Daily Archives: Juni 20, 2014

Inzegening van vrouwen en voetbal

 

In mijn vorige blog schreef ik over de laatste ronde in de studiebijeenkomsten over de inzegening van vrouwelijke predikanten en de onduidelijke situatie die is ontstaan. Ik schreef ook dat ik langzaam maar zeker tot de overtuiging ben gekomen dat dit onderwerp niet aan de orde moet worden gesteld tijdens het kerkelijk wereldcongres van volgend jaar, omdat zowel een beslissing vóór als een beslissing tegen mogelijk tot heel nare gevolgen zal leiden. En ik ben er ook steeds meer van overtuigd dat het bij dit alles veel meer gaat om cultuur en tradities dan om theologie.

Maar waarom zouden we eigenlijk een besluit van een wereldcongres nodig hebben?  De inzegening van predikanten kent allerlei aspecten die nooit aan een congres zijn voorgelegd. Bijvoorbeeld: Hoelang moet een beginnende predikanten op inzegening wachten?  Wereldwijd verschillen de tradities enorm. In sommige landen worden predikanten meteen na hun proefperiode ingezegend. In andere landen moeten zij soms tot tien jaar of langer wachten. En: Welke mannen komen voor inzegening in aanmerking?  Alleen predikanten die rechtstreeks bij gemeentewerk betrokken zijn of ook theologiedocenten en kerkelijke leiders met een administratieve taak, met of zonder theologische achtergrond? De aanpak is steeds heel verschillend geweest. Maar geleidelijk aan verschuiven de panelen en ontwikkelt zich een consensus zonder dat er een wereldcongres over stemt.

Ik ben een voorstander van de inzegening van vrouwelijke predikanten. Ik zou dit het liefste vandaag nog wereldwijd mogelijk maken. (Ik geloof dat elke vorm van discriminatie op basis van geslacht verkeerd is–zelfs zondig.) Maar ook al stemt het wereldcongres volgend jaar vóór het toelaten van de inzegening van vrouwen, dan zal het toch nog heel wat jaartjes duren voordat dit wereldwijd zal worden gepraktiseerd. Je verandert de kerkelijke praktijk nu eenmaal niet simpelweg door afgevaardigden tijdens een groot congres ‘ja’ of ‘nee’ te laten stemmen. Het gaat daarbij om ingewikkelde processen die dikwijls veel tijd vergen.

Ik schreef eerder een artikel hierover in het predikantenblad Ministry. Daarin ging het vooral om de vraag of we tijdens de volgende Generale Conferentie moeten besluiten om de bewoording van het Fundamentele Geloofspunt van de schepping aan te scherpen.[1] Ik benadrukte in dat artikel dat m.i. theologische inzichten niet onderhevig moeten zijn aan bureaucratische processen. Veel van wat in dit artikel werd gezegd over de discussie over een schepping in zeven letterlijke dagen zou ook over de inzegening van vrouwen kunnen worden gezegd.

Er zijn in het verleden tal van dingen in ons kerkelijk leven aan te wijzen die zich over een lange periode hebben ontwikkeld en (al dan niet na formele bekrachtiging) deel zijn geworden van wat we geloven en doen. We kunnen daarbij bijvoorbeeld denken aan de veranderde inzichten op het gebied van sport, cultuur en recreatie. (Zie bijv. mijn blog van 21 februari van dit jaar over competitiesporten).

Of een ander, theologisch, voorbeeld. Toen het adventisme ontstond was er weinig waardering voor het dogma van de Drieëenheid.  Het duurde tientallen jaren voordat de Adventkerk zich op dit punt aansloot bij de visie van de meeste protestantse kerken. Op een gegeven moment was geloof in de Drieëenheid echter zo algemeen door de adventisten aanvaard dat dit een plek kon krijgen in de Fundamentele Geloofspunten.  Maar er was nooit een moeizaam congres waar formeel werd besloten dat we voortaan allemaal in de leer van de Drieëenheid moesten geloven.  Zo werkt het nu eenmaal niet!

Wat gebeurt er als we volgend jaar geen officieel besluit nemen over de inzegening van vrouwen?  Zoals eerder gezegd: er zullen unies, of misschien zelfs divisies, zijn die besluiten dat zij voortaan bij inzegening geen onderscheid zullen maken tussen mannen en vrouwen.  En er zullen unies en divisies zijn die daar vooralsnog anders over denken. Maar de panelen zullen geleidelijk aan verschuiven. Er zullen ongetwijfeld personen en groepen zijn die blijven morren, maar de problemen zullen, lijkt mij, veel minder ernstig zijn dan wanneer er een ‘ja’ of ‘nee’ of ‘ja mits’ of ‘nee tenzij’ uit de bus zou komen tijdens een wereldcongres.

Maar, voordat de afgevaardigden en masse naar St. Antonio afreizen kan er nog heel wat gebeuren.  Eerst is er ook nog de commotie rond de reorganisatie van het kerkelijk uitgeverswerk in Noord-Amerika. En wie weet welke andere dingen nog onze aandacht zullen vragen.

En wat mij aangaat?  Mijn vrouw en ik zijn weer onderweg naar Nederland—na een boeiende tijd in de VS–met het boek Hard Choices van Hillary Clinton als leeswerk voor onderweg en klaar voor het oranje-enthousiasme van een land dat hoopt  wereldkampioen voetbal te worden. Ik heb absoluut geen verstand van voetbal, maar weet wel het Nederlandse elftal inmiddels zeker is van de achtste finale. Het tijdstip waarop mijn eerste vergadering op vaderlandse bodem (a.s. maandagavond) begint is in verband met het WK verschoven. Tijdelijk is kennelijk voor Nederlandse adventisten voetbal eventjes belangrijker dan welk kerkelijk aangelegenheden ook.