Daily Archives: April 14, 2013

Geschiedenis

 

Het was een week vol geschiedenis.  Sinds gisteren is, na tien jaar verbouwen, het Rijks Museum  (ja, zo wordt het tegenwoordig, tegen alle grammaticale regels in, geschreven) weer voor het publiek toegankelijk. En dus kunnen we eindelijk weer de prachtige schilderijen die jarenlang waren opgeborgen of aan andere musea waren uitgeleend, gaan bewonderen, maar ook de kist van Hugo de Groot en ‘het stokje’ van Johan van Oldebarneveld en heel veel andere historische voorwerpen. Toevallig arriveerde gisteren ook mijn nieuwe museumjaarkaart en ik ben dan ook zeker van plan om binnenkort naar ‘het Rijks’ te gaan.

Deze week was ook de week waarin Margareth Thatcher overleed. Zoals verwacht waren er zeer gemengde reacties. Nog steeds zijn er Britten—maar ook anderen—die haar verafgoden. Maar er zijn ook nog steeds heel veel mensen die haar verafschuwen. Ik behoor tot die laatste categorie. Toen ik (van 1994 tot 2001) in het Verenigd Koninkrijk woonde, was zij als ‘prime minister’ gelukkig al verleden tijd. Maar ik herinner mij levendig de vele discussies over de Britse politiek met een van mijn naaste collega’s. Hij had geen goed woord over voor mijn Labour sympathieën en ik vond het maar heel moeilijk te begrijpen hoe iemand zijn christelijke visie kon combineren met een politiek die mensen zo uiteendreef als Margareth Thatcher deed. Dat mensen de straat opgaan en een feestje bouwen omdat de Iron Lady dood is, is onbehoorlijk. Maar dat zij bij velen nog steeds heel negatieve gevoelen oproept kan ik goed begrijpen.

En dan was het deze afgelopen week precies twintig jaar geleden dat het bloedbad in Waco (Texas, VS) plaatsvond en de Amerikaanse overheid haar belegering van het hoofdkwartier van de Branch Davidians bestormde met zo’n zeventig dodelijke slachtoffers als gevolg. Er wordt nog steeds gediscussieerd over wat er precies gebeurde en of er geen vreedzamere manier was geweest om de stand-off te beëindigen. In de stad Waco wordt nu zelfs een symposium van deskundigen gehouden om daar nog weer eens een keer allerlei analyses op los te laten.

Voor zevende-dags adventisten is ‘Waco’ een trieste episode die we maar het liefst volledig vergeten. De volgelingen van David Koresh behoorden tot een sekte die uit de Adventkerk was voortgekomen en de meesten van hen waren nog steeds officieel lid van de kerk. Er zijn een aantal belangrijke lessen te trekken uit de trieste gebeurtenissen in Waco. In de eerste plaats was het, vooral in de eerste fase, een public relations fiasco voor de kerk. De kerk had geen duidelijk communicatiestrategie om met een dergelijke ramp te kunnen omgaan. Het duurde geruime tijd voordat de kerk met één mond sprak en een duidelijk verhaal had voor de media. Maar veel belangrijker is, dat men zich blijft herinneren hoe een extreme versie van een fantasierijke apocalyptische boodschap, via een proces van brainwashing, tot gevaarlijk fanatisme en zelfs godsdienstwaanzin kan leiden. En er zijn nog steeds lieden die met hun extreme standpunten, die zij (naar eigen zeggen) op de bijbelse profetieën baseren, mensen in verwarring brengen en op een route plaatsen die gemakkelijk in een nieuw Waco kan uitkomen.

Tenslotte: Morgen heb ik de kans om nostalgisch terug te kijken naar het verleden. Dan tref ik de twee collega’s, die inmiddels net als ik met emeritaat zijn, met wie ik zo’n vijftig jaar geleden een zomer doorbracht in Zweden. Marc Cools, een Vlaming die in Luxemburg woont, Dieter Versteegh, en ik komen morgen, met onze echtgenotes, naar ‘De Valk’ in Houten om bij een gezamenlijke maaltijd herinneringen aan ons Zweedse avontuur op te halen. We studeerden alle drie aan Newbold College en moesten in ons studiegeld voorzien.  Destijds was colporteren (boeken verkopen langs de deuren) in Zweden een populaire manier om snel redelijk wat geld te kunnen verdienen. Het Zweedse publiek was destijds, vooral op het platteland, vaak wel bereid om een buitenlandse werkstudent te helpen door een boek van hem te kopen. Het colportagesysteem binnen de Adventkerk is inmiddels in een groot deel van de wereld ter ziele. Maar het was ooit een slim systeem om adventistische lectuur te verspreiden, terwijl het de kerk (en ook ons drieën) geen windeieren legde.  Ik had een enorme hekel aan het werk, maar zag het als de enige manier om mijn studiegeld bijeen te brengen. Dat lukte dan ook. En na zo’n halve eeuw blijven vooral de leuke herinneringen over. Die hopen we morgen tijdens het verorberen van een paar sliptongetjes weer eens op te halen.