Monthly Archives: Maart 2009

Zeewolder theologie

 

Er zijn nogal wat soorten theologie. Ik noem er een paar: systematische theologie, bijbelse theologie, nieuwtestamentische theologie, oudtestamentische theologie, historische theologie, praktische theologie, narratieve theologie, enz.

Natuurlijk kan je ook anders te werk gaan en vooral op de kerkelijke herkomst van de theologen letten: katholieke theologie; protestantse theologie, calvinistische theologie, baptistische theologie, adventistische theologie, enz.

Of je kunt letten op de algemene theologische oriëntatie: liberale theologie, neo-orthodoxe theologie , post-liberale theologie, fundamentalistische theologie, proces theologie, enz.

Of je kunt vooral de tijd waarin een theologische richting is ontstaan als uitgangspunt nemen: middeleeuwse theologie, thomistische theologie, moderne theologie, postmoderne theologie, enz. Of de specifieke sociale achtergrond waarmee de theologie is verbonden: feministische theologie, zwarte theologie, bevrijdingstheologie, enz. En dan zou je natuurlijk ook nog kunnen kijken naar islamitische theologie, boeddhistische theologie, enz.

Maar er is ook een type theologie waarop je het etiket ‘lokale theologie’ zou kunnen plakken: de Koreaanse minjun-theologie, de Indiase water-buffalo theologie, de kokosnoot theologie van de eilanden van de Pacific, enz. In deze categorie van ‘lokale theologie’ ben ik al jaren sterk geïnteresseerd. En dat is dan ook de reden waar ik een deel van het weekend heb besteed aan het lezen van een boeiend boek over de Australische ‘regenboog’ theologie van Aboriginal-christenen. Het is fascinerend te ontdekken hoe christenen in allerlei gebieden weigeren nog langer met westerse ogen naar de Bijbel te kijken en met geïmporteerde westerse termen theologie te bedrijven, maar op zoek gaan naar beelden en symbolen die zeggingskracht hebben binnen hun eigen cultuur.

Het lijkt wat vreemd: zoveel soorten theologie. Het is, zeker voor de leek, nogal verwarrend. Iemand zei eens: Je kunt theologen net zo goed in twee klassen indelen: Zij die in Californië wonen en zij die daarheen zouden verhuizen als ze de kans kregen.

Maar het feit dat er zoveel verschillen soorten theologie zijn wijst tegelijkertijd op de geweldige rijkdom van ons spreken over God. De middeleeuwse theoloog Anselmus gaf eens deze tijdloze definitie van de theologische wetenschap: Theologie is geloof dat zichzelf wil begrijpen. En zodra mensen zich serieus met hun geloof in God gaan bezighouden zijn er een onuitputtelijk aantal invalshoeken om het geloof beter te verstaan. Voor veel mensen (en dat geldt ook voor mij), is de openbaring die God heeft gegeven in de bijbel en die we hebben gekregen in Christus, het vaste uitgangspunt en daarom vallen heel wat theologische modellen door de mand, omdat ze daarvan zijn afgedwaald. Maar dat je probeert vanuit een specifieke optiek naar je geloof te kijken is niet alleen legitiem, maar ook verrijkend.

Theologie ontstaat altijd in een bepaalde concrete situatie die bepaald wordt door tijd en omstandigheden. Dat is niet alleen goed. Dat is ook nodig want onze theologie moet aansluiten bij het leven van alledag. Daarom mag (moet!) er ook een Nederlandse adventistische theologie zijn—een theologie die put uit de algemene christelijke theologische tradities en uit het rijke wereldwijde adventistische geloofsbezit, maar die adventisten in Nederland richting geeft bij hoe hun geloof in het Nederland van 2009 kan worden verwoord en beleefd. Je zou zelfs kunnen zeggen dat ik als inwoner van Zeewolde een Zeewolder theologie nodig heb—want hier moet ik binnen de context waar ik leef mijn christen- en adventist-zijn handen en voeten geven.

Een paar dagen geleden kregen we een boeiend voorbeeld van een ‘lokale’ theologie voorgeschoteld. Een oecumenisch projectkoor van Zeewoldenaren gaf een uitvoering van een door een plaatsgenoot geschreven oratorium. Prachtige nieuwe religieuze liedteksten met spannende muziek die anderhalf uur lang het publiek vertelden van de strijd die zoveel mensen van tegenwoordig doormaken als ze oude zekerheden verliezen en moeizaam op zoek gaan naar een nieuwe manier om God te ontmoeten en weer durven hopen dat hun leven zin heeft. Ja, ook dat is lokale theologie.]

