Daily Archives: April 28, 2021

Ridder

Omdat ik wist dat het een drukke week zou worden had ik alvast mijn blog voor deze week geschreven. Maar die blog is in de ijskast gegaan tot volgende week, want ik wil even aandacht besteden aan een bijzondere gebeurtenis die mij echt overviel. Op maandagmorgen werd ik met mijn vrouw min of meer ontvoerd naar het gemeentehuis van Zeewolde, waar we werden ontvangen door Gerrit Jan Gorter, de burgemeester van onze woonplaats. Zo langzamerhand begon het me te dagen wat er aan de hand was. De laatste werkdag voor de verjaardag van de Koning is er de traditionele “lintjesregen” en twee vrienden hadden, zo bleek, mij voorgedragen voor een koninklijke onderscheiding en hadden het genoegen om te zien dat mijn naam door het selectieproces was gekomen. En als gevolg daarvan kon de burgemeester mij en mijn vrouw, en de tien gasten die in het geheim op de hoogte waren gesteld en al in de raadzaal op de voorgeschreven Corona-afstand zaten te wachten, mededelen dat het Zijne Majesteit “had behaagd” om mij te benoemen tot “ridder in de Orde van Oranje Nassau.” Wegens de Corona-beperkingen mocht hij mij niet zelf de versierselen opspelden, maar verzocht hij mijn vrouw Aafje dat te doen.

De burgemeester hield een fijne toespraak waaruit persoonlijke betrokkenheid bleek en waarin hij er blijk van gaf dat hij zijn “huiswerk” had gedaan. De opsomming van mijn kwaliteiten en van een hele reeks van dingen die ik in mijn leven heb kunnen doen had wel een tandje minder gekund. Misschien hadden degenen die de voordracht hadden gedaan bepaalde dingen een beetje te stevig aangezet om de kansen te verhogen dat ik door de selectie zou komen. Maar het was allemaal erg sympathiek en de burgemeester had zich zelfs in mijn wekelijkse blogs verdiept om wat meer achtergrondmateriaal voor zijn toespraak te vinden.

De Orde van Oranje-Nassau werd op 4 april 1892 opgericht om Nederlanders in ons Koninkrijk (inclusief de West) te eren die “zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor de samenleving.” Bij die samenleving hoort, in de woorden van de burgemeester, ook zeer nadrukkelijk het kerkelijk aspect. Dit jaar ontvingen 2832 burgers een koninkrijke onderscheiding, van wie ruim 86% werden benoemd tot “lid” van de Orde, en 325 personen in de rang van “ridder”.

De plaatselijke en regionale pers van onze woonplaats en omgeving besteedde uitgebreid aandacht aan de onderscheiding aan vier Zeewoldenaren, onder wie Helma Lodders, lid van de Tweede Kamer voor de VVD, die de onderscheiding in Den Haag uit handen van de kamervoorzitter ontving. Tot mijn verbazing stond ik in het Nederlands Dagblad—de christelijke krant waarop ik zelf ook geabonneerd ben, vermeld met een kort artikeltje, te midden van ca. dertig personen uit het Nederlands kerkelijk leven die ook dit jaar waren onderscheiden.

Ik zal mijn buitenlandse vrienden moeten uitleggen dat “ridder” zijn in deze Nederlandse orde niet dezelfde betekenis heeft als een ‘knighthood” heeft in Engeland en dat ik niet plotseling als “Sir” kan worden betiteld. Ik zal ook niet dagelijks met mijn versierselen mogen pronken, want er zijn duidelijke draagvoorschriften en er is een klein insigne dat in het knoopsgat van een colbert kan worden gepind.

Het ontroerde mij dat twee van mijn vrienden—Bert Slond in Naaldwijk die ik al zo’n 65 jaar ken, en ds Wim Altink, een van mijn meest gewaardeerde collega’s en opvolger als voorzitter van de Nederlandse Adventkerk—het initiatief hadden genomen om mij voor te dragen en daarin veel tijd en energie te steken. Ook het grote aantal warme reacties uit binnen- en buitenland deden mij goed. Het is fijn om af en toe te horen dat je inspanningen voor heel wat mensen iets hebben betekend. Onvermijdelijk is ar natuurlijk ook altijd een enkeling die het allemaal maar bedenkelijk vindt. Op de facebook pagina van de kerk sprak iemand zijn bezorgdheid uit dat het accepteren van een wereldse medaille toch wel de grens overschrijdt die de ontvanger in de sfeer van het verfoeide katholicisme brengt. Hoe dat in elkaar steekt is mij niet duidelijk, maar dat te onderzoeken heeft geen hoge prioriteit. Bij alle lof kan een enkele kritische noot misschien geen kwaad.

Het schrijven van deze blog moest er even zo tussen door. Want deze week (ook vandaag en morgen nog) is er een symposium over “Adventisme en Apocalyptiek”, dat georganiseerd is door de Duitse adventistische universiteit (Friedensau Universiteit), dat me een heel groot deel van de dag (samen met ruim 200 anderen) in Zoom-verband achter mijn laptop houdt. Dagelijks schrijf ik een rapport voor de Spectrum website en vandaag heb ik ook het voorrecht een lezing te houden. Het is maar goed dat ik altijd probeer heel tijdig me op dit soort dingen voor te bereiden. Maar een beetje stressig is deze week wel geworden . . .