Lessen uit het leven van S.N. Haskell

Als ik een nieuw boek zie dat geschreven is door iemand die ik ken ben ik altijd een beetje extra nieuwsgierig. Dat gold dus ook voor een boek van Gerald Wheeler dat onlangs door de Pacific Press in de VS werd uitgegeven. Ik ontmoette Gerald voor het eerst toen ik nu zo’n veertig jaar geleden een congres voor adventistische redacteuren bijwoonde dat gehouden werd in het kerkelijke conferentieoord Glacier View—hoog in de Rocky Mountains. (Die plaats zou later binnen de Adventkerk vooral bekend worden toen kerkelijke leiders met Desmond Ford afrekenden.). Gerald heeft zijn gehele kerkelijke loopbaan doorgebracht bij de Review and Herald Publishing Association en stond bekend als een voortreffelijke redacteur van boeken.

In 2003 verscheen Wheeler’s eerste biografie van een adventistisch leider uit de beginperiode van de kerk: James White: Innovator en Overcomer. Het boek berustte op buitengewoon zorgvuldig onderzoek en gaf een eerlijk, maar hier en daar ook opzienbarend, beeld van James White, de echtgenoot van Ellen White. Het was daarom met nogal hoog gespannen verwachting dat ik aan zijn nieuwe biografie begon: S.N. Haskell: Adventist Pioneer, Evangelst, Missionary, and Editor. Ik werd niet teleurgesteld.

Stephen Haskell (1833-1922) behoorde niet tot de oudste generatie pioniers die uit de Millerbeweging voortkwam. Maar hij was nog wel een van de vele self-made mendie met nauwelijks enige opleiding uitgroeiden tot veelzijdige leidersfiguren. Wheeler volgt Haskell door de verschillende fasen van zijn leven, in allerlei rollen (en vaak dubbelrollen). Hij volgt hem naar de plaatsen waar hij in de Verenigde Staten werkte (eerst in het Oosten, dan meer naar het Westen en uiteindelijk in Californië), en op zijn vele reizen naar Europa en Australië en andere werelddelen—waarbij hij soms maanden of zelfs meer dan een jaar constant onderweg was. Het was het leven van een keihard werkende, honderd procent toegewijde, maar soms ook eigenzinnige man die het dikwijls moeilijk vond raad van anderen aan te nemen. Hij kreeg menige vermaning van Ellen White, maar werd gaandeweg toch een van haar vertrouwelingen en deed haar zelfs, nadat zij weduwe was geworden, een huwelijksaanzoek! Het boek is vooral ook waardevol omdat Haskell steeds wordt geplaatst in de tijd en cultuur waarin hij leefde en tegen de achtergrond van de ontwikkelingen binnen de groeiende wereldwijde Adventbeweging.

Ik kan het boek van harte aanbevelen, vooral aan mensen die (net als ik) heel veel houden van biografieën. Maar ik zou het vooral ook willen aanbevelen aan degenen in de Adventkerk die denken dat de kerk zich veel meer moet spiegelen aan de tijd van de pioniers. De waarheid is dat er in de tijd van Haskell heel veel mooie dingen in de kerk gebeurden en dat er heel veel toegewijde mensen waren die grote offers brachten. Er is veel in de geschiedenis van die tijd wat ons kan inspireren. Maar het boek over Haskell laat ook duidelijk zien dat er veel was wat niet deugde. Er was rivaliteit tussen leiders. Er waren heel vreemde ideeën die verwarring zaaiden. Allerlei projecten mislukten door mismanagement en vaak was de eenheid in de kerk ver te zoeken. Mensen sloten zich bij de kerk aan, maar velen gingen ook weer weg—onder wie ook gerespecteerde leiders.

Eigenlijk verschilt het heden in veel opzichten niet zoveel van het verleden. De kerk is verre van volmaakt en dat geldt ook voor zowel de leiders van de kerk als de ‘gewone’ leden. Dat is geen excuus om dan maar met alles wat gebeurt genoegen te nemen. Maar het boek van Wheeler is wel een waarschuwing om niet te snel te denken dat de kerk vroeger—zeker in de tijd van de pioniers—haast volmaakt was en dat nostalgische terugblikken naar een (vaak geromantiseerd) verleden een panacee zou zijn voor alle problemen en uitdagingen waarmee de kerk nu te maken heeft en in de toekomst mee te maken krijgt.  Laat u, zo nodig overtuigen, door dit boeiende boek van Haskell te lezen (te bestellen via Amazon.com)