Het medicijn voor een jachtige maatschappij

Toen mijn grootvader de zeventig gepasseerd was kwam hij bij ons in huis wonen. Hij besteedde zijn dagen door wat in de tuin te werken, een stukje te wandelen en in zijn gemakkelijk stoel de krant te lezen. Mijn leven—en dat van heel wat van mijn leeftijdsgenoten ziet er heel anders uit. Mijn agenda staat nog steeds vol met afspraken en op mijn ‘to do’ lijst staan een reeks van projecten waaraan ik de komende tijd hoop te werken: de voorbereiding van preken en lezingen, het schrijven van artikelen en van een of meer boeken. En dan is er een lijstje van mensen die ik graag wil bezoeken en ligt er een stapeltje boeken in de kamer naast mijn stoel die ik de komende tijd hoop te lezen.

Ik ben geen uitzondering. Veel gepensioneerden zeggen dat ze het heel ‘druk hebben’. Er komen zoveel dingen op hen af dat zij zich soms afvragen hoe zij vroeger tijd over hielden om te werken. Soms is er wel sprake van enige overdrijving, maar dat het leven van veel ouderen er nu anders uitziet dan een of twee generaties geleden is ongetwijfeld waar. Gelukkig zijn veel ouderen nu veel fitter dan hun leeftijdsgenoten in vroeger tijden. De gemiddelde levensverwachting is flink omhoog gegaan en de maatschappelijke mogelijkheden en verwachtingen zijn ingrijpend veranderd.

Voor degenen die nog volop aan het arbeidsproces deelnemen is het leven ook steeds drukker geworden. Ooit dachten we dat door de steeds verder toenemende mechanisatie en de daarop volgende computerisering het leven veel gemakkelijker zou worden. Er waren futurologen die voorspelden dat we binnen enkele tientallen jaren nog maar 15-20 uur per week zouden hoeven te werken en dat er voor heel veel mensen zelfs geen werk meer zou zijn, dank zij machines, computers en robots. De gemiddelde werkweek is inderdaad korter geworden en de werkweek is nu voor een groot deel van de beroepsbevolking rond de 40 uur of zelfs iets minder. Maar wat mij vooral opvalt bij de recente protesten van veel beroepsgroepen (met name in de zorg en in het onderwijs) is dat men niet alleen meer salaris wil hebben maar dat men vooral klaagt over de steeds maar stijgende werkdruk. En geleidelijk aan heeft het verschijnsel ‘burn-out’ een epidemische omvang gekregen.

Vaak wordt van werknemers nu verwacht dat zij altijd bereikbaar zijn en is de grens tussen werk en vrije tijd behoorlijk vervaagd. Veel werkzaamheden zijn gemakkelijker en fysiek minder inspannend geworden, maar er moet eindeloos veel meer worden gerapporteerd, geconsulteerd en gecommuniceerd. Veel processen zijn ingewikkelder geworden. Neem bijvoorbeeld de zorg. Er is veel meer mogelijk geworden bij de behandeling van ziekten en het revalideren van mensen, enz. Die ontwikkelingen leveren bij heel veel mensen veel extra werk en flinke stress op.

Ik merk dat ik een wekelijks rustpunt nodig heb. God voorzag dat de mens dit nodig zou hebben en hij schiep de tijd voor de mens in dag-eenheden van zes-plus-een. Na elke zes dagen moest er een periode zijn van rust—-lichamelijk en geestelijk. Omdat ik nog steeds actief ben op de sabbat met preken, komt er van een echte rustdag vaak niet veel terecht. Voor heel wat mensen—-zowel predikanten en leken—-die actief zijn in de kerk is de sabbat vaak niet de oase van rust die zij nodig hebben. Dat is een punt dat niet voldoende aandacht krijgt.

De bijbelse sabbat is vanaf het begin een speerpunt geweest van de adventistische beginselen, maar meer dan ooit is het nu een ‘tegenwoordige waarheid’. De sabbat is een medicijn tegen de druk van het meedogenloze tempo van de eenentwintigste eeuw. Het is duidelijk dat volgens de Bijbel de sabbat op de zevende dag van de week valt, die wij gewoonlijk zaterdag noemen. Maar niet langer is het onze grootste zorg dat mensen begrijpen op welke dag de sabbat valt (hoewel dat geen onbelangrijk detail is), maar dat we mensen ervan kunnen overtuigen dat sabbat vieren een zegen is voor lichaam en geest. De sabbat is Gods geschenk aan de mens en het is zaak dat de mensen van onze tijd besluiten om dat geschenk uit te pakken en ervan te genieten.