Een weinig overtuigende verdediging

Een paar dagen geleden kwam Adventist News Network (ANN), het officiële nieuwsbureau van de Generale Conferentie van de Adventkerk, met een opmerkelijk bulletin. Het was getiteld “Vragen over de Kerk van de Zevendedags Adventisten en haar leiders.” Uiteraard was het geen toeval dat het bulletin een paar dagen voor het begin van de Najaarsvergaderingen van kerk, waarbij vertegenwoordigers vanuit de gehele wereld betrokken zijn, werd gepubliceerd. Het was echter verrassend te zien dat de hoogste leiders van de kerk het kennelijk nodig vonden zich te verdedigen tegen de stroom van kritiek en beschuldigingen over de manier waarop de kerk wordt geleid. Over een breed front wordt de leiders van de Generale Conferentie verweten dat zij niet erg democratisch te werk gaan en een bureaucratie vormen die van bovenaf allerlei dingen oplegt. Velen beschuldigen de hoogste leiders ervan dat zij hun gezag uitoefenen met “kingly power” en het bestuurlijke systeem van de kerk–dat democratisch heet te zijn en waarbij de eigenlijke macht aan de basis van de kerk ligt bij de leden–verandert in een hiërarchie waarbij beslissingen vanuit de top aan de lagere bestuurlijke regionen worden opgelegd, en waarbij men van alle organisaties en kerkleiders op de diverse niveaus volledige gehoorzaamheid aan de kerkelijke regels eist, met de dreiging van strafmaatregelen.

Op het eerste gezicht zullen velen dit document wellicht tamelijk overtuigend vinden (wat natuurlijk ook de bedoeling is), maar wie wat nauwkeuriger kijkt ziet dat problemen worden gebagatelliseerd en dat een aantal belangrijke kwesties ongenoemd blijven of verkeerd worden voorgesteld, en dat de zorgen die door een reeks van unies en kerkleiders zijn geuit niet serieus worden genomen of, tenminste, niet goed worden begrepen.

Mij viel vooral het gedeelte van dit bulletin op waarin werd ingegaan op hoe de Adventkerk haar leerstellingen definieert. Ik citeer een stukje tekst waarin de vergelijking wordt gemaakt met de manier waarop binnen de Rooms-Katholieke Kerk leerstellingen ontstaan.

Het pausdom is een gecentraliseerd, top-down systeem waarbij het gezag berust bij een onfeilbare paus en zijn kardinalen. Maar in de Adventkerk vloeit gezag in beide richtingen, zowel van beneden naar boven als van boven naar beneden, via vertegenwoordigen—waarbij altijd vrouwen zowel als mannen betrokken zijn, en leken zowel als predikanten.

In de Katholieke Kerk worden leerstellige beslissingen genomen door de paus en een groep van prominente theologen. Daarentegen is binnen de Adventkerk, de lijst van Fundamentele Geloofspunten niets anders dan een samenvatting van wat de leden, op basis van hun eigen studie van de Bijbel, al geloven. En alleen tijdens het wereldcongres van de kerk dat eens in de vijf jaar wordt gehouden kan de grootste en meest representatieve groep leiders en leken wijzigingen aanbrengen in de Fundamentele Geloofspunten, het kerkelijk handboek en bepaalde kerkelijke regels, omdat die documenten voor de gehele kerk gelden. . . .

Deze alinea schildert een beeld dat nogal afwijkt van de werkelijkheid. De beschrijving van het proces binnen de Rooms-Katholieke Kerk ten aanzien van het definiëren van leerstellingen is een karikatuur van hoe het gaat. Om maar één element te noemen: de cruciale rol van concilies wordt niet vermeld. Maar ik stoot me meer aan de beschrijving van hoe in onze geloofsgemeenschap leerstellige uitspraken tot stand komen. Te stellen dat de Fundamentele Geloofspunten slechts een weergave zijn van wat de leden, op basis van hun eigen bijbelstudie, al hadden ontdekt is op geen enkele manier een correcte voorstelling van zaken. Als wij bijvoorbeeld kijken naar de meest recente aanpassingen van onze Fundamentele Geloofspunten in 2015 in San Antonio, moeten we vaststellen dat deze veranderingen bepaald niet voortkwamen uit wat de leden van de kerk al geloofden. Deze veranderingen werden doorgedrukt door de hoogste leiders van de kerk, met nauwelijks enige input van representatieve theologen, behoudens enkele leden van het Biblical Research Instituut dat volledig onder de paraplu van de Generale Conferentie schuilgaat.

Ik weet niet wie de schrijver is van deze recente, defensieve verklaring die door ANN is gepubliceerd. We mogen veilig aannemen dat het een initiatief van de leiding van de GC betreft en dat de tekst onder supervisie van de GC tot stand is gekomen. Natuurlijk heeft elke organisatie het recht zich te verdedigen als zij meent dat er sprake is van unfaire kritiek. Maar als dat gebeurt met uiterste bedenkelijke argumenten doet dit het gevoel van ongemak over hoe de GC opereert alleen maar toenemen in plaats van dat het de zorgen wegneemt van een heel groot aantal leden van over de gehele wereld.