Yearly Archives: 2008

3 van 28

Morgen of overmorgen komt er weer een blog in proza. Nu even een drietal verzen. Ik heb het vage plan om van alle 28 geloofspunten die we als adventistische christenen onderschrijven een kort vers te maken (als de inspiratie daartoe niet voortijdig opdroogt). Zo af en toe moet je je eens afvragen wat het nu voor jezelf betekent dat je een bepaalde reeks doctrines onderschrijft. Dit is op dit moment mijn manier om er weer eens mee bezig te zijn. In de afgelopen 2 weken leverde dat onderstaande vrucht op: gedichten over God–Vader, zoon en heilige Geest. Vorige maand zag de trouwe lezer al een gedicht over de Drie-eenheid.

 

God de Vader

 

God–goed, groot in zijn oppermacht,

uniek en zonder enig vergelijk;

ultiem verheven, buiten ons bereik,

wonend in majesteit en pracht.

 

 

God–eeuwig, van altijd en zonder einde;

zonder een lichaam dat wij kunnen raken,

waar w’ons een beeld van kunnen maken.

want U bent God in alom-tegenwoordigheid!

 

 

Maar bovenal bent U toch God–de Vader

van Jezus Christus, die naar ons toekwam

en alles wat niet deugde op Zich nam.

Hij is is uw Zoon en brengt ons uw genade.

 

En U bent ook de Vader van ons mensen,

die ons omringt met liefde en geduld;

die onze leegte met uw volheid vult.

Wat valt er verder nog te wensen?

 

=========

 

God de Zoon

 

Jezus. Hij kwam als mensenkind

geboren in de tijd, en uit een maagd,

als Iemand die in al zijn vezels draagt

wat Hem met stervelingen bindt.

 

Maar: Jezus, daar gaat God!

want Hij bestond van eeuwigheid

Hij kent geen grenzen, slechts oneindigheid–

in Hem komt alle majesteit aan bod.

 

In hemelsnaam, hoe kan dat samengaan?

Hoe smeed je God- en mens-zijn aan elkaar?

Hoe is het ongelooflijk en toch waar?

Het is te wonderlijk voor menselijk verstaan.

 

Hij is de God die ons van zonde kwam bevrijden–

want dat vergt meer dan menselijk genie:

dat vraag de inzet van Gods Evenkie–

dat vraagt om boven-menselijk lijden.

 

Hij is de mens die naast ons wilde staan,

omdat Hij snapt hoe wij ons voelen,

ook als wij het meestal wel goed bedoelen

maar niettemin steeds weer de mist ingaan.

 

Hij is de god-mens, vleesgeworden Macht,

Hij is de Heer die onze liefde vraagt

en wie er het met Hem op waagt,

krijgt rijkelijk van Hem daartoe de kracht.

=========

 

Heilige Geest

 

Toen alles leegte was, zonder orde,

zweefde de Geest al op de aarde rond.

En toen God zag hoe alles was geworden,

was er de Geest die aard’ en hemel bond.

 

De Geest was druk met inspireren van profeten,

toen God met mensen spreken wilde.

En Hij was ook de stem van het geweten

van wie niet zwaar aan zijn beloften tilde.

 

Toen kwam Messias Jezus, onze Heer.

Hij werd gedoopt vóór d’aanvang van zijn werk

Als duif vermomd daalde de God-Geest neer

op Hem, en later op zijn kerk.

 

Bij zijn vertrek gaf Hij de Geest als pand–

in tongen als van vuur liet Hij Zich zien.

Aan elk van ons gaf Hij met ruime hand

talenten: één, of vijf of soms zelfs tien.

 

Ware aanbidding is in geest en waarheid:

Prijst God dus fier en onbevreesd;

prijst Hem in zijn Drievuldigheid:

looft Vader, Zoon en heil’ge Geest.

