkaar misschien nog steeds “broeders” en “zusters”, maar laten van enige genegenheid vaak bar weinig merken bij de keiharde confrontaties via de sociale media. En een “gewoon” gesprek tussen mensen aan de verschillende kanten van het theologische spectrum is in veel gevallen ook onmogelijk. Zorgvuldig naar elkaar luisteren om eventueel ook nog wat van elkaar te willen leren is een nogal zeldzaam verschijnsel geworden.

En nu is er dan ook de polarisatie ten aanzien van vaccinatie. Voor sommigen is de beschikbaarheid van de vaccins een zegen waarvoor ze God dankbaar zijn. Zij betreuren dat er zoveel mensen zijn die zich niet willen laten inenten en vertrouwen erop dat de overheid alles uit de kast wil halen om mensen ertoe te bewegen (of zelfs te dwingen) de prikken te gaan halen, om zodoende erger te voorkomen. Voor anderen zijn de vaccins eerder een duivels middel, waarachter allerlei gevaarlijke organisaties schuilgaan waarvan christenen alleen maar verder onheil kunnen verwachten. Elk zinvol gesprek tussen vertegenwoordigers van de verschillende standpunten is vrijwel onmogelijk geworden. De reacties op mijn blog van vorige week bevestigden dat nog weer eens. Niemand is in staat iemand van “de andere partij” te overtuigen.

De apostel Paulus gaf tweeduizend jaar geleden een dringende aanbeveling die nog steeds op ons van toepassing is. We lezen in Romeinen 15:7: “Aanvaard elkaar daarom ter ere van God, zoals Christus u heeft aanvaard.” Misschien moeten we dat in onze context vertalen als: “Blijf met elkaar in gesprek, ook als je het niet met elkaar eens bent, maar bewaar daarbij de onderlinge vrede. Bedenk hoe Christus ons steeds heeft aanvaard ondanks alle betreurenswaardige eigenschappen die we hebben en bedenkelijke meningen die we erop nahouden!”

Ik vind het niet gemakkelijk om dat in praktijk te brengen. Ik heb duidelijke meningen (ook ten aanzien van de andere, hierboven genoemde, punten die zo vaak stevige onenigheid veroorzaken) en heb er dikwijls grote moeite mee het standpunt van anderen te billijken. Maar het minste wat we allemaal toch moeten proberen te doen is elkaar, “ter ere van God,” te blijven aanvaarden en te respecteren. (Intussen lijkt het mij goed in mijn volgende blogs het Covid onderwerp maar eventjes te laten rusten.)

Gezocht: 150 miljard euro

Vanaf het begin was Covid-19 een wereldwijd probleem. We ontdekten al snel dat een pandemie niet stopt bij de landsgrenzen, zeker niet in een tijdperk waarin elke dag miljoenen mensen het vliegtuig nemen. Nieuwe varianten van het virus hebben slechts enkele dagen nodig om zich naar verre oorden te verspreiden. Toen enkele dagen geleden twee vliegtuigen uit Zuid-Afrika zo’n 600 passagiers naar Schiphol brachten, was de angst voor de omikron-variant voor de Nederlandse autoriteiten aanleiding om alle binnenkomende passagiers extra te laten testen. 61 van hen testten positief, van wie 13 de nieuwe variant bij zich hadden.

Het wordt met de dag duidelijker dat we de pandemie niet tot staan zullen brengen uitsluitend door de beperkingen in ons eigen land of onze regio van de wereld. Hoewel de discussie over de doeltreffendheid van de vaccins op langere termijn voortduurt, zijn de deskundigen het er in hoge mate over eens dat onze beste hoop om het virus de baas te worden een vaccinatie op wereldschaal is. In een aantal van de “rijke” landen van de wereld is de vaccinatiegraad bemoedigend en is aangetoond dat gevaccineerde mensen – ook al hebben zij nu misschien een nieuwe “booster”-prik nodig – veel minder kans hebben om ernstig ziek te worden of om aan Covid te overlijden dan degenen die, om welke reden dan ook, (nog) niet zijn ingeënt. De vaccinatiegraad in de meeste armere landen van de wereld blijft ver achter bij die in de meer welvarende landen. In enkele Afrikaanse landen heeft tot op heden nog niemand de anti-Covid prik gekregen. De internationale COVAX-organisatie, die door de VN wordt gesponsord, betreurt de trage reactie van de meeste rijkere landen bij het verstrekken van de financiële middelen om de 92 landen bij te staan die hulp nodig hebben om de pandemie te bestrijden.

Toen ik de afgelopen dagen herhaaldelijk over dit probleem nadacht, begon ik mij af te vragen waarom het zo’n probleem is om genoeg vaccins aan te schaffen voor elke man en vrouw in de armere delen van de wereld. Ik maak natuurlijk geen aanspraak op enige deskundigheid op dit gebied, maar een eenvoudige rekensom bracht mij tot een voorzichtige conclusie.

