Transfers

 

Ik weet heel weinig af van de voetbalwereld. Eerlijk gezegd lijd ik daar niet bepaald onder. Maar als je het nieuws via de verschillende media bijhoudt krijg je vanzelf af en toe wat voetbalnieuws mee.  Ik verbaas me al lang over de exorbitante salarissen van topvoetballers. Ze mogen wat mij betreft best een leuk bedragje verdienen en er een vakantiehuisje in Spanje aan overhouden, maar jaarsalarissen van vele tonnen, of soms nog meer, staan in geen enkele verhouding tot de geleverde prestatie. (Natuurlijk geldt dat wel voor meer beroepsgroepen!)  Wat ik ook zo vreemd vind is de bijzondere status van de zgn. ‘voetbalvrouwen’.  Joost mag weten waar deze dames die bizarre hoeveelheid aandacht aan verdienen.

En dan zijn er die belachelijk hoge transferbedragen die worden bedongen en worden betaald als een speler vanuit het ene kamp naar het andere ‘overloopt’. Het drong in de afgelopen week tot me door dat er kennelijk een belangrijke datum is voor het afsluiten van deze transfers en dat het deze week duidelijk werd wie in het komende seizoen bij welke club blijft voetballen.  Ja, ik snap best dat voetballen big business is geworden en dat de grote voetbalclubs moeten worden gerund als bedrijven, waarbij winst maken voor de aandeelhouders uiteindelijk de bottom line is.

Maar, een voetbalclub heet niet voor niets club.  Het is een sportief groepsgebeuren. Een club heeft leden en een sportclub heeft supporters die hun club door dik en door dun (en soms met wat teveel enthousiasme) steunen.  Wie voor Ajax is, is niet tegelijkertijd voor AZ of Feyenoord!  De achterban van een club leeft mee met het wel en wee van de club.  Een kampioenschap winnen of stijgen op de ranglijst van clubs houdt de gemoederen intens bezig.  Misschien geeft het woord loyaliteit nog het beste weer wat een club kenmerkt.

Het gekke is echter dat die loyaliteit van iedereen  als vanzelfsprekend wordt verwacht, behalve van de spelers. Die gaan van de ene club naar de andere, als dat goed is voor hun carrière en hun bankrekening! Ze kunnen met net zo veel voldoening AC Milan aan een overwinning helpen als FC Barcelona.  En ze kunnen even fel meehelpen om PSV de overwinning te bezorgen als om de Eindhovenaren het onderspit te laten delven, nadat ze een goede transfer hebben gemaakt.  Ik blijf het gek vinden dat het zover gekomen is met een sport, dat loyaliteit aan een club, aan je teamgenoten, je stad, je land, nog zo weinig meetelt en ondergesneeuwd is geraakt onder pure commercie.

Je kunt moeilijk een kerk 1 op 1 vergelijken met een voetbalclub. Gelukkig gaat het in een kerk niet alleen maar om het spel van mensen.  Maar er zijn raakvlakken. Je hebt ook in een kerk leden en supporters en in de meeste gevallen een groep ‘spelers’ die hun brood verdienen met hun werk binnen de ‘club’. Soms zie je wel eens dat zo’n speler voor een transfer kiest. Het komt voor—om het in duidelijker taal te vertalen—dat een predikant de keuze maakt om voor een andere geloofsgemeenschap te gaan werken. Daar kunnen goede redenen voor zijn die met overtuiging en geweten te maken hebben.

Ik heb wel eens over die mogelijkheid nagedacht. Niet omdat een transfer me veel geld zou opleveren, want de salarissen die door de Adventkerk worden betaald zijn niet veel lager (en soms zelfs iets hoger) dan wat andere kerken hun personeel betalen. Maar soms zijn er elementen in je eigen kerk die je tegenstaan en loop je tegen problemen op waarmee je moeilijk uit de voeten kunt. En dan lijkt het gras in een andere kerkelijke wei soms groener dan in de eigen achtertuin. Maar het is nooit een echte verleiding voor me geweest. Ik heb nog steeds voldoende redenen om de Adventkerk als mijn geestelijke ‘club’ te blijven beschouwen. En als ik de grote loyaliteit zie van de meeste leden en ‘supporters’ van de kerk en waarneem hoe hun kerkelijke club hen alles waard is, dan inspireert mij dat tot intense loyaliteit aan de ‘club’ die al een leven lang zoveel voor mij betekent.