 

Leve het compromis

 

Balkenende is niet de enige die van kleurloze compromissen wordt beschuldigd. Dat is ook vaak mijn lot geweest toen ik nog wat in de kerk te zeggen had. En zelfs deze week nog gebeurde het tot twee maal toe dat me, in het kader van bepaalde activiteiten die me momenteel van de straat houden, werd gezegd dat ik altijd probeer te schipperen en op een compromis uit ben.

Nou, eigenlijk vond ik het helemaal niet erg dat ik dat te horen kreeg. Want ik geloof in het compromis. Er zijn natuurlijk principiële zaken waarin je je geweten moet volgen en geen manoeuvreerruimte hebt. Maar meestal gaat het niet om principes maar om pragmatische keuzes. En als je dan moet werken met collega’s die er heel verschillende ideeën opna houden en in een gemeenschap waarin het meestal onmogelijk is iedereen op dezelfde lijn te krijgen, is het de kunst om tot een resultaat te komen waarmee zo veel mogelijk mensen redelijk uit de voeten kunnen. Leve het compromis, zou ik zeggen.

Ik had de afgelopen weken dan ook best wel bewondering voor onze minister-president en zijn naaste kompanen. Want probeer maar eens de ideeën van de regeringscoalitie op één lijn te krijgen, en met een samenhangend pakket van maatregelen te komen als de wensen zo uiteen lopen. De oppositie was uiteraard teleurgesteld dat zij weinig invloed hadden. Maar zij hebben toevallig niet de meerderheid in het parlement. En het enige waarin de oppositie verenigd is, is hun afkeer van het kabinet. Als de SP, de PVV, de VVD en Groen Links, de SGP en de PvdD samen over een pakket van maatregelen hadden moeten komen, was er geheid niets op tafel gekomen. En dan laat ik Trots op Nederland nog maar even buiten beschouwing.

Wilders slaagde er natuurlijk weer eens in ervoor te zorgen dat alle tv-camera’s op hem werden gericht door demonstratief weg te lopen. Eerlijk gezegd heb ik veel liever te maken met politici die moeizame compromissen smeden, maar in elk geval met een plan komen dat ondanks allerlei weinig bevredigende elementen toch op voldoende draagvlak kan rekenen, dan met populistische schreeuwers die weglopen omdat het niet precies gaat zoals zij willen.

Beste kerkbestuurders, zou ik willen zeggen, ik snap wel dat het in de kerk niet altijd gaat zoals ik het heimelijk graag zou willen. Jullie moeten vaak compromissen sluiten omdat er op heel veel punten door verschillende groepen in de kerk niet eensluidend over allerlei zaken wordt gedacht. Dat is een probleem, maar het is er tegelijkertijd ook het bewijs van dat de kerk springlevend is en uit echte mensen bestaat. Ik hoop dat jullie af en toe keuzes maken die mijn voorkeur hebben, maar weet dat dit niet lang niet altijd het geval zal kunnen zijn. Ik hoop dat jullie de moed zult hebben op een aantal punten je nek uit te steken en een heldere koers uit te zetten, maar verder wens ik jullie Gods hulp bij het steeds weer vinden en verdedigen van creatieve compromissen.

 

Taizé

 Op een recente zondagavond zijn mijn vrouw en ik voor het eerst naar een Taizé-dienst geweest. Onze buren vertelden ons dat er ook in Zeewolde om de vier weken een Taizé-dienst wordt gehouden in een plaatselijke kerk. Aangezien we nog nier eerder bij in een dienst in die kerk waren geweest en ook wel nieuwsgierig waren naar hoe een Taizé-dienst nu eigenlijk verloopt, gingen we een kijkje nemen. We waren wat aan de vroege kant en er was nog bijna niemand toen we arriveerden. Maar gaandeweg kwamen er bezoekers, uiteindelijk ongeveer zo’n zeventig—voor een groot deel jongeren. Dat laatste verraste me wel. Ik zal er nog wel eens heen gaan, want de sfeer sprak me wel aan, al is het steeds weer herhaald mantra-achtig zingen van een paar versregels niet zo aan mij besteed.

Van een Nederlandse collega weet ik dat hij elk jaar een weekje gaat bijtanken in Taizé. Hij heeft er veel aan, zei hij laatst nog tegen mij. Een paar weken geleden zag ik op Newbold op het prikbord in de theologische afdeling een aankondiging van een groepsreis naar Taizé die vanuit Newbold wordt georganiseerd. En zo af en toe hoor ik van andere adventisten dat ze in Taizé zijn geweest en daar gewoonlijk positieve ervaringen aan hebben overgehouden.

Dit is eigenlijk wel een opmerkelijke ontwikkeling. Want Taizé is niet alleen niet-adventistisch, het is oecumenisch (voor sommigen een vies woord) en van oorsprong katholiek (nog erger). In mijn zojuist aangeschafte nieuwe editie van de Christelijke Encyclopedie (voor een prikje te krijgen in de ramsj) lees ik dat Taizé opgericht werd in 1950 door Roger Schutz. Het kwam voort uit een opvang voor vluchtelingen van het Nazi-regime, maar werd omgevormd tot een charismatische, oecumenische communiteit. die zich vooral op jongeren richt.