De eerste vraag is natuurlijk wat een wereldwijd vaccinatieproject zou kosten. Laten we aannemen dat de bevolking in de armere landen 2 miljard mensen bedraagt. Dat betekent dat we voor het project (inclusief een booster-prik) 6 miljard doses nodig zouden hebben. Juist deze week heeft de Belgische staatssecretaris van Volksgezondheid informatie gegeven over de kosten van de verschillende vaccins. De prijs varieert van € 1,78 voor Astra-Zeneca tot € 18,00 voor Moderna, met BioNtech/Pfizer ertussenin op € 12,00. Laten we dus uitgaan van een gemiddelde prijs van zo’n € 10 per injectie. De rekening voor de vaccins voor deze 2 miljard mensen zou dan ongeveer 60 miljard euro bedragen.

Vorige week hoorde ik een deskundige in een praatprogramma op TV zeggen dat de werkelijke kosten voor een grootschalig vaccinatieprogramma in een ontwikkelingsland veel meer zouden zijn dan alleen de kosten van de vaccins. Het gaat ook om de kosten van naalden en alle andere materialen die nodig zijn. Deze landen zouden tevens hulp nodig hebben bij het opzetten van de nodige organisatie, en waarschijnlijk een groot aantal mensen om het programma uit te voeren. De deskundige stelde voor dat er waarschijnlijk ten minste een extra bedrag nodig zou zijn dat gelijk is aan de kosten van de vaccins. Ergo, onze begroting zou stijgen tot ten minste 120 miljard euro. In het besef dat bij internationale projecten de begroting altijd wordt overschreden, stel ik voor dat we daar nog eens 30 miljard aan toevoegen, zodat het totaal op 150 miljard euro komt.

Een bedrag van deze omvang kunnen we als individuen niet goed behappen en het is begrijpelijk dat de nationale regeringen voorrang geven aan nationale uitdagingen. Het is echter in het directe belang van hun eigen bevolking om het virus overal ter wereld een halt toe te roepen. En vanuit een mondiaal perspectief lijkt de financiering van een dergelijk project, zelfs als het gaat om een bedrag van 150 miljard euro, perfect haalbaar.

Vanmorgen las ik in mijn krant dat een wereldwijde lock-down – wat een reëel risico is als we niet snel in actie komen – zou neerkomen op een maandelijks economisch verlies van 375 miljard euro.
En, vergelijk deze 150 miljard euro eens met de wereldwijde militaire uitgaven die momenteel meer dan 2 biljoen dollar bedragen, met de VS met 778 miljard dollar als de grootste spender!

Als 150 miljard dollar wordt verdeeld over de rijkste landen, zou de rekening voor Nederland misschien 5 miljard euro bedragen. Maar, laten we royaal zijn en zeggen dat Nederland verantwoordelijk zou kunnen zijn voor 10 miljard euro. Verspreid over 2 jaar zou dat een jaarlijkse bijdrage van 5 miljard euro zijn, wat toevallig hetzelfde bedrag is als de Nederlanders hebben uitgegeven aan extra boodschappen tijdens Black Friday (de stupide rage die wij uit Amerika hebben geïmporteerd!). En 5 miljard is slechts ongeveer 1,5 procent van de Nederlandse nationale jaarbegroting.

Het kan zijn dat ik veel factoren over het hoofd heb gezien – zoals ik al zei, ik heb geen expertise op dit gebied. Het lijkt mij echter dat de “rijkere” landen er veel baat bij zouden hebben het COVAX-programma meer te steunen dan zij nu doen. Maar er is een andere, misschien nog wel belangrijkere reden om armere landen in staat te stellen hun bevolking in te enten. Mensen moeten solidair zijn, vooral in tijden van diepe crisis. En daarom moeten we alles doen wat in ons vermogen ligt om ervoor te zorgen dat onze medemensen overal ter wereld zo goed mogelijk beschermd worden tegen de huidige pandemie.

Voor christenen zou er geen extra duwtje in de rug nodig moeten zijn om hen ervan te overtuigen dat wereldwijde solidariteit een basisbeginsel is van de christelijke godsdienst. Religieuze leiders zouden daarom het voortouw moeten nemen bij het aansporen van nationale en internationale politieke leiders om een wereldwijd vaccinatieprogramma mogelijk te maken. En sommige kerkgenootschappen kunnen misschien zelfs een concrete bijdrage leveren door personeel en zelfs enige fondsen ter beschikking te stellen. De Adventkerk met haar wereldwijde gezondheidssysteem kan misschien niet helpen met een groot geldbedrag (hoewel er met een wereldwijd inkomen van meer dan 2 miljard dollar misschien wel wat geld overblijft), maar zij kan wel veel deskundigheid inbrengen en een aanzienlijk aantal medische medewerkers beschikbaar stellen. Het zou geweldig zijn om dat te zien gebeuren.

