Luxemburg

 

In Rollingen-Mersch, een klein plaatsje in het centrum van Luxemburg (ik bedoel het land, niet de stad met die naam) staat het kleine kerkje van de zevende-dags adventisten. Het is de enige Adventkerk in het ongeveer een half miljoen inwoners tellende groothertogdom.  De gemeente telt er zo’n zestig leden. Het is voor protestantse groeperingen haast onmogelijk zich een plaatje te veroveren en enige groei te realiseren in het hyperconservatieve katholieke landje. En dat geldt ook voor de adventisten.

 

Op zaterdag j.l. was ik de gastspreker in deze gemeente. Gezien het fysieke en vooral psychologische isolement van de gemeente is het voor de leden belangrijk dat ze zo af en toe signalen ontvangen dat de rest van de wereld beseft dat er ook adventisten in Luxemburg zijn. Het was duidelijk dat mijn komst op prijs werd gesteld en voor mijzelf was het ook een bijzondere ervaring.

 

Ik had het verzoek gekregen om in de middag een presentatie te verzorgen over het moeilijke onderwerp van de drie-eenheid. Dat is best een flinke uitdaging: hoe zeg je iets zinnigs over een dergelijk onderwerp zonder te verzanden in droge theologische formules? Hoe behandel je het thema op een manier dat de mensen die zijn komen luisteren er voor hun eigen leven als gelovige wat aan hebben?

 

Ook ’s morgens was de preek (op verzoek) nogal theologisch van opzet. Daarbij ging het om het wezen van samen kerk zijn. Wat is zo bijzonder aan de kerk dat het van groot belang is om er deel van uit te maken? Ik noemde zeven redenen waarom we niet zonder de kerk kunnen. 

 

Pas op de terugweg dacht ik eraan dat de gemeente Luxemburg zelf in feite een prachtige illustratie is van het unieke karakter van de kerk.  Er komen daar elke week zo’n zestig mensen samen: mannen, vrouwen en kinderen van alle leeftijden. Een minderheid is van Luxemburgse oorsprong. Zij spreken Frans of Duits, of het Luxemburgs dat sinds ruim 20 jaar als een officiële taal geldt.  De diensten zijn tweetalig—alles gebeurt zowel in het Duits als het Frans. Maar bij de Bijbelstudie is er ook een flinke groep die zich van het Portugees bedient. Daarnaast zijn er Russische, Roemeense en Bulgaarse leden en ook zijn er een paar leden uit verschillende Afrikaanse leden. Er zijn tenminste tien verschillende nationaliteiten vertegenwoordigd.

 

Wat hebben deze mensen met al hun verschillende culturele achtergronden gemeen? Ogenschijnlijk niets of heel weinig. Als ze samen in een bus zouden zitten zouden ze niet met elkaar praten en elkaar nauwelijks groeten. Waarom willen ze dan in hemelsnaam op zaterdag een flink deel van hun tijd bij elkaar zijn en doen ze zoveel moeite om met elkaar communiceren? Wat bindt hen op de een of andere manier zo sterk dat ze ondanks alle verschil het gevoel hebben bij elkaar te horen? Het antwoord is: dat is het geheim van de kerk. Terwijl ik in mijn preek iets probeerde te zeggen over het mysterie van de kerk, zat er een treffende illustratie van mijn woorden tegenover me!

 

Ik stelde mezelf de vraag: Als ik in Luxemburg zou wonen, zou ik dan ook wekelijks naar Rollingen-Mersch gaan? Eerlijk gezegd zou ik dat waarschijnlijk als een behoorlijke opgave ervaren, want deze gemeente is duidelijk theologisch heel behoudend en ik zou, denk ik, wel snel tegen wat meningen en gewoonten opbotsen. Ik stel prijs op wat meer ruimte. Maar ja, ik denk toch wel dat ze mij er wel regelmatig zouden zien: want ik zou de kerk—dat wonderlijke verschijnsel van samen kerk zijn met mensen van vaak heel diverse pluimage—niet graag willen missen.