Daily Archives: November 10, 2020

De NBV21 – weer een nieuwe Bijbelvertaling

Medio oktober volgend jaar zal er een nieuwe Nederlandse vertaling van de Bijbel zijn. Het is een revisie van de vertaling van 2004. Er is door een groep deskundigen jarenlang hard aan gewerkt en er worden niet minder dan 12.000 wijzigingen aangebracht. Vaak gaat het slechts om komma’s of om de woordvolgorde in een zin. In een aantal gevallen worden woorden die geleidelijk aan ouderwets zijn geworden vervangen door meer eigentijdse synoniemen. De kennis van de brontalen blijft intussen ook niet stilstaan en daardoor worden nu in een aantal gevallen andere vertaalkeuzes gemaakt dan twintig jaar geleden.

Je kunt je afvragen of het verstandig is om nu alweer met een nieuwe versie van de Bijbel te komen. Heel wat lezers zijn nog maar nauwelijks aan de vertaling van 2004 gewend. Anderen hebben pas kortelings de Bijbel in Gewone Taal ontdekt. En nu alweer een nieuwe Nederlandse vertaling! Deze gaat de NBV21 heten, want het is de bedoeling dat we daar nu een groot deel van deze eeuw mee vooruit kunnen.

Het meest controversiële aspect van de nieuwe vertaling begint zich al af te tekenen. Dat betreft het opnieuw invoeren van hoofdletters voor de persoonlijke voornaamwoorden die verwijzen naar God, Jezus en de heilige Geest (de zgn. “eerbiedskapitalen”) en het handhaven van de term HEER als verwijzing naar de Godsnaam. Velen hadden liever een aanduiding gezien als bijvoorbeeld De Ene, zoals ook in de Naardense Bijbel het geval is. Bovendien laait door deze nieuwe vertaling de discussie weer op over de vraag of je “hij” en “zijn” moet gebruiken als je het over God hebt. Dat versterkt toch immers het traditionele patriarchale beeld van God! En God is toch geen man?

We stuiten hier op een onoplosbaar probleem. Nee, God is geen man. Maar God is ook geen vrouw. Zowel de man als de vrouw werden volgens het Genesisverhaal “naar het beeld van God” gemaakt. Betekent dat dan misschien dat God zowel vrouwelijke als mannelijke trekken heeft? De meesten van ons voelen wel aan dat we met dat soort speculaties op de verkeerde weg zitten. Toen Jezus mens werd koos hij ervoor om een mannelijke mens te worden. Maar is hij in zijn verheerlijkte staat, na zijn opstanding en hemelvaart, nog steeds mannelijk? En hoe is het met de heilige Geest. Bij sommige kerkvaders was er de gedachte dat Gods Geest eerder vrouwelijk dan mannelijk is.

De Bijbel spreekt meestal over God in mannelijke termen, maar niet altijd. In het boek Job wordt van God gezegd dat Hij de wereld baarde en in het bijbelboek Jesaja schildert God zichzelf af als moeder (Jesaja 66:13). Jezus vergelijkt zijn Vader in Lucas 15 met een vrouw die zoekt naar een verborgen munt. En in Matteüs 23:37 gebruikt Jezus voor zichzelf de vrouwelijke metafoor van een kip die haar kuikens beschermt.

De problematiek van de geslachtelijke aanduidingen voor God laat treffend zien dat onze beperkte menselijke taal altijd tekortschiet als we iets over de Almachtige willen zeggen. Het is uiteraard moeilijk om met de traditie te breken om met mannelijke woorden en beelden over God te spreken. Maar als we ”hij” (al dan niet met een hoofdletter) of “zijn” zeggen moeten we dat eigenlijk meteen in onze gedachten corrigeren en onszelf eraan herinneren dat we God tekort doen, want hij is geen ‘hij”. Dit dilemma betreft al ons theologisch woordgebruik. We zoeken naar woorden die iets moeten uitdrukken van wat nooit in menselijke taak adequaat kan worden gezegd. En dat geldt eveneens voor de leerstellingen die we construeren met onze menselijke taal. Zodra we een mooie formule hebben gesmeed moeten we een flinke step terugnemen en beseffen dat onze taalkundige weergave van het Onzegbare altijd “werk in uitvoering” blijft. Het blijft een tasten in het duister. Want God is groter dan onze taal kan bevatten. Dat was de uitdaging voor alle bijbelschrijvers en het blijft de uitdaging voor elke bijbelvertaler en voor ons, ongeacht welke bijbel vertaling wij gebruiken.