Is het een goede ontwikkeling dat ook adventisten zich van tijd tot tijd laten inspireren door wat buiten hun eigen kerkgrenzen wordt aangeboden? Feit is dat het steeds meer gebeurt. Om een voorbeeld te noemen: Hoeveel Nederlandse adventistische jongeren naar de EO-jongerendag gaan is niet bekend, maar het zijn er heel wat. Dat lijkt mij best positief.. Want gelukkig zijn er veel christenen met wie we veel gemeenschappelijk hebben en vaak leggen zij accenten die wij wat verwaarlozen.

Maar laten we tegelijkertijd ook niet schromen mensen uit te nodigen om bij ons een kijkje te komen nemen. Want ook wij hebben veel te bieden en helaas is dat nog niet zo ver doorgedrongen als wenselijk zou zijn. En zou een Adventgemeente ergens in het land niet eens het initiatief kunnen nemen om (op een avond in het weekend!) laagdrempelige diensten te organiseren—Taizé-achtig wellicht, maar met een eigen accent (in liederen en gekozen bijbelgedeelten en wellicht een super-korte overdenking)? Er zijn overal mensen op zoek zijn naar spiritualiteit—en misschien komen er zelfs mensen op af die zichzelf nog adventist noemen maar die we al jaren niet in de reguliere diensten hebben gezien! Is het het proberen waard?

 

Een jaar bijbels leven

 

Ik ben geen regelmatige lezer van het tijdschrift Happinez. Maar toevallig kreeg ik onlangs tijdens een ziekenhuisbezoek een exemplaar van dit (heel succesvolle) blad in handen. Mijn oog viel op een boekbespreking die mijn belangstelling wekte. Thuisgekomen besloot ik naar de website van bol.com te gaan en het boek te bestellen in zijn originele Amerikaanse versie. Het heet: The Year of Living Biblically. De auteur, A.T. Jacobs, is een Amerikaanse journalist die op een gegeven moment besloot de bijbel grondig van Genesis tot Openbaring door te lezen en alle regels die hij daarbij tegenkwam te noteren en deze vervolgens een jaar lang zo goed mogelijk in de praktijk te brengen.

Het verslag van dit merkwaardige experiment is een boeiend boek geworden dat ‘leest als een trein.’ Het is tegelijkertijd amusant en fascinerend te lezen hoe de schrijver meer dan 700 regels heeft gevonden en hoe ingewikkeld het is om die (bijna) allemaal in de praktijk toe te passen. Het woord ‘bijna’ moet wel worden toegevoegd, want het uitvoeren van sommige regels zou een forse overtreding van het Amerikaanse strafrecht betekenen. Je mag ook in Amerika nu eenmaal geen mensen met grote keien stenigen of jezelf castreren.

Maar Jacobs deed zijn uiterste best. Hij liet zijn baard onbelemmerd groeien, hield zich aan alle spijs- en reinigingswetten en aan alle seksuele voorschriften. Dat betekende o.a. dat hij thuis meestal moest blijven staan in plaats van te kunnen gaan zitten, omdat de Bijbel nu eenmaal aangeeft dat je niet mag zitten op een stoel waarop een menstruerende vrouw heeft gezeten. Hij zorgde ervoor dat hij geen kleding droeg die van verschillende soorten vezels was gemaakt en dat er op de juiste plaats kwastjes aan bevestigd waren. Hij besloot elke dag tenminste drie keer tien minuten te bidden (ook al had hij dat nooit eerder gedaan) en natuurlijk had hij een in elkaar gevouwen print-out van de Tien Geboden op zijn voorhoofd geplakt. Hij besloot kleine kiezelsteentjes te gooien in de richting van mensen van wie hij wist dat ze in overspel leefden. Hij besloot tienden te gaan geven van zijn inkomen en de sabbat te gaan houden. Enzovoort. Enzovoort.

Twee dingen frappeerden me in het bijzonder. Het experiment onderstreepte dat in feite niemand de gehele Bijbel helemaal letterlijk neemt. Wie dat wel probeert te doen, zo blijkt, belandt in de onmogelijkste situaties. Iedereen maakt een keuze wat hij uit de Bijbel wil oppakken en vervolgens besluit na te leven en wat hij besluit te negeren. Bij het lezen van het boek bevestigde dat bij mij allengs het besef dat dit ook voor mij geldt—ook ik neem niet alles letterlijk en maak een selectie ten aanzien van wat ik in de praktijk wil brengen. Het is dus zaak is goed te weten waarom ik bepaalde bijbelse voorschriften wel en waarom ik andere niet belangrijk genoeg vind om in de praktijk te brengen.

