Zoektocht in het archief

De wereldorganisatie van de Kerk van de Zevendedags Adventisten is recentelijk begonnen aan een aantal ambitieuze projecten. Een groep theologen werkt momenteel aan een nieuw bijbelcommentaar:  het Seventh-day Adventist International Bible Commentary. Het eerste deel (Genesis) is inmiddels verschenen, zodat men een idee kan krijgen hoe het project er uit gaat zien. Alle andere delen zullen tegelijk verschijnen. Ook is het werk begonnen aan een nieuw SDA Bible Dictionary en aan een nieuwe SDA Encyclopedia. Ik heb het verzoek gekregen om een aantal artikelen te leveren voor zowel het bijbels woordenboek als de encyclopedie. Vorige week heb ik drie van mijn vijf artikelen voor het woordenboek ingestuurd, en deze week heb ik gewerkt aan de zes artkelen die ik voor de encyclopedie op me heb genomen.

Bij de voorbereiding van mijn encyclopedie-artikelen heb ik nogal wat tijd doorgebracht in de archieven van de Nederlandse Unie. Ik was op zoek naar bepaalde details van de geschiedenis van “Oud Zandbergen” en vooral van de theologische school en de middelbare school die daar vanaf 1948 tot in de jaren negentig waren gevestigd. Ook zocht ik naar details van de geschiedenis van het uitgeverswerk in Nederland en van de rol van enkele unievoorzitters in het verleden. Sommige dingen waren gemakkelijk genoeg te vinden. In de afgelopen jaren is veel gedaan om het archief van de kerk op orde te brengen. Maar andere zaken vereisten wat meer speurwerk. Ik besloot alle nummers van het kerkblad (Advent, daarvoor: Adventbode) van enkele tientallen jaren na te pluizen en keek vooral naar overlijdensberichten en berichten over specifieke gebeurtenissen. Ik heb heel wat achterhaald, maar ben nog niet klaar met mijn speurwerk .

het doorbladeren van de jaargangen van de periode 1960-2000 was een interessante klus. Tijdens een deel van die periode was ik zelf de eindredacteur van ons kerkblad. Ik was verrast te zien hoeveel artikelen ik in de loop van de tijd voor het blad schreef. Sommige stukken kon ik mij goed herinneren. Van sommige artikelen heb ik kopieën in mijn eigen “archief”, maar het bestaan van andere artikelen was ik volledig vergeten. Het was heel bijzonder om steeds weer namen voorbij te zien komen van mensen die ik ooit kende maar die nu niet langer bij ons zijn. Ik kwam ook het overlijdensbericht tegen van mijn moeder, waarin ik las dat ik bij haar begrafenis iets had verteld over haar leven.

Wat mij het meest trof, terwijl ik door tientallen jaren heenging, was te zien hoeveel dingen exact hetzelfde zijn gebleven. Sommige problemen zijn steeds met ons meegegaan en nooit opgelost. Maar aan de andere kant is het verbazingwekkend te zien hoeveel er wel veranderd is. Nieuwe gemeenten zijn ontstaan, terwijl andere zijn verdwenen. Instituten floreerden, maar beleefden ook moeilijke tijden en moesten soms hun deuren sluiten. Leiders kwamen en gingen. Financieel ‘vette’ jaren werden afgewisseld met financieel ‘magere’ jaren. Ik las de verslagen van de inzegeningen van collega’s die inmiddels overleden zijn of, net als ik, al jaren geleden met emeritaat zijn gegaan. Van tijd tot tijd waren er periodes met theologische onrust—hetzij van eigen bodem of geïmporteerd—die voor verwarring zorgden, maar gewoonlijk verschoof de aandacht dan wel weer naar andere onderwerpen. Nieuwe vormen van evangelisatie vonden gedurende enige tijd bijval, maar bleken gewoonlijk een beperkte houdbaarheidsduur te hebben.

Aan de ene kant stemde deze exercitie mij somber. Ondanks het harde werk van zoveel mensen; ondanks de tientallen miljoenen guldens en euros die in de loop van de jaren werden geofferd en geïnvesteerd; ondanks de vele nieuwe publicaties; ondanks de vaak tomeloze energie van zowel predikanten als gemeenteleden—ondanks dat alles is de kerk in Nederland een heel kleine geloofsgemeenschap gebleven, die na al deze jaren, nog steeds met allerlei problemen worstelt en nauwelijks impact heeft gehad op de maatschappij. Maar, aan de andere kant, gaf deze exercitie moed en hoop. De kerk heeft allerhande moeilijkheden overleefd. Duizenden mensen hebben een geestelijk onderdak gevonden in onze (helaas verre van volmaakte) geloofskring. En hoewel veranderingen vaak op veel protest stootten en meestal heel langzaam tot stand kwamen, waren er wel degelijk heel wat veranderingen. Misschien (zo hield ik mijzelf voor) moet ik toch nog wat meer geduld oefenen. En intussen moet ik mij voor mijn kerk blijven inzetten, ook al zijn er dingen die mij helemaal niet bevallen. Maar dingen kunnen veranderen! Dat is een van de lessen die de geschiedenis van mijn kerk mij heeft geleerd.

One thought on “Zoektocht in het archief

  1. Angela

    Geduld is een schone zaak. Het lastige eraan is de balans weten te vinden.
    Iemand zei me geregeld: “Als je lang genoeg wacht, dan hoeft het niet meer.”
    Mijn vader probeerde me dikwijls voor te houden: “Haastige spoed is zelden goed. Beter niets gedaan dan half werk begaan.”
    Het zal zijn aan en met hetgeen op je pad komt met je talenten te werken, dan op de handjes te gaan zitten, omdat je het idee hebt dat anderen “niks” uitvoeren of “alles” niks uithaalt.
    “Elk goed werk dat God in ons begonnen is, zal Hij voltooien.” Met dat vertrouwen loopt het wel los met zowel geduld als ongeduld (mits we méér dulden van elkaar dan we nogal eens vergeten te doen).

Comments are closed.