Leed

 

Hoe meet je leed?  Hoe meet je het verdriet en de ontreddering van de nabestaanden van de ramp met de MH 17?  Waarmee kun je het vergelijken? Het neerhalen boven Oost-Ukraine van het toestel van Malaysian Airways met bijna 300 inzittenden, van wie 198 uit Nederland kwamen, was een nationale ramp waarvoor terecht een dag van nationale rouw werd afgekondigd. Het was nationaal leed. Maar het is vooral ook het leed van mensen die hun partner, of hun ouders of hun kinderen  verloren. En van mensen die hun vrienden, collega’s en buren nooit meer zullen zien.

Er was de afgelopen week ook heel veel ander leed in onze wereld. In Taiwan stortte een vliegtuig neer waarbij 48 mensen omkwamen en in Mali was eveneens een ernstig vliegtuigongeluk waarbij 116 mensenlevens vielen te betreuren. In Gaza zijn de afgelopen weken honderden Palestijnen en tientallen Israëli’s gesneuveld bij de uitzichtloze vijandelijkheden. Waneer zal het leed daar eindelijk ophouden?

Maar afgezien van dit massale leed waren er ook deze week mannen en vrouwen die worstelen met tumoren en virussen en zijn er begrafenissen en crematies.

Als het dan in je eigen leven op bepaalde punten niet zo meezit, doet de gedachte aan al dat leed, overal en zo massaal, al snel je eigen ongemak relativeren. Bijna drie weken geleden brak mijn vrouw haar rechterarm op een heel vervelende plaats, en ook nog de pink aan haar linkerhand. Het haalde een streep door onze vakantieplannen. Het was de bedoeling om de afgelopen week naar Zweden te rijden en onze zoon en zijn gezin weer eens te zien. In plaats daarvan zit mijn vrouw tamelijk immobiel op haar bureaustoel (die zit momenteel het gemakkelijkst) en schrijft zij met twee vingers e-mail berichten op haar i-Pad. En in plaats van te genieten van de Zweedse natuur schil ik de aardappels en doe ik allerlei huishoudelijke klusjes waaraan ik heel weinig vreugde beleef. Ja, je kunt er wel de p. in hebben, maar tegelijkertijd besef je dat dit ongemak nauwelijks het etiket ‘leed’ mag worden opgeplakt. Zeker als je denkt aan het echte, grote leed op diverse plekken in de wereld.

En toch mogen we bij al het grote leed ook het kleine leed niet vergeten. Want wat ‘klein’ is in mijn ogen kan haast onoverkomelijk groot zijn in de ogen van anderen. Eerder deze week maakte ik een morgenwandeling—door de zojuist geschetste omstandigheden wat korter dan gewoonlijk. Ik ontmoette een oudere dame die voortschuifelde achter een rollator. Ze had duidelijk moeite om het hondje dat aan haar rollator was gebonden mee te krijgen. Hij (of misschien was het een zij, maar ik houd het maar even op ‘hij’) had er duidelijk niet veel zin in.  Ik vroeg haar of het allemaal wel lukte.  Ik kreeg een uitgebreid antwoord. Het hondje was al dertien jaar en had allerlei kwalen. Ze had hem die morgen te weinig medicijnen gegeven.  Ja, hij zou het wel niet lang meer maken. Maar ze was nu 83 en dan kon je toch geen nieuwe hond meer nemen. Dat was dan toch niet verantwoord. En dus zou ze binnenkort helemaal alleen zijn. Ja, het beeld van deze mevrouw met haar tegenstribbelende hondje was van een heel andere orde als de stoet van de 74 zwarte auto’s op weg met hun droeve last van Eindhoven naar Hilversum. Maar toch, ook dit was echt leed . . .