Het andere wat mij (uiteraard) boeide was Jacob’s conclusie dat een jaar bijbels leven hem, ondanks alle uitdagingen, beslist een beter mens had gemaakt en dat hijzelf en zijn vrouw de sabbat wilden blijven vieren. Een dag van echte rust was een ervaring die ze nooit weer willen missen! Het doet een sabbatvierder uiteraard goed dat te lezen.

Zo zie je maar dat het doorbladeren van Happinez zijn nut kan hebben. Trouwens, christenen die zich een beetje willen verdiepen in hoe ‘postmoderne’ mensen denken doen er goed aan zo af en toe dit tijdschrift eens te lezen. Het is gebaseerd op een formule die er bij de geseculariseerde, maar wel spirituele, mens van nu even soepel ‘ingaat’ als vroeger de Bijbel in de spreekwoordelijke gereformeerde ouderling!

 

Overleven we de crisis?

 

Gisteren verlaagde de Bank of England het basisrentetarief naar 0,5 procent. Dat is het laagste niveau ooit. Tegelijkertijd werd bekend gemaakt dat er een andere onorthodoxe maatregel wordt genomen om de financiële crisis tegen te gaan, namelijk het drukken van nieuw geld—en niet minder dan 75 miljard pond.

Het Verenigd Koninkrijk is er slecht aan toe. Het wordt zwaarder getroffen door de crisis dan het vasteland van Europa. Eigen schuld, dikke bult, zou je kunnen zeggen. Hadden ze ook de euro maar moeten invoeren. En geld drukken, nou ja! Dat brengt toch alleen maar inflatie? Misschien is het niet zo simpel en moet ik als leek een dergelijk oordeel aan de deskundigen overlaten. Maar, aan de de andere kant: ik hoor die deskundigen steeds weer zeggen dat zij het eigenlijk ook niet weten hoe het verder zal gaan. Dus is mijn oordeel misschien toch uiteindelijk net zo veel waard als het oordeel van allerlei professoren in de economie die steeds door de nieuwsrubrieken worden aangesleept.

Als ik in alle bescheidenheid het alarmerende nieuws van elke dag aanhoor en een plaatsje probeer te geven, komen een paar gedachten steeds weer naar boven borrelen:

1. Gaat het echt zo slecht als ons wordt aangepraat? Wereldwijd worden nu een kwart minder auto’s verkocht dan een jaar geleden. Dat zijn nog steeds heel veel auto’s. Als je oppervlakkig naar het nieuws luistert zou je denken dat er geen nieuwe brik meer geleverd wordt.

2. Het gaat niet overal slecht. Zouden we dat ook eens wat meer kunnen horen? Ahold en Super de Boer maakten gisteren prima winstcijfers bekend. De duurdere restaurants hebben een dip, maar de cafeteria’s doen het juist heel goed en er worden momenteel meer bitterballen en kroketten verkocht dan ooit.

3. De huizenprijzen dalen. Ja, dat is jammer als je je stulpje wilt verkopen. Maar was het geen tijd dat er een correctie kwam en de bubbel werd doorgeprikt en het ook weer wat gemakkelijker wordt voor de ‘starters’?

3. De oplossing die van alle kanten wordt gesuggereerd is dat banken weer meer geld moeten gaan uitlenen en dat consumenten meer moeten besteden. Maar is dat echt de kant die we op moeten? Moeten we (vooral als consumenten) echt meer lenen? Dat was toch het probleem, waardoor alles begon?

4. Is het voor de meesten van ons zo’n ramp als we een tijdje een paar procent minder hebben? Zo lang we gezamenlijk oppassen dat we de mensen met de allerlaagste inkomens niet treffen en niet plotseling gaan bezuinigen op onze hulp aan de ontwikkelingslanden, is het individueel en collectief aantrekken van de broekriem voor enige tijd toch wel te overleven?

5. Zouden we niet een tikkeltje dankbaarder kunnen zijn (en dat geldt vooral voor allen van ons die zich christenen noemen) voor wat we allemaal wél hebben?

Mijn vrouw en ik ontdekten de afgelopen week dat er een nieuw restaurant is geopend in onze woonplaats Zeewolde. De zeetong smaakte er voortreffelijk. In betere tijden had hij waarschijnlijk een paar euro extra gekost. Dat was toch weer mooi meegenomen.

[Ik ga me nu eerst verder voorbereiden een druk weekend: vanavond de wijding op Walterbosch. Morgen een preek en een middagprogramma in Antwerpen en zondag naar Kopenhagen om daar maandag de Deense predikanten een dagje toe te spreken.]