PS. Het is goed te vermelden dat ADRA al in veel landen actief is bij hulpverlening in het kader van de Covid-19 pandemie.

Verantwoord preken

Het is donderdag. Mijn preek voor de komende sabbat is klaar. Sterker nog, ik heb er een paar dagen geleden de laatste hand aan gelegd. Ik vermijd consequent om op het allerlaatste moment nog aan mijn preek te moeten werken. Dat vind ik veel te stressvol. Ik houd van preken en heb preken altijd beschouwd als een voorrecht, maar ook als een grote verantwoordelijkheid. Het Woord overbrengen vraagt geloof en toewijding, maar ook kennis en communicatieve vaardigheden. Preken hebben invloed, vaak ver boven de verwachtingen van de predikant. Het is natuurlijk de bedoeling dat die invloed positief is. De preek moet inspirerend en opbeurend zijn – en moet de toehoorders helpen om de uitdagingen van een nieuwe week aan te kunnen.

Maar preken kunnen ook een negatieve impact hebben en de toehoorders zelfs op een dwaalspoor brengen. Deze week trokken twee voorbeelden van zo’n negatieve invloed mijn aandacht – één in mijn eigen kerkgenootschap (de Adventkerk) en één in een andere geloofsgemeenschap in Nederland.

Een Adventistische predikant in de regio van New York kwam in de problemen nadat hij zijn gemeente had verteld dat een vrouw het eigendom is van haar man en dat de enige vorm van verkrachting die gerechtvaardigd is, die van een vrouw door haar man is. De reactie van de verschillende Adventistische kerkelijke organisaties in de VS was even snel als vereist. Iemand die meent dit afschuwelijke (zelfs misdadige) idee in zijn preek te kunnen opnemen, kan geen predikant meer zijn en moet geen toegang meer kunnen krijgen tot de kansel.

Een Nederlandse predikant die in dienst is van een evangelische organisatie werd plotseling een bekende persoonlijkheid. Hij hield een preek met de titel “The Great Reset”, een term die hij leende van het World Economic Forum dat daarmee een nieuwe wereldorde propageert. In minder dan twee weken tijd is de preek door zo’n 800.000 mensen beluisterd. De preek was gebaseerd op Openbaring 13 – het hoofdstuk dat gaat over het beest, het beeld van het beest en het merkteken van het beest. Er werd niet verwezen naar de machten en verschijnselen die gewoonlijk genoemd worden in Adventistische interpretaties van dit hoofdstuk van de Bijbel. De predikant waarschuwde zijn toehoorders dat zij hun ogen goed open moeten houden en zich bewust moeten zijn van wat er in de wereld gaande is. Er zijn, zegt hij, machten aan het werk die ons onze vrijheid willen ontnemen. Recente gebeurtenissen in het Corona-tijdperk hebben laten zien hoe gemakkelijk dit kan gebeuren. De preek kreeg veel publiciteit – voornamelijk negatief. De organisatie waarbij de voorganger in dienst is, heeft inmiddels haar verontschuldigingen aangeboden en duidelijk gemaakt dat de boodschap die deze voorganger bracht, bijbels gezien niet deugde.

Twee voorbeelden van preken die niet gepreekt hadden mogen worden! Twee voorbeelden van predikanten die er een dubieus soort theologie opnahouden! De Adventpredikant was besmet met de zogenaamde “headship theologie” die niet alleen veel Adventisten ervan heeft overtuigd dat vrouwelijke predikanten niet ingezegend mogen worden, maar die uiteindelijk ook leidt tot de overtuiging dat vrouwen het eigendom zijn van hun echtgenoten en als zodanig behandeld kunnen worden. De evangelische predikant negeerde een van de grondregels van het preken, namelijk dat een preek altijd gebaseerd moet zijn op de zorgvuldige exegese van een bijbelgedeelte en niet op eigen creatieve ideeën. Hij koos een Schriftgedeelte en koppelde dat aan de gevoelens van onbehagen die hij in de samenleving waarneemt, en speculeerde wild over mogelijke toekomstige ontwikkelingen in de samenleving. Deze speculaties bevatten elementen die alleen maar kunnen worden omschreven als samenzweringstheorieën. Helaas is dit een tendens die zich voordoet in een groot deel van het evangelisch christendom en – ook in Nederland – in een groeiend aantal andere protestantse gemeenten.

Deugdelijke theologie die zich onthoudt van speculatie en sensatie moet de basis blijven van verantwoorde prediking. Dit is iets wat de individuele predikant altijd in gedachten moet houden en wat de organisatie waarbij hij/zij in dienst is voortdurend moet benadrukken en eisen.