Oud en Nieuw

Het Stedelijk Museum De Lakenhal in Leiden is een relatief klein, maar heel boeiend museum—met een interessante collectie in een schitterend historisch gebouw. Dat een museum regelmatig een speciale tentoonstelling organiseert is niets bijzonders, maar de tentoonstelling die van 21 oktober tot 15 februari bezocht kan worden is dat wel. Niet alleen omdat het een buitengewoon veelzijdige (en controversiële) kunstenaar betreft, maar vooral ook omdat de tentoonstelling is opgezet als een parcours door het gehele museum. En zo is het werk van Jan Wolkers overal tussen de eigen collectie te vinden en zijn ook op veel plaatsen op de muren flarden tekst uit literair werk van hem te lezen. In dezelfde zaal als waar het pronkstuk van het het museum—het drieluik van Lucas van Leyden met Het Laatste Oordeel– hangt, dat ooit Jan Wolkers zo fascineerde, zie je ook werk van hem, en dat geldt voor de meeste zalen in het museum.

Gisteren ben ik met mijn vrouw naar de Lakenhal geweest. Als kunstenaar is Wolkers, die vorig jaar op 80-jarige leeftijd overleed, zeker in mijn achting gestegen. Ik kende hem eigenlijk alleen van boeken als Turks Fruit en Kort Amerikaans die ik, zoals zovelen van mijn generatie, in mijn jongere jaren las, vooral aangetrokken door de voor die tijd wel heel sappige gedeelten. Ook had ik wel eens wat foto’s gezien van zijn glazen kunstwerken, maar nauwelijks van enig beeldhouwwerk en ik had eigenlijk nooit kennis gemaakt met zijn schilderijen. En vooral de schilderijen uit zijn latere periode waren een positieve verrassing. Wat je ook van hem denkt, hij was een veelzijdig talent die wel het een en ander kon en die met allerlei verschillende materialen en technieken uit de voeten kon.

Uit dat laatste zou je natuurlijk een mooie geestelijke les kunnen putten. Je zou kunnen zeggen dat je als gelovig mens erop gericht moet zijn om uit alle materialen die je om je heen en in je leven aantreft, zelfs als die op zich zonder veel waarde zijn, iets moois te maken. Maar die toepassing sla ik nu even over. Ik moest tijdens mijn rondgang gisteren door het museum gisteren plotseling denken aan een tekst uit het Matteüs-evangelie. In 13:52 (dat heb ik zojuist even opgezocht) staat een losse en heel korte parabel, waarin Jezus het Koninkrijk van God vergelijkt met een Farizeeër die een leerling van Hem is geworden en die nu uit zijn schatkamer oude en nieuwe kostbaarheden tevoorschijn haalt. Kennelijk kunnen die heel goed naast elkaar bestaan en moet het oude niet ten prooi vallen aan het nieuwe en omgekeerd. En ziedaar een prachtige illustratie: het nieuwe van Jan Wolkers tussen het oude van de Hollandse meesters.

Eigenlijk is dat ook het ideaalbeeld dat ik heb van de kerk. Voor mij moet de kerk een plaats zijn waar het oude dat echt waarde heeft zijn vaste plaats heeft en houdt. Maar je bewaart natuurlijk niet alles wat oud is, enkel en alleen maar omdat het oud is. Je koestert datgene wat duidelijk waarde heeft. Maar ook het nieuwe moet ruim baan krijgen. Soms is het wat moeilijker om van het nieuwe te zeggen wat uiteindelijk zijn waarde zal houden, maar het moet toch zijn plaats vinden tussen het oude. Wanneer het oude en het nieuwe op een doordachte manier samengaan verandert het geheel in iets dat een stuk dynamischer, verrassender en aansprekender is dan wanneer het oude en het nieuwe, als elkaars concurrenten, strikt van elkaar gescheiden blijven.

Ik was gisteren eigenlijk van plan geweest om de hele dag hard te werken aan een klus waarmee ik bezig ben—als onderdeel van werkzaamheden die ik op part-time basis nog voor de Nederlandse Unie doe. Het betreft het maken van een zaakregister voor de nieuwe Nederlandse editie van het Kerkelijk Handboek dat op het punt staat te verschijnen. Ik ben achteraf blij dat ik dat prozaïsche voornemen heb laten varen en een meer culturele invulling aan het grootste deel van de dag heb gegeven. Maar nu dan, op maandagmorgen, terug naar het zaakregister . . . .

 

Drie-eenheid

 

U bent slechts één, maar U bent niet alleen

U bent de Vader, Zoon en Geest

Wat bent U nu het allermeest?

of wat hebt U zoal gemeen?

 

Bent U nu één of bent U drie?

het moet toch een van beiden zijn!

of zijn het vormen, is het schijn

waarin een mens als ik U zie?

 

Hoe lang ‘k ook denk, ik kom er nimmer uit,

want U bent één en ongescheiden

en toch wil ik uw drieheid ook belijden–

U snapt toch wel dat ik op grenzen stuit?

 

Ik zal met dit mysterie moeten leven

mijn menselijk vermogen schiet tekort,

en schoon het mij vaak mistig wordt

komt U geen tekst en uitleg geven.

 

U zegt alleen: Geloof nou maar–

jouw denkraam is en blijft beperkt,

maar stel je open en bemerk:

Jouw God is groot en wonderbaar.

 

Jouw God is Vader, Zoon en Geest.

Jouw God is drie en Hij is één,

zoals Hij is vind je er geen.

Dus loof Hem: Vader, Zoon en Geest!

 

Goed Nieuws

Een museum zou een veilige plaats moeten zijn, maar dat blijkt niet altijd het geval te zijn. Ruim een week geleden werd een vijfjarig jongetje op klaarlichte dag het slachtoffer van een seksueel delict in het luchtvaartmuseum in Soesterberg. Zodra de ouders het wisten werd de marechaussee gealarmeerd. Deze besloot het museumterrein hermetisch af te grendelen. Alle 2.500 bezoekers moesten zich identificeren voordat ze het museum mochten verlaten. Het verhaal stond de volgende dag natuurlijk in alle kranten. Elke morgen lees ik niet alleen mijn krant, maar kijk ik altijd even naar het televisienieuws en meestal ook naar een aantal kranten-websites om van het laatste nieuws op de hoogte te zijn. Tegen mijn gewoonte in om vooral naar de Trouw- en Volkskrant-website te gaan, klikte ik die morgen zonder duidelijke aanleiding ook de site aan van de Telegraaf.

Nu heb ik een flinke hekel aan het ongenuanceerde, opruiende karakter van de “Krant voor Wakker Nederland” en ben ik misschien wat vooringenomen. Maar mijn oog viel op het artikel over het gebeuren in Soesterberg en op het verbazingwekkende feit dat binnen enkele uren al meer dan 150 mensen een reactie op het stukje hadden “gepost.” Ik vroeg we af wat mensen als commentaar zouden geven en las verder.

Het gemiddelde niveau van de reacties correspondeerde helaas vrij nauwkeurig met de niet al te hoge dunk ik die van de gemiddelde Telegraaf-lezer heb. Sommige reacties waren te verwachten kreten als: “Waar gaat het met onze maatschappij naar toe, als je kind zelfs in een museum niet veilig is.” Enkelen hadden zowaar een goed woord voor de marechaussee die zo prompt en effectief had ingegrepen. Dat moest meer gebeuren. Diverse steden werden genoemd die voor een hardhandige optreden van overheidsdienaren in aanmerking komen. Maar er waren ook een aantal respondenten die in diverse toonaarden betoogden dat dit kennelijk een zorgvuldig geplande politie-oefening was en dat het toch onzinnig was om daarmee op een zondagmiddag de pret van zoveel mensen enkele uren lang te verstieren. Tenslotte waren er ook een flink aantal lezers die als hun mening ten beste gaven dat het gebeurde een typische regerings-truc was om op slinkse wijze zoveel mogelijk privé-gegevens van zoveel mogelijk burgers te verzamelen. Ongetwijfeld, dachten sommigen, zullen we in de toekomst meer van dit soort dingen zien. Iemand beschuldigde de overheid zelfs van regelrechte Nazi-praktijken. Op de aanvankelijke reacties kwamen weer tal van verdere reacties, waarvan er ook een aantal van harte instemden met de gedachte dat er sprake was van een of ander overheidscomplot.

Waarom omarmen zo veel mensen zo enthousiast allerlei complottheorieën? Je ziet dat op het gebied van de politiek. We horen over allerlei sinistere complotten die de huidige financiële crisis zouden hebben veroorzaakt. En, helaas, is ook het terrein van geloof en godsdienst een uitermate vruchtbare voedingsbodem voor de meest uiteenlopende complotten. De verklaringen die gegeven worden voor het geheimzinnig samenspel van allerlei, vaak occulte, krachten en van theologische stromingen waarmee men het oneens is, hebben vaak een hoog Dan-Brown-achtig gehalte: Men neme een paar feiten die controleerbaar juist zijn. Men voege daarbij een potpourri van beweringen die aan obscure bronnen worden ontleend of uit wel zeer verbeeldingsrijke conclusies ontspruiten en men menge dat geheel tot een krachtige toverdrank die menig op sensatie-belust persoon aanspreekt—maar anderen daarentegen in ernstige onzekerheid of zelfs gewetensnood brengt.

Het recept is even succesvol als gevaarlijk. Het resultaat is dikwijls angst en polarisatie. Het voedt verdachtmakingen tegen de leiders van de kerk die, zo zegt men, deze belangrijke waarheden aan de kerkleden onthouden. Het leidt er niet zelden toe dat mensen die voorzichtig de weg terug naar de kerk exploreren, zich weer met aversie afkeren.

Ik werd enkele jaren geleden in alle hevigheid met complottheorieën geconfronteerd op een wijze zoals ik nog niet eerder had meegemaakt. Ik was een van de sprekers tijdens een campmeeting in Canada. Een van de andere sprekers zaaide angst en paniek onder de bezoekers met zijn presentaties van angstaanjagende complotten en noemde daarbij allerlei duistere invloeden waardoor zelfs de kerk geïnfiltreerd zou zijn. Ik had duidelijke aanwijzingen dat deze spreker mij zag als een soort pseudo-jezuïet die op de loonlijst van het Vaticaan staat en de opdracht heeft mee te helpen de Adventkerk van binnenuit uit te hollen. De voorzitter van de conferentie die voor de uitnodigingen verantwoordelijk was riep mijn hulp in om na te gaan hoe hij alsnog een stuk damage-control kon opzetten. Sindsdien ben ik extra allergisch voor mensen die met complottheorieën door de wereld trekken.

Ik ben blij met de inhoud van de Gebedslezingen van dit jaar. Zij ademen een geheel andere geest . Ze gaan over de tekenen van de nabije komst van Christus. De schrijvers van de lezingen leggen er de nadruk op dat de tekenen der tijden tekenen zijn van hoop! De Adventhoop bestaat niet uit kunstig geconstrueerde multi-media presentaties over alom aanwezige katholieke bedriegers en hun door vrijmetselarij gedirigeerde handlangers. Het grootste teken dat Jezus spoedig komt is niet de wijdverbreide New-Age beweging of de dreiging van de een of andere vorm van wereldregering, maar de krachtige prediking van de boodschap dat Jezus spoedig komt aan elke natie en bevolkingsgroep, en in elke taal die op de aardbol wordt gesproken. De boodschap van de gebedslezingen is: Het evangelie is goed nieuws. Ik stem daar van harte mee in.

 

Sonnet

 

Wederkomstverwachting

 

Als wind en water deze aarde slaat

en vuur en onheil dood en doem verspreidt;

als de tsunami wild de zee berijdt,

brengt ons geen slimmigheid nog baat.

 

Waar is de hoop wanneer slechts honger wacht

en aids en kanker aan de mensen vreet?

–als je in wanhoop niet meer weet

of er nog dag is of alleen maar nacht?

 

Dan rest geen hoop, alleen nog het vertrouwen

dat menselijke plannen mogen falen,

maar dat we op God kunnen blijven bouwen.

 

Dus hoop maar op die God die onze zorgen ziet

die mensen hoort in alle tong en talen—

en op zijn tijd een nieuwe toekomst biedt.