Apostelkind

Tot een week geleden wist ik hoegenaamd niets over het Apostolisch Genootschap. Ik had geen idee hoe deze geloofsrichting was ontstaan, wat “apostolischen” geloven en hoe ze in het leven staan. Maar daar is verandering in gekomen door het lezen van het boek Apostelkind door Renske Doorenspleet. De onheilspellende ondertitel van haar boek geeft precies aan waarover het gaat: In de greep van een gesloten gemeenschap. De schrijfster, een politicologe die nu en Engeland woont, nam zo’n twintig jaar geleiden afscheid van de geloofsgemeenschap waarin zij was opgevoed en waaraan zij trouw had beloofd. Geleidelijk aan begon zij zich daar zo bekneld voelen dat zij steeds meer innerlijk afstand begon te nemen van het apostolische gedachtengoed, totdat zij uiteindelijk de knoop doorhakte en vertrok. Maar pas vele jaren later was zij in staat om terug te kijken en haar ervaringen op papier te zetten.

Vaak zitten boeken die door ex-leden van religieuze gemeenschappen zijn geschreven vol bitterheid en wrok over wat zij in hun kerk of groepering hebben meegemaakt. Vaak doen ze daarin een oproep aan anderen om diezelfde stap te zetten en zich te bevrijden uit het geestelijke dwangbuis dat hen lange tijd gevangen hield. Soms richten ze een stichting op om lotgenoten bij te staan die ook willen vertrekken. Dat is duidelijk niet de bedoeling van Renske Doorenspleet. Maar je proef wel steeds de spijt en verwondering: Hoe heb ik het binnen deze club zo lang kunnen uithouden?

In Nederland telt het Apostolisch Genootschap ongeveer 30.000 leden. Merkwaardig genoeg zijn zij heel lang bijna volledig onder de radar gebleven. Zij kwamen niet in de publiciteit door seksuele of financiële schandalen. Een enkele keer hoorden we de naam “apostolisch”, zoals bijvoorbeeld in verband met Volkert van der Graaf, de moordenaar van Pim Fortuin. Volkert was apostolisch.

Het beeld dat in Apostelkind wordt geschetst is benauwend. De Nederlandse tak wordt geleid door een apostel, aan wie (in elk geval tot recentelijk) een soort semi-goddelijke status werd toegekend. Hij wordt bijgestaan door een fijn-vertakt netwerk van mannen en (tegenwoordig ook) vrouwen die een reeks nauwkeurig voorgeschreven taken stipt uitvoeren. Het woord van de apostel is wet en zijn weekbrieven hebben meer gezag dan de Bijbel. Hoewel christelijk van origine, is in het Genootschap van het christelijk geloofsgoed weinig overgebleven. De hoop op een hiernamaals is volledige losgelaten. Apostolische moeten zó leven dat zij een soort zuurdesem in de wereld worden, waardoor de maatschappij steeds beter kan worden. Hoe dat dan kan gebeuren als de leden van het genootschap nauwelijks met hun ideeën naar buiten treden is mij, ook na het lezen van dit boek, een raadsel gebleven.

Wat mij wellicht het meeste trof was dat apostolischen in twee volstrekt gescheiden werelden leven—-de wereld binnen het genootschap en de wereld daarbuiten. Die twee werelden raken elkaar niet of nauwelijks. Renske Doorenspleet beschrijft uitgebreid hoe intens haar wereld binnen het genootschap was, maar hoe zij dat leven verborgen probeerde te houden voor haar vriendinnen en in haar bestaan van alledag—-en hoe dat eigenlijk voor alle volgelingen van de apostel gold. Dat roept—-althans bij mij—-de vraag op hoeveel waarde een dergelijke religie kan hebben. Als je een ideaal gevonden hebt waarin je heel veel emotie, tijd en energie (en ook veel geld!) investeert, dan ligt het toch voor de hand dat je dat met anderen wilt delen? En dan mag je toch ook verwachten dat je wordt aangespoord om anderen te bewegen dat ideaal te gaan volgen! En hoe dat ideaal vorm krijgt moet toch ook beïnvloed worden door wat er zoal in de maatschappij speelt en door wat de leden van een genootschap in hun leven van alle dag meemaken! Dit geldt overigens niet alleen voor leden van het Apostolisch Genootschap maar voor elke geloofsgemeenschap. Het leven binnen een geloofsgemeenschap en het leven daarbuiten zijn, als het goed is, communicerende vaten. Het geloofsgoed en de geloofspraktijk van een groepering moet betekenis hebben voor het dagelijks leven. Maar omgekeerd moeten de ervaringen in het leven buiten de groep ook mee worden genomen “naar binnen”, zodat het in de geloofsgemeenschap blijft gaan over dingen die er voor de leden in hun dagelijks bestaan echt toe doen.

Dank aan Renske Doorenspleet voor haar boek dat dit punt zo duidelijk illustreert.

(Renske Doorenspleet, Het Apostelkind: In de greep van een gesloten genootschap, Uitgeverij Balans, 2020. Paperback, € 